Harry Geels: Negatieve inkomstenbelasting is beter dan basisinkomen

Harry Geels: Negatieve inkomstenbelasting is beter dan basisinkomen

Politiek
Harry Geels (credits Cor Salverius Fotografie)

Door Harry Geels

Voorstanders van een basisinkomen gebruiken actuele ontwikkelingen vaak als aanleiding om hun stokpaardje opnieuw te bepleiten. Bijvoorbeeld nu de sterke opkomst van AI mogelijk veel mensen werkloos maakt en er snel een bestaansminimum voor hen moet worden gegarandeerd. Een negatieve inkomstenbelasting is echter een betere optie.

Met enige regelmaat wordt het basisinkomen (BI) weer van stal gehaald. Zo spreekt Rutger Bregman in een recent interview met De Morgen over de urgentie van maatschappelijke hervormingen vanwege de opkomst van AI. Hij bevestigt opnieuw zijn steun voor een universeel basisinkomen, vooral omdat AI banen zou kunnen vervangen en ongelijkheid zou vergroten. Hij noemt een BI in deze context ‘een ethisch en economisch logisch antwoord op de uitdagingen van technologische werkloosheid.’

Terzijde: het valt nog te bezien of AI daadwerkelijk banen vernietigt. Bij de opkomst van het internet dachten we dat ook, maar toen veranderde vooral de aard van het werk. Deze column gaat dan ook niet over AI, maar over de zin en onzin van het BI, en vooral over een mijns inziens beter alternatief: de negatieve inkomstenbelasting (NIB). Laten we beide systemen vergelijken en afsluiten met een eindoordeel, mede aan de hand van Milton Friedman, een van de bekendste pleitbezorgers van het NIB.

De verschillen tussen een BI en NIB

Een basisinkomen houdt meestal in dat iedereen een vast bedrag ontvangt, bijvoorbeeld €10.000 per jaar, ongeacht inkomen of vermogen. Er is geen toetsing of voorwaarde aan verbonden. Een NIB werkt anders: wie minder verdient dan een bepaald drempelinkomen (zeg €30.000), krijgt geld van de belastingdienst. Hoe lager het inkomen, hoe hoger de teruggave. In het nulpunt – bij geen inkomen – is het verschil tussen BI en NIB nihil: beide leveren dan een bestaansminimum op (zie Figuur 1).

Figuur 1

Voor- en nadelen van een basinkomen

Aanhangers van een BI stellen dat iedereen hetzelfde krijgt, zonder stigma. Er wordt een beroep gedaan op het zogeheten universalisme, geen uitsluiting, ook voor mensen buiten het systeem, bijvoorbeeld daklozen. Het zou ook de autonomie bevorderen. Mensen kunnen makkelijker kiezen voor vrijwilligerswerk of ondernemerschap. Er is geen armoedeval, tenminste als gelijktijdig allerlei toeslagen worden afgeschaft en bij voorkeur ook nog een vlaktaks wordt ingevoerd.

Maar er zijn ook grote nadelen. Ten eerste is het ontzettend kostbaar. Daarnaast voelen mensen die genoegen nemen met weinig inkomen minder prikkels om te werken. Bovendien maken alle mensen aanspraak op het BI, ook als  ze voldoende inkomen of vermogen hebben.

Bij de invoering van een BI ontstaat er ook een ander groot ‘probleem’. Iedereen krijgt er ineens zeg €10.000 per jaar bij. Dit leidt waarschijnlijk direct tot inflatie. Als er niet gelijk een enorm bedrag bezuinigd wordt, zal het benodigde geld namelijk extra gedrukt of geleend moeten worden. We zagen dit gebeuren toen in de VS mensen een COVID-uitkering kregen. De inflatie at meteen dit extraatje op. Als inflatie ontstaat – grote kans dus – zal BI een sigaar uit eigen doos zijn.

Voor- en nadelen negatieve inkomstenbelasting

Het grote voordeel van een NIB is dat alleen mensen die een laag inkomen geld krijgen. Het is veel minder kostbaar. ‘Geen geld aan de rijken’, dus efficiëntere besteding van publieke middelen. Er is ook geen aparte uitkeringsinstantie nodig, dus minder bureaucratie dan bij klassieke bijstand of WW. Het past goed binnen bestaande belastingstructuren. Verder wordt werken beloond, er is ook hier geen armoedeval. Er is bovendien (meer politieke) flexibiliteit, bijvoorbeeld met het afbouwpercentage.

Als grootste nadeel van een NIB wordt vaak genoemd dat iedereen met de belastingdienst verbonden moet zijn en een bankrekening moet hebben. Mensen met variabele inkomsten moeten hun gegevens makkelijk kunnen doorgeven. En de belastingdienst moet efficiënt eventuele maandelijkse negatieve belastingen kunnen uitkeren. Kortom, de uitdagingen van een NIB-implementatie liggen vooral in de uitvoering en de digitale verbondenheid van mensen.

Conclusie, met uitsmijter

Als we vooral waarde hechten aan universele rechten, scoort het basisinkomen beter. Maar wie economisch, fiscaal en institutioneel denkt, kan nauwelijks om de negatieve inkomstenbelasting heen. Die is eerlijker, efficiënter en stimuleert werk.

Tot slot nog een nabrander: een bestaansminimum is een basisrecht van iedereen. Daarover zijn vrijwel alle politieke stromingen het eens, zelfs de meest libertarische. Sterker nog: het is in het belang van de hele samenleving dat iedereen een bepaald minimum inkomen heeft.

Zelfs Nobelprijswinnaar en klassiek liberaal Milton Friedman stelde in Free to Choose, samen met zijn vrouw en co-auteur Rose, een negatieve inkomstenbelasting voor. Hij noemde drie kernredenen: het simplificeert het systeem door inefficiënte uitkeringsinstanties en allerlei toeslagen overbodig te maken, het biedt bestaanszekerheid zonder dat werken wordt ontmoedigd, en het garandeert individuele vrijheid.

Friedman: ‘People who get on welfare (zoals een BI een uitkering is via een uitkeringsinstantie) lose their human independence. And they become subject to the dictates and whims of their welfare supervisors, who tell them whether they can live here or there and what they will do with their lives. They are treated like children.’

Het is zelfs waarschijnlijk dat mensen met een gegarandeerd bestaansminimum juist gesterkt worden in hun eigen verantwoordelijkheid. En daarvan profiteert uiteindelijk iedereen.

Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels