DWS: China kijkt niet in de achteruitkijkspiegel

De groei van de Chinese export in juli is geen toeval, maar het gevolg van jarenlange strategische keuzes. Dat stelt Elke Speidel-Walz, hoofdeconoom opkomende markten bij vermogensbeheerder DWS. Dat de cijfers als verrassing kwamen, verbaast haar dan ook.
Sinds de invoering van handelsheffingen in 2018 zijn de exportpatronen van China geleidelijk verschoven (zie grafiek). Het aandeel van de export naar landen als Vietnam, Thailand, India, Saoedi-Arabië en Nigeria zijn ten koste gegaan van de VS. Chinese bedrijven verleggen hun productie, stroomlijnen toeleveringsketens en bouwen systematisch aan nieuwe handelsroutes richting opkomende markten.
'Vietnam is bijvoorbeeld meer dan een alternatief voor de VS geworden', zegt Speidel-Walz. 'Het is inmiddels een van de belangrijke doorvoerhavens voor Chinese goederen richting het Westen. Daarnaast groeit ook de binnenlandse vraag daar en in andere Aziatische economieën naar Chinese goederen.'
Volgens haar is de recente exportgroei dan ook niet te verklaren uit de tijdelijke verlaging van Amerikaanse invoerheffingen. 'China anticipeert al jaren op afnemende toegang tot de Amerikaanse markt. Dat zie je terug in investeringsstromen, handelsverdragen en productieverschuivingen richting Zuid- en Zuidoost-Azië.'
Of strengere transshipment-regels, die doorvoer via derde landen moeten indammen, roet in het eten kunnen gooien? 'Die vormen een reëel risico', erkent Speidel-Walz. 'Maar vooralsnog werken de nieuwe exportpatronen van China en de prijs-kwaliteitsverhouding van Chinese producten nog altijd in het voordeel van het land. De Chinezen kijken allang niet meer in de achteruitkijkspiegel naar de VS, maar vooruit naar de rest van de wereld.'