Harry Geels: Volkskapitalisme als oplossing voor ongelijkheid

Harry Geels: Volkskapitalisme als oplossing voor ongelijkheid

Politiek

Door Harry Geels

Het debat over ongelijkheid is voorspelbaar geworden. Voorstanders van herverdeling pleiten voor hogere belastingen en een grotere overheid, tegenstanders wijzen op toenemende bureaucratie en afnemende prikkels. Beide kampen voeren al decennialang dezelfde discussie. Tijd voor een ander perspectief: niet over inkomen, maar over eigendom.

In een eerdere column heb ik aangetoond dat er een opvallende correlatie bestaat: landen met grotere overheden kennen vaak méér ongelijkheid, niet minder. Herverdelingsstelsels creëren immers macht, bureaucratie en lobby’s. Een groot deel van de middelen komt niet terecht bij de doelgroep. Sterker nog, herverdeling kan kapitaalongelijkheid versterken doordat grote instellingen en vermogende partijen altijd beter in staat zijn om fiscale en regulatoire systemen te navigeren dan de gewone burger.

De vraag is dus: als het traditionele recept niet werkt, wat werkt dan wel?

Het vergeten perspectief: eigendom

Tijdens de industriële revolutie bestond het grootste deel van het vermogen uit kapitaalbezit: machines, fabrieken, grond. Vandaag de dag bestaat het grootste deel uit intellectueel kapitaal, technologie en netwerkeffecten. En juist deze waarde wordt vaak gecreëerd door werknemers en gebruikers, niet alleen door investeerders of oprichters. Toch vallen de beloningen grotendeels bij een relatief kleine groep aandeelhouders en topmanagers. En dat terwijl de consumenten data en ideeën genereren.

AI gaat het ongelijkheidsprobleem de komende jaren waarschijnlijk versterken, via verrijking van data, die de bezitters ervan potentieel nog rijker gaat maken. Om een verdere tweedeling te voorkomen, moeten we enerzijds iets doen aan bestaanszekerheid via negatieve inkomstenbelasting, anderzijds aan de structuur van het kapitalisme. Dat brengt me bij het concept van volkskapitalisme (folk capitalism): niet het dwingen tot nivellering via de staat, maar het delen van kapitaal via eigendom. Dat kan grofweg op twee manieren.

Van theorie naar praktijk: eigendom in actie

Een interessant voorbeeld komt uit de technologiesector. Nvidia, inmiddels het meest waardevolle bedrijf ter wereld, heeft een cultuur van aandelenbezit onder werknemers. Volgens een interne enquête onder ongeveer 3.000 medewerkers (circa 10% van het totaal) heeft tussen de 76-78% van hen inmiddels een nettovermogen van meer dan één miljoen dollar. Dat is een uitzonderlijke situatie, veroorzaakt door een ongelooflijke koersstijging. Loononderhandelingen worden daarmee bijna triviaal.

Het principe is duidelijk: wanneer werknemers aandeelhouder zijn, stijgen ze mee met de waarde die ze zelf helpen creëren. Dit is niet alleen goed voor het vermogen, maar ook voor de cultuur. Eigendom creëert betrokkenheid, langetermijnoriëntatie en een gevoel van gezamenlijk succes. Niet voor niets investeren private equity-fondsen als KKR in wat zij ‘ownership cultures’ noemen: bedrijven waar medewerkers mede-eigenaren zijn, werken innovatiever, efficiënter en stabieler.

Van werknemers naar gebruikers

Maar waarom zouden alleen werknemers eigenaar worden? De moderne economie draait ook op netwerkeffecten. Google heeft waarde omdat miljarden mensen het gebruiken. Facebook en Instagram bestaan dankzij de content die gebruikers erop plaatsen. Spotify leeft bij de voorkeuren die luisteraars collectief vormgeven. Maar in geen van deze gevallen krijgen gebruikers een winstaandeel, ondanks hun rol in waardecreatie. Zou het niet rechtvaardiger zijn als gebruikers ook voor deze waardecreatie worden beloond?

De tweede logische stap in het volkskapitalisme is daarom consumenten- of gebruikerseigendom. Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld winstdeelregelingen voor ‘heavy users’, gebruikerscoöperaties (waarbij een deel van de winst of governance terugvloeit naar de community), loyalty shares (hoe waardevoller je bijdrage, hoe meer aandelen) en decentrale platformmodellen gebaseerd op collectief beheer (waar blockchain-toepassingen nu mee experimenteren).

Volkskapitalisme als alternatief voor herverdeling

Bij Amerikaanse bedrijven is het al gebruikelijker dat medewerkers aandelen hebben. In Europa zou zo’n cultuur ook veel meer moeten worden omarmd. Consumenten- en gebruikerseigendom is een nieuwer concept. Maar het idee dat gebruikers mede-eigenaren kunnen worden, is een logische evolutie van het kapitalisme in een tijdperk waarin waarde steeds minder voortkomt uit fysieke machines en steeds meer uit netwerken, verbindingen en informatie bestaat.

En passant profiteren zo veel meer mensen van het monetaire beleid dat de laatste decennia door monetaire verruiming en (te) lage rentes vooral de ‘asset owners’ heeft bevoordeeld. Zoals vaker gesteld, moet ongelijkheid bij de bron worden aangepakt, niet via symptoombestrijding in de vorm van bijvoorbeeld belastingen.

Een nieuwe bron van gelijkheid

Het grote voordeel van volkskapitalisme is dat het de bron van ongelijkheid aanpakt: het bezit van productieve assets. Niet achteraf herverdelen, maar vooraf het economisch eigendom breder maken. Dat is geen socialisme en ook geen laissez-faire kapitalisme. Het is de markteconomie die eigendom democratiseert in plaats van centraliseert.

Volkskapitalisme herverdeelt niet achteraf, maar deelt eigendom vooraf. Het maakt mensen weer mede-eigenaar van hun eigen toekomst en daarmee van hun waardigheid, hun autonomie en hun samenleving.

Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels