Harry Geels: De onzin van stemwijzers
Harry Geels: De onzin van stemwijzers

Door Harry Geels
Er lijken steeds meer zwevende kiezers te zijn. Ze vullen massaal stemwijzers in, op zoek naar houvast. Maar een politieke overtuiging laat zich niet vangen in stellingen, alleen in het beter begrijpen van onze diepere overtuigingen. Er is een betere benadering.
Het is weer verkiezingstijd, dus de servers van de Stemwijzer en het Kieskompas draaien overuren. Miljoenen Nederlanders klikken zich door dertig stellingen heen, hopend op een magische match met een politieke partij. Er zijn variaties in de wijze van berekening: sommige wijzers kijken naar de verkiezingsprogramma’s, andere naar het daadwerkelijke stemgedrag in de Tweede Kamer. Mensen herkennen zich vaak niet in het stemadvies. Het is ook niet uit te sluiten dat er een ‘bias’ in de uitkomsten zit.
De vragen zijn vaak triviaal (‘De overheid moet meer geld uittrekken voor cultuur’), symptoombestrijdend (‘Er moet een algemeen vuurwerkverbod komen’), of best wel ingewikkeld (‘Het minimumloon moet volgend jaar extra worden verhoogd’). De stellingen veranderen vaak per verkiezing. En wat vandaag ‘progressief’ heet, is morgen weer ouderwets. De stemwijzer behandelt politiek als een boodschappenlijst: vink maar aan wat je lekker vindt. Maar politiek is geen supermarkt, het is een wereldbeeld.
Twee eeuwenoude spanningsbogen
Wie wil weten waar hij écht staat, zou niet moeten beginnen bij personen of beleidsdetails, maar bij de grote politieke ideeën erachter. Niet: wat vind ik van het leenstelsel? Maar: geloof ik dat de staat alles moet regelen, of juist zo min mogelijk? En: voel ik me vooral burger van mijn land, of burger van de wereld? Zo komen we – de geschiedenisboeken aandachtig lezend – uit op twee eeuwenoude politieke spanningsbogen die veel meer zeggen dan dertig stellingen ooit kunnen:
- Communisme ↔ Libertarisme – de mate waarin de staat ingrijpt in het leven van burgers.
- Nationalisme ↔ Supranationalisme – de vraag waar macht en identiteit moeten liggen: binnen de grenzen of daarbuiten.
Figuur 1: De twee klassieke politieke spanningsbogen
Bepaal je plaats in het assenstelsel en je ziet scherper welke partijen bij je passen of juist helemaal niet. Vind je de eigen cultuur en een beperkte overheid belangrijk, dan kom je in het rechterbovenkwadrant van de ‘conservatieven’ uit. Voel je je een liberale wereldburger, dan zit je rechtsonder, in het kwadrant van de ‘liberale kosmopolieten’. Wil je een regelende (herverdelende) overheid en ben je nationalistisch ingesteld, dan zit je in het kwadrant van de ‘collectivisten’. Linksonder vinden we de ‘progressieven’.
Figuur 2: Het Nederlandse politieke landschap
Waarom de assenbenadering beter werkt
Met het bepalen van de plaats in het assenstelsel zijn we er natuurlijk nog niet. Er zitten vaak verschillende partijen rond het gekozen punt. Daar zou dan nog een keuze uit moeten worden gemaakt. Er is ook nog een nadeel aan deze methodiek: politieke partijen handelen niet altijd conform hun onderliggende politieke stroming. Maar de hier voorgestelde assenbepaling werkt prima. Toen ik tien ‘zwevers’ vroeg om hun plek te bepalen in Figuur 1, kon ik met opvallende precisie de partijen benoemen waartussen iemand twijfelt.
Er zijn grofweg zes redenen waarom een assenbenadering beter werkt. Ten eerste is deze benadering overzichtelijk. Het plaatst de politieke stroming binnen twee hoofdthema’s, zonder dat we verdwalen in dertig of meer losse thema’s. Ten tweede is er hier sprake van historische diepgang. Deze assen vormen de kern van de politieke ideeënstrijd sinds de Verlichting. Ten derde maakt het de keuze voor een partij wat makkelijker. We maken namelijk eerst een schifting voordat we lange partijprogramma’s gaan te bestuderen.
Ten vierde dwingt deze benadering tot diepere reflectie. We moeten nadenken over bredere politieke principes, niet over partijkopstukken of populistische standpunten. Ten vijfde bevrijden we ons zo uit het fnuikende en polariserende links-rechts frame. Er zijn niet twee kampen, maar vier brede ideologische richtingen die samen het echte politieke landschap vormen. Tot slot wordt de zelfkennis gestimuleerd. Wie zijn eigen positie kent, laat zich minder leiden door populisme en meer door consistentie.
Tot besluit
We hoeven niet te zoeken naar de perfecte match bij een partij, maar naar samenhang in onze overtuigingen. Wie weet waar hij staat op de grote assen van macht (publiek of privaat) en identiteit (lokaal of internationaal), hoeft zich niet meer te laten leiden door de waan van de dag. Politieke volwassenheid begint niet bij een stelling, maar bij zelfkennis. Misschien zouden we niet moeten vragen ‘op wie stem ik? ‘, maar ‘waar sta ik? ‘ Het antwoord daarop is vaak verhelderender… en eerlijker.
Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels