Aon: Stijging dekkingsgraden pensioenfondsen houdt aan
Aon: Stijging dekkingsgraden pensioenfondsen houdt aan
De indicatieve* gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen is in november gestegen naar 130%. Een verdere stijging van de rente is de belangrijkste oorzaak van de toename van de dekkingsgraad.
De indicatieve beleidsdekkingsgraad, gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, steeg in november naar 122%. Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon, wereldwijd dienstverlener op het gebied van risico-, pensioen- en gezondheidsoplossingen, die dagelijks de hoogte van de gemiddelde dekkingsgraad bijhoudt.
Wederom sterke maand voor aandelen
In november werd de langste 'shutdown' van de Amerikaanse overheid beëindigd. De shutdown zorgde voor veel vertragingen en onzekerheid, waaronder het uitstellen van belangrijke economische data zoals de inflatiecijfers (CPI) en arbeidsmarktcijfers. De Federal Reserve en financiële markten letten vooral op de ontwikkeling van de kerninflatie en de arbeidsmarkt; deze zal bepalend zijn voor mogelijk nogmaals een renteverlaging in december.
Tegelijkertijd keek het Amerikaanse Hooggerechtshof naar de rechtmatigheid van bepaalde importtarieven. De Verenigde Staten (VS) verlaagden importtarieven op landbouwproducten om voedselinflatie tegen te gaan. Ook sloten zij een handelsakkoord met Zwitserland waarbij Zwitserse bedrijven fors investeren in de VS.
Op de aandelenmarkt trokken bedrijven als NVIDIA aandacht met hun kwartaalcijfers, waarbij vooral groei uit AI belangrijk is voor het marktsentiment. Dit werd door beleggers in twijfel getrokken waardoor de aandelen die vanwege het AI-thema inmiddels hoge waardering hadden flink daalden.
Op het geopolitieke vlak zorgt een mogelijke Oekraïne-Rusland-vrede voor lagere gasprijzen, maar deze zijn nog steeds fors hoger dan enkele jaren geleden. Op klimaatgebied maken landen weinig voortgang met het uitfaseren van fossiele brandstoffen.
De financiële markten maakten zich zorgen om de shutdown en het gebrek aan data waardoor deze maand aandelen met 0,5% daalden. Aandelen van ontwikkelde markten daalden licht met 0,1%, terwijl aandelen van opkomende markten met 2,9% daalden.
In de eurozone bleef de rente vrij stabiel met een lichte stijging van de langere rente waardoor de vastrentende waarde portefeuille 1,8% daalde. Zo behaalden bedrijfsobligaties een rendement van -0,2% door de oplopende risicopremie. Het totaalrendement van de portefeuille bedroeg minus 0,7%.
Rente gestegen, verplichtingen gedaald en vermogen gedaald in november
In november steeg de risicovrije rente over de eerste 30 jaar met gemiddeld vijftien basispunten. Voor de langere looptijden bleef de rente vrijwel gelijk. De Ultimate Forward Rate (UFR), waarmee pensioenfondsen de waarde van hun toekomstige verplichtingen berekenen, kwam uit op 2,5%. Door de rentedaling nam de waarde van de verplichtingen af met ongeveer 3%. Dit, in combinatie met een daling van het vermogen in november, leidde tot de dekkingsgraad van 130%.
Spannend voor 1 januari 2026
Over een maand zal een groot deel van de pensioendeelnemers van Nederland de overstap naar het nieuwe stelsel maken. De afgelopen maand regende het invaarbeschikkingen. Zo konden Pensioenfonds Zorg & Welzijn, PMT, Rail & OV en BPF Zuivel een positieve beschikking tegemoet zien.
Ondanks dat een deel van de fondsen toch uitstelt, zal er een flinke transitie plaatsvinden per 1 januari 2026. “Nu wordt het echt realiteit”, zegt Frank Driessen, Director Wealth, Aon Nederland, “Veel Nederlanders zullen een brief met de transitie-effecten ontvangen en kunnen per 1 januari een verhoging tegemoet zien.”
Er waren natuurlijk al wel fondsen over, maar nu gaat het om serieuze aantallen. “Voor veel deelnemers zal dit goed nieuws zijn en wij gaan ervan uit dat het bij de pensioenuitvoerders ook allemaal goed gaat lopen”, zegt Driessen.
Andere spreidingstermijn
Tussen de fondsen die per 1 januari 2026 gaan invaren zitten ook fondsen die afwijken van de standaard spreidingstermijn van 10 jaar binnen de standaardmethode. Met de standaardmethode wordt een verdeelsleutel bepaald waarmee de buffers binnen het fonds verdeeld worden.
In de standaardtoepassing van deze methode krijgen jongeren wat meer en ouderen wat minder, een en ander afhankelijk van hun horizon. Er zijn ook fondsen die willen dat alle deelnemers evenveel buffer mee krijgen. Dan is er sprake van een spreidingstermijn van één jaar.
Pensioenfonds Zorg & Welzijn is één van de fondsen die hier vanuit gaat. Ook Bpf Bouw gaat dit zo doen. “De praktijk leert dat het heel moeilijk is om af te wijken van de 10 jaar spreidingstermijn”, zegt Driessen. “Het is interessant dat het nu een aantal fondsen gelukt is. Te zien is dat zij wel aanvullende maatregelen nemen om de evenwichtigheid te bevorderen, bijvoorbeeld bij hogere dekkingsgraden.”
Hogere dekkingsgraden betekenen luxe problemen
De hogere dekkingsgraden lijken positief nieuws voor de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. “Een gemiddelde dekkingsgraad van 130% is echt wel uitzonderlijk”, zegt Driessen. “Dit is het hoogste niveau sinds ruim 10 jaar”.
Met een hogere dekkingsgraad is er meer te verdelen en lonkt een hogere invaarbonus. Bij de hogere dekkingsgraden kunnen de uitkomsten echter zo zijn dat ze de bandbreedtes raken die fondsen moeten afspreken.
De Nederlandsche Bank (DNB) vraagt aan fondsen om vooraf bandbreedtes vast te leggen waarbinnen de uitkomsten zich moeten bevinden. Bij een hogere invaardekkingsgraad en invaarbonus wordt de plus in het nieuwe stelsel groter en kan het zijn dat de uitkomsten voor sommige groepen te positief worden en de bandbreedtes raken.
In dat geval vraagt DNB een pensioenfondsbestuur om nogmaals naar het pakket te kijken en de instrumenten anders in te zetten zodat het beeld meer evenwichtig wordt. “Hogere dekkingsgraden zijn goed nieuws voor de overgang naar het nieuwe stelsel, maar betekenen vaak ook dat de evenwichtigheidswegingen ter discussie komen te staan. Wij adviseren fondsen om zich hierop voor te bereiden,” zegt Driessen.
Dit blijkt ook duidelijk uit het beleid van fondsen die nu een positieve beschikking hebben ontvangen. Te zien is dat zij bij hogere dekkingsgraden bijvoorbeeld meer vermogen naar jongeren schuiven of gaan werken met een andere spreidingstermijn binnen de standaardmethode.