Harry Geels: Wat critici van private equity en private debt over het hoofd zien

Harry Geels: Wat critici van private equity en private debt over het hoofd zien

Private Equity Private Debt Private Markets
Harry Geels (credits Cor Salverius Fotografie)

Door Harry Geels

Private investors krijgen veel kritiek te verduren vanuit de maatschappij. Het zouden kapitalistische (aasgier)beleggers zijn, die te hoge kosten rekenen en zoveel mogelijk buiten toezicht opereren. Critici zien echter zeven grote voordelen van private markten over het hoofd.

Private markets (PE, PD en real assets zoals vastgoed en infrastructuur) krijgen regelmatig kritiek te verduren. Zo zijn er zorgen geuit over de relatief hoge kosten en de snelle groei, die goeddeels buiten toezicht plaatsvindt. In de media worden graag de schadegevallen genoemd. Zo meldde NRC dat private equity in de zorg tot meer complicaties leidt en hebben Kamerleden zorgen geuit over de impact van privaat geld op kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg.

Kritiek is gezond, maar in de media ontstaat vaak een eenzijdig beeld, wat vervolgens allerlei gevolgen kan hebben. Zo zegden diverse muzikanten, zoals Goldband en Hang Youth, hun optreden ophet festival Zwarte Cross af omdat de organisator, Superstruct Entertainment, recent was overgenomen door het private equity-huis KKR. Ook andere artiesten, zoals Youp van ’t Hek, Claw Boys Claw en Wild Romance, hebben zich hierbij aangesloten of vergelijkbare beslissingen genomen.

De media, politici en artiesten gaan echter voorbij aan zeven belangrijke positieve eigenschappen van private investeringen.

1) Financieringsproblemen in het midden- en kleinbedrijf

Een van de grotere problemen in ons huidige economische systeem is de financierbaarheid van het MKB. Banken trekken zich deels terug uit deze markt, mede door strengere kapitaalseisen voor kleine bedrijven. Daarnaast zijn beurzen niet altijd een goed alternatief meer: grote beleggers (en analisten) hebben weinig aandacht voor kleinere noteringen, terwijl het toezicht en de aansprakelijkheden toenemen.

Gelukkig bieden private markets een uitweg. Kleine en middelgrote bedrijven kunnen via private equity, private debt en soms aanvullende bankfinanciering toch kapitaal aantrekken. Het voordeel van privaat geld is dat financiers directer betrokken zijn en flexibelere constructies kunnen opzetten. Vergeet niet dat het MKB de ruggengraat vormt van innovatie en werkgelegenheid.

2) Opvolgingsproblemen

Veel MKB-bedrijven kampen met opvolgingsproblemen. Jongere generaties willen niet altijd meer het harde werken en de verantwoordelijkheid van een bedrijf dragen. Private equity kan hier uitkomst bieden. Overgenomen bedrijven krijgen na verloop van tijd een nieuw management, vaak met expertise die in de familie beperkt aanwezig is. Door frisse ogen ontstaat vaak een nieuwe impuls.

3) Schaalgrootte en internationale expansie

Kleine bedrijven zitten vaak vast in hun eigen wereld. De directeur heeft het druk met de operatie en komt nauwelijks toe aan strategie. Door samen te werken met ervaren private beleggers ontstaan nieuwe mogelijkheden: fusies, overnames en internationale expansie. Dit is vaak zo aantrekkelijk dat oorspronkelijke eigenaren (deels) aan boord blijven en zelfs een tweede ‘exit’ kunnen doen.

4) Strakker management

Zowel private als beursgenoteerde bedrijven worden niet altijd goed gemanaged. Dat kan komen door verkeerde beslissingen, interne machtsstrijd of gebrek aan ambitie (‘het sukkelt toch wel door’). Private equity kan dan opschudden en professionaliseren. Dat gaat soms gepaard met financiële optimalisatie en reorganisatie, maar medewerkers van ‘ingeslapen’ bedrijven spreken opvallend vaak positief over de nieuwe dynamiek.

5) Duurzaamheidstransitie

De duurzaamheidstransitie voltrekt zich opvallend sterk in private markten. Grote beursbedrijven hebben vaak gevestigde cash cows in minder duurzame activiteiten en kunnen niet zomaar omschakelen. In Figuur 1 is te zien dat de groei van private bedrijven met een ESG-label veel sneller gaat. Private beleggers kunnen met overgenomen bedrijven bovendien makkelijker eigen duurzaamheidscriteria afspreken.

Figuur 1

6) Minder leverage in het financiële systeem

Als banken het ‘systeem’ financieren, gebeurt dat vaak met een forse hefboom. Kort door de bocht: een euro spaargeld wordt tienmaal uitgeleend. Die leverage is in private markten veel kleiner. Institutionele beleggers gebruiken meestal maar weinig schuld bij hun investeringen. Daardoor wordt het systeem stabieler, ook al vindt een deel van de financiering buiten de banken (en dus buiten toezicht) plaats.

7) Minder beweeglijkheid van rendementen

De laatste reden is meer beleggingsinhoudelijk: de koersen in private markten bewegen veel minder dan die van de beurs, omdat private beleggingen meestal per kwartaal worden gewaardeerd. Criticasters noemen dat een optisch effect, maar zoals Hans de Ruiter, CIO bij Pensioenfonds TNO, terecht opmerkte tijdens het Financial Investigator-seminar over private markten: ‘Waarschijnlijk zijn publieke markten door beleggersemoties te volatiel.’

Saillant detail

Er is tot slot een saillant detail. Banken lijken zich terug te trekken uit de markt voor MKB-financiering, maar in de VS zien we dat zij private equity- en private debt-fondsen toch deels financieren. Dit gebeurt vooral wanneer deze fondsen een bescheiden leverage willen toepassen, een praktijk die ook wel ‘back financing’ wordt genoemd. Dat betekent dat banken via de achterdeur alsnog indirect MKB-bedrijven financieren, terwijl ze strengere kapitaalseisen omzeilen. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan.

Misschien is dat wel de ware les: waar publieke en grote instituties verstarren door regels en bureaucratie, vinden private markten nieuwe routes. Niet om het publieke te vervangen, maar om het aan te vullen en te corrigeren. In dat licht zijn private beleggers geen aasgieren, maar de stille cardiologen van het financieel-economische systeem.

Figuur 2: Ontwikkeling van directe bankleningen aan MKB, private-creditfinanciering en bankleningen aan private-credit- en private-equityfondsen (index 2013=100, illustratief)

Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels