Han Dieperink: De aansluiting van het Midden-Oosten bij China en Rusland
Han Dieperink: De aansluiting van het Midden-Oosten bij China en Rusland
Door Han Dieperink, geschreven op persoonlijke titel
De OPEC+ verlaagde zondag de olieproductie met 1,65 miljoen vaten per dag. Saoedi-Arabië en Rusland nemen elk 500.000 vaten voor hun rekening en verder zijn het vooral Irak, de Verenigde Arabische Emiraten en Koeweit die hun productie verlagen.
Deze reductie is anders dan de 2 miljoen vaten reductie van oktober vorig jaar. Die was vooral een erkenning van de realiteit dat er toch al minder werd geproduceerd. Ook de extra reductie van Rusland nu van 500.000 vaten per dag is de afgelopen maanden al gerealiseerd. Vanwege sancties en productieproblemen zat Rusland al op dat niveau.
Maar de andere landen gaan nu recht tegen de wens van de Amerikaanse overheid in. Die eist in het kader van de oorlog in Oekraïne juist dat er meer olie wordt geproduceerd. Lange tijd teerden de Amerikanen zelfs in op de Strategische Petroleum Reserve om de olieprijs te drukken. De vraag was immers groter dan de productie. Alleen met behulp van deze reserves was de markt in evenwicht te krijgen. Op dit moment is de markt nog altijd krap en is er eigenlijk een recessie nodig om de markt in evenwicht te krijgen.
De reductie van de Russen is niet vrijwillig. Door sancties vanwege de oorlog en het vertrek van enkele westerse oliemaatschappijen kon het land de productie niet meer op peil houden. Elke Siberische winter is een zware aanslag op de Russische olieproductie, die deels met westerse technologie overeind moet worden gehouden.
De groeiende invloed van China
Belangrijker is dat deze reductie niet los kan worden gezien van het recente bezoek van Xi Jinping aan Saoedi-Arabië en het daaropvolgende bezoek aan Rusland. Dat in combinatie met het feit dat dit geen OPEC-breed besluit is, maar een afspraak tussen Rusland en Saoedi-Arabië, gevolgd door andere OPEC-leden. Dit besluit zorgt voor een grotere kloof tussen OPEC+ en de westerse wereld, maar er is een overduidelijke toenadering tot China.
China koopt op dit moment veel olie van de Russen. Olie die ook nog eens 30% goedkoper is. Verder gaan Saoedi-Arabië en China samen een nieuwe olieraffinaderij bouwen van $ 12,2 miljard en investeert het land $ 3,6 miljard in een Chinese raffinaderij. Ook wordt het land lid van de Shanghai Cooperation Council. Nog even en ook China wordt lid van OPEC+.
China heeft afgelopen maand ook gezorgd voor de toenadering tussen Iran en Saoedi-Arabië, wat betekent dat vrijwel alle allianties in het Midden-Oosten in snel tempo op losse schroeven komen te staan.
Diplomatieke verhoudingen op losse schroeven
In het Midden-Oosten is de vijand van je vijand je vriend, maar opeens is er vrede. Zo ging recent Bashar Assad van Syrië op bezoek in Qatar, hetzelfde land dat tot voor kort de Syrische rebellen met miljarden steunde. Nu die steun wegvalt en ook Iran impliciet vrede heeft gesloten met Saoedi-Arabië, kan de rust terugkeren in grote delen van de Arabische wereld. Er is zelfs goede hoop dat de oorlog in Jemen, die sinds 2014 al 150.000 mensenlevens kostte, op afzienbare termijn zal eindigen. Saoedi-Arabië steunt de Jemenitische regering en Iran de Houthi-rebellen.
De olieprijs is door deze ontwikkelingen in het Midden-Oosten recent gedaald, al zal ook de bankencrisis een rol hebben gespeeld. Dat vredesdividend in de vorm van een lagere olieprijs is dus van korte duur. Veel landen hebben de hogere opbrengsten uit olie simpelweg ook gewoon nodig. Saoedi-Arabië ziet het wellicht als compensatie voor het pijnlijke verlies op Credit Suisse. In 2022 had het land voor het eerst in 8 jaar een overschot op de overheidsbegroting van 5,5%, daar zou na de recente daling van de olieprijs weinig meer van over blijven.
Het voordeel van het OPEC-kartel is dat het in theorie de productie met 10% kan verlagen om daarmee de omzet te verdubbelen. De geschiedenis leert dat elke keer als het kartel marktaandeel wint, de prijs van olie stijgt. En dat is ook dit keer het geval.
De geboorte van de petroyuan
Sinds de jaren zeventig is Saoedi-Arabië een bondgenoot van de Verenigde Staten. Deze alliantie heeft er ook voor gezorgd dat vrijwel alle olie tegenwoordig in dollars wordt verhandeld. Omdat enkele belangrijke oliestaten in het Midden-Oosten hun munten hebben gekoppeld aan de dollar, wordt er ook wel van petrodollars gesproken. Die oliehandel, samen met de Amerikaanse wereldwijde militaire aanwezigheid en natuurlijk het ingrijpen van Paul Volcker in 1982, heeft ervoor gezorgd dat de Amerikaanse dollar de reservemunt is geworden van de wereld.
Nu wordt aan al die zaken getornd. Niet alle olie wordt meer verhandeld in dollars. Een steeds groter deel gaat tegenwoordig in renminbi. De Chinezen en de Indiërs hoeven bij de Russen niet aan te komen met dollars. Daar kunnen ze toch niets mee in het internationale betalingsverkeer. Maar ook Frankrijk sloot afgelopen maand een LNG-deal in renminbi met China. Als meer Europese landen dat gaan doen, hebben wij renminbi nodig om dergelijke deals te financieren.
Tot voor kort hadden we de luxe van goedkope energie uit Rusland, waarna we alle euro’s terugkregen in de vorm van luxe jachten, investeringen in voetbalclubs, luxe vastgoed in Londen, Parijs en de Côte d’Azur, en natuurlijk euro’s die op deposito’s werden gestald in de veronderstelling dat de rechtsstaat ook de Russen zou beschermen. Dat bleek een illusie.
Nu moeten we dus energie kopen in dure dollars, maar is de renminbi waarschijnlijk een veel aantrekkelijker alternatief gezien de goederenstromen tussen China en Europa. China wil wel, want dat land wil minder afhankelijk worden van de dollar. Eerder dit jaar kwam China met Brazilië overeen dat zij voortaan hun onderlinge handel niet meer in dollars zouden afrekenen.
Opkomst van het Chinees-Russische blok
Voor een deel hebben de Amerikanen het aan zichzelf te danken dat er wordt getornd aan de reservestatus van de dollar. De Verenigde Staten zijn door onder andere fracking weer een grote olieproducent geworden. Daarom is er minder noodzaak voor een sterke militaire aanwezigheid in het Midden-Oosten. Tegenwoordig is de straat van Taiwan het geopolitieke middelpunt van de wereld, niet de Perzische Golf.
Verder staat de monetaire gekte van de afgelopen jaren in schril contrast met het stevige optreden van Paul Volcker begin jaren tachtig. Er is alle reden om aan de status van de dollar te twijfelen. De belangrijkste oorzaak van de bankencrisis dit jaar is het Amerikaanse monetaire beleid. Nu de Amerikanen ook de dollar hebben ingezet als wapen tegen de Russen, kan hetzelfde ook de Arabieren en de Chinezen overkomen. Dat schept een band. Dat blijkt wel uit de aansluiting van het Midden-Oosten bij het Chinees-Russische blok.