DPAM: Wanneer verliezen obligatiemarkten hun vertrouwen in de VS?

DPAM: Wanneer verliezen obligatiemarkten hun vertrouwen in de VS?

Obligaties Verenigde Staten
shutterstock_85080700

Nu de Amerikaanse overheid momenteel een schuldenberg heeft van bijna 100% van de Amerikaanse economie, maken beleggers zich steeds meer zorgen over de houdbaarheid van deze schuld op lange termijn, stellen Bruno Lamoral en Ewout De Brauwer, portefeuillebeheerders institutionele mandaten bij DPAM.

Volgens het Congressional Budget Office (CBO) kan de Amerikaanse schuld/bbp-ratio oplopen tot 115% (over 10 jaar) en 181% (over 30 jaar). De houdbaarheid van de schuld hangt af van de nominale bbp-groei, het primaire tekort en de rentelasten. De vuistregel is dat de nominale groei minus de rentelasten groter moet zijn dan het primaire begrotingstekort; dan houdt de overheid geld over om haar schuld af te lossen. Nu is dat niet zo. Daardoor dreigt een negatieve spiraal: obligatiemarkten verliezen hun vertrouwen in de Amerikaanse overheid, rentes stijgen en de schuldenlast van de overheid loopt verder op.

Het is onwaarschijnlijk dat de Amerikaanse regering dit hardnekkige tekort snel fors kan terugbrengen. Daarmee worden de schijnwerpers op de Federal Reserve gericht. Lage rentes zouden de schuldrente drukken en de nominale bbp-groei stutten, maar het is niet de taak van de centrale bank om de staatsfinanciën te beheren. Dit zou zelfs in strijd zijn met haar mandaat om prijsstabiliteit te waarborgen, aangezien lagere rentes tot een hogere inflatie kunnen leiden.

Hierdoor rijst de vraag in hoeverre de Federal Reserve onafhankelijk kan blijven van de Amerikaanse overheid. De Fed is de grootste houder van Amerikaanse schuld en wil, gezien haar dubbele mandaat van maximale werkgelegenheid en prijsstabiliteit, ook een systeemcrisis voorkomen. Het kan dus ook in het belang van de Fed zijn om te voorkomen dat de schuld uit de hand loopt.

Waarschuwingssignaal

Hoe lang obligatiehouders de oplopende schuldenlast en het kapitaalverlies accepteren, is de kernvraag. Het Verenigd Koninkrijk liet in 2022 zien hoe snel het mis kan gaan: ongedekte belastingverlagingen joegen de rente omhoog, het pond omlaag en dwongen de Bank of England tot hard ingrijpen.

De veel grotere Amerikaanse obligatiemarkt maakt een vergelijkbare schok minder waarschijnlijk, maar niet onmogelijk. In 1978 verzwakte de dollar zo hard dat het Amerikaanse ministerie van Financiën in Zwitserse franken leende; binnen vier jaar liep de inflatie op tot 50%, goud steeg 500% en toenmalige Fed-voorzitter Paul Volcker moest de rente naar 20% tillen.

Een herhaling dreigt als de monetaire devaluatie te ver gaat en beleggers hun vertrouwen verliezen, bijvoorbeeld als gevolg van een verlaging van de kredietwaardigheid door de ratingbureaus (zoals in 2023) of een mislukte veiling van staatsobligaties. Crises voltrekken zich zelden in één klap, maar zoals Ernest Hemingway het uitdrukte: het kan “geleidelijk, en dan plotseling” gebeuren.

Om te meten hoe de obligatiemarkten zich voelen, kan men de relatie tussen de Amerikaanse obligatierentes en de Amerikaanse dollar volgen. Als de rentes stijgen terwijl de dollar daalt, is dat een waarschuwingsteken. Dit is wat er gebeurde in de weken nadat president Trump zijn vergeldingsmaatregelen op Liberation Day aankondigde.

Hoewel veel tarieven via onderhandelingen zijn teruggeschroefd, geldt de VS bij bondgenoten als minder betrouwbare handelspartner, wat de wereldwijde dollarstromen kan schaden. Wat ook zorgwekkend is, is de manier waarop Trump druk uitoefent op Jay Powell, de huidige voorzitter van de Fed, om de rente te verlagen. Herhaalde dreigementen kunnen de onafhankelijkheid van de centrale bank schaden en de monetaire devaluatie verder versnellen.

Verder gaan dan fiatgeld: van goud tot Bitcoin

De langetermijncycli van het opbouwen en uiteindelijk afschrijven van schulden bestaan al duizenden jaren en hebben een grote invloed gehad op de prestaties van beleggingsstrategieën. Sinds 2008 hebben soepele monetaire beleidsmaatregelen, zoals langdurig lage rentetarieven en kwantitatieve versoepeling, deze effecten versterkt, waardoor de beleggers hun portefeuilles hebben moeten aanpassen om hun koopkracht te behouden.

De politieke realiteit in de VS, Frankrijk en België maakt grootschalige begrotingssanering via bezuinigingen of hogere belastingen onwaarschijnlijk. Daardoor neemt de kans toe op ‘financiële repressie’: rentes langdurig onder de inflatie houden, zodat de nominale groei de financieringskosten van staatsschuld overtreft.

Als valuta verzwakken, zoeken beleggers bescherming in activa die hun koopkracht beter behouden. Aandelen bieden een natuurlijke hedge via aanspraken op reële bedrijfswinsten, maar in periodes van ruime geldcreatie en fiscale laksheid groeit de belangstelling voor alternatieven.

Goud fungeert al eeuwen als klassieke buffer tegen monetaire ontwaarding; Bitcoin geldt als disruptief alternatief met een aanbod dat permanent is begrensd op 21 miljoen tokens. Ook grondstoffen, vastgoed en andere reële bezittingen kunnen helpen koopkracht te behouden en portefeuilles te beschermen tegen verdere monetaire devaluatie.

Ernstige gevolgen

Monetaire ontwaarding blijft een complex vraagstuk waar centrale banken en overheden moeten kiezen tussen het voortzetten van het beleid van schuldmonetisatie met het risico van langdurige geldontwaarding of het voeren van een streng begrotingsbeleid dat de groei kan vertragen en sociale onrust kan veroorzaken.

De les uit de geschiedenis is duidelijk: ongecontroleerde schuldmonetisatie en geldontwaarding leiden tot economische instabiliteit, inflatie en uiteindelijk tot de ineenstorting van munten. De vraag is niet of dit beleid gevolgen zal hebben, maar wanneer en hoe ernstig die gevolgen zullen zijn.