Aon: Dekkingsgraad pensioenfondsen stijgt ook in april verder door

Aon: Dekkingsgraad pensioenfondsen stijgt ook in april verder door

Pensioenfondsen Pensioen
Bescherming-afdekking-paraplu-algemeen.jpg

Een sterke stijging van de rente over april vertaalt zich, ondanks afname van de aandelen- en vastrentende waardenportefeuille, in een stijging van de dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen over april. De indicatieve* gemiddelde dekkingsgraad is in april gestegen naar 122%. De aandelen- en vastrentende waardenportefeuille nam in waarde af. De rentestijging compenseerde echter de daling van het vermogen.

Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon, wereldwijd dienstverlener op het gebied van risico-, pensioen- en gezondheidsoplossingen, die dagelijks de hoogte van de gemiddelde dekkingsgraad bijhoudt.
 
De indicatieve beleidsdekkingsgraad, gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, bleef in april stabiel op 112%. Zo komen indexaties in beeld. Met deze hogere dekkingsgraden lijkt de urgentie voor een ander pensioenstelsel ineens veel minder groot.
 
Portefeuille daalt door oplopende rente
 
De markten werden in april gedomineerd door de sterk stijgende rente, vooruitlopend op mogelijke acties van centrale banken als gevolg van hoge inflatie.
 
De Amerikaanse consumentenprijsindex (CPI) steeg tot en met maart met 8,5% op jaarbasis, het snelste tempo sinds 1981. De voorzitter van de Amerikaanse Federal Reserve (Fed), Jay Powell, gaf aan dat de Fed in mei voorbereid is op een renteverhoging van 50 basispunten om de stijgende inflatie aan te pakken.
 
De beleidsmakers van de Europese Centrale Bank (ECB) zijn daarentegen wat verdeeld in hun aanpak van de stijgende inflatie. Een deel wenst een 'vaste einddatum' voor de netto-aankopen van obligaties en meer een indicatie van renteverhogingen in de zomer. Een ander deelheeft een afwachtende houding vanwege geopolitieke onzekerheid.
 
De hoge inflatie heeft inmiddels impact op de economie. Zo verlaagde het IMF haar wereldwijde groeiverwachting voor 2022 van 4,4% tot 3,6%. Het IMF waarschuwde dat de economische groei zal lijden door de hogere inflatie vanwege de Russische inval in Oekraïne. Ondertussen groeide de Chinese economie, ondanks de lockdowns vanwege corona, in het eerste kwartaal van 2022 met 4,8% op jaarbasis.
 
Niet alleen de geopolitieke situatie in het oosten van Europa, maar ook de Franse presidentsverkiezingen tussen Emmanuel Macron en Marine Le Pen zorgde voor extra spanning op de markten, waarbij Macron in een nek-aan-nekrace in de tweede verkiezingsronde werd herkozen.
 
Ondanks dat bedrijven behoorlijke winstcijfers lieten zien, zijn de toekomstverwachtingen onzeker door inflatie en geopolitieke spanningen. Aandelen ontwikkelde markten en ook beursgenoteerd vastgoed daalden ruim 5%, in tegenstelling tot de kleine daling van 1% voor emerging markets. Slechts grondstoffen lieten een positief rendement zien van bijna 8%, waarbij de sterke stijging van de Amerikaanse dollar met 4,8% voor ongeveer de helft bijdroeg.
 
De oplopende rente zorgde deze maand wederom voor negatieve rendementen op bedrijfsobligaties (-2,7%). De lange rente steeg, waardoor de gehele vastrentende portefeuille met meer dan 9% daalde. Op totaalniveau behaalde de portefeuille een negatief rendement van circa 6%.
 
Swaprente fors gestegen, verplichtingen gedaald
 
De rente steeg wederom fors in april, met name in de laatste dagen van de maand. Over de eerste 40 jaar steeg de rentecurve met ruim 40 basispunten. Door de hogere rente zijn de verplichtingen gedaald. Per saldo daalden de verplichtingen met ruim 8%.

Indexatie in zicht
 
Nu ook deze maand de dekkingsgraad verder stijgt ondanks het verdampende vermogen, lonkt indexatie. Een indicatieve gemiddelde dekkingsgraad van 122% is ongekend hoog. Ook de dekkingsgraden van de vijf grote fondsen zijn flink toegenomen in het eerste kwartaal van dit jaar. Met de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) om dit jaar nog te kunnen indexeren, komt er ruimte voor fondsen om dit eerder te doen.

“Wij zien dat dit onderwerp nu op de bestuurstafels ligt”, zegt Frank Driessen, CEO Aon Wealth. “Na vele jaren somberheid in pensioenland en de huidige hoge inflatie, is het aanlokkelijk om nu eens een positieve boodschap te kunnen brengen. Toch adviseren wij fondsen om hier zorgvuldig naar te kijken. Deze maand illustreert ook de beweeglijkheid van de dekkingsgraad. Er is sprake van een grote afhankelijkheid van marktontwikkelingen. Eén negatieve maand kan het herstel van de dekkingsgraad al teniet doen en daarmee de indexatiemogelijkheden negatief beïnvloeden.” 
 
Lagere regelgeving in consultatie
 
In april is er volop over het nieuwe pensioenstelsel gesproken. Op 30 maart zijn het wetsvoorstel en de memorie van toelichting gepubliceerd. Inmiddels hebben ook experts hun visie op het pensioenstelsel in de Tweede Kamer mogen geven. Ook de lagere regelgeving is gepubliceerd en afgelopen weekend sloot de consultatie hierop. Met deze lagere regelgeving wordt een aantal punten verduidelijkt en/of nader ingevuld.
 
Toch zijn er nog vragen. Een punt waarin Aon nog haken en ogen/onduidelijkheid ziet, is de vraag hoe omgegaan moet worden met wijzigende omstandigheden gedurende de periode tussen het vaststellen van het transitieplan en het daadwerkelijk invaren. In het transitieplan wordt op cohortniveau bepaald wat de effecten van de transitie zijn en welke compensatie wordt toegekend.
 
“Door wijzigingen in onder andere de dekkingsgraad en de economische sets kan de uiteindelijke transitie anders uitpakken dan vooraf berekend”, zegt Driessen. “Het is belangrijk dat er helderheid komt hoe hiermee om te gaan, om bezwaren te voorkomen en ook deelnemers te kunnen voorbereiden.” In ieder geval is het van belang om de druk op het hele wetgevingsproces te houden om zodoende de ingangsdatum van 1 januari 2023 te kunnen halen.
 
Urgentie nieuw stelsel blijft aanwezig
 
Met deze klinkende dekkingsgraden ontstaat onmiddellijk de vraag of het nog wel nodig is om naar een nieuw pensioenstelsel te gaan. Immers, nu er eindelijk indexatie in zicht is, waarom dan deze ingrijpende wijziging doorzetten? Driessen legt uit waarom de overgang nog steeds een goed idee is: “Wij denken dat het verstandig is om wel over te gaan naar het nieuwe stelsel en de vaart daarin te houden. De overgang is nodig om een houdbaar stelsel te verkrijgen, waarbij de premie het uitgangspunt is. De pensioenuitkomst is geen gegeven, maar het uiteindelijke resultaat is de uitkomst van de premie-inleg en rendementen.”