Harry Geels: Waarom wordt onze (economische) vrijheid ondermijnd?

Harry Geels: Waarom wordt onze (economische) vrijheid ondermijnd?

Politiek
Harry Geels (foto credits Cor Salverius)

Door Harry Geels

De vrijheidsviering op 5 mei ging dit jaar gepaard met vele discussies over het belang van vrijheid. Daarover bestaat helaas enige reden tot zorg. Er zijn twee grote (geo-)politieke systeemtrends die de vrijheid onder druk zetten.

Afgelopen vrijheidsviering werden we er weer attent op gemaakt hoe belangrijk onze vrijheid en democratie zijn. Dat gebeurde regelmatig met enig effectbejag, namelijk door te wijzen op hoeveel mensen hiervoor hun leven hebben gegeven. Op social media woedt ook een discussie over onze vrijheid, waarbij regelmatig verschillende maatschappelijke ideologieën in de strijd worden gegooid.

Daarbij krijgt enerzijds het kapitalisme de schuld van de beperking van vrijheden en democratie. Een veel gehoord argument is dan dat consumenten slaven van de grote bedrijven worden. Vanuit een andere politieke hoek krijgt juist het socialisme of het (eco-)communisme ervan langs. Er wordt vanuit dat perspectief bijvoorbeeld beweerd dat ondemocratisch gekozen supranationale organisaties ons allerlei maatregelen en wetgeving opleggen, bijvoorbeeld in het kader van de bestrijding van pandemieën, (ongewenste) migratiestromen, gelijkheid en de klimaattransitie. Hoewel de argumenten van beide kampen niet altijd even genuanceerd zijn, kan de richtingenstrijd vanuit een meer holistische systeembenadering goed worden verklaard.

De gedaanteverwisseling van de dominante systemen

Zowel het kapitalisme als het (standaard)socialisme zijn de afgelopen decennia namelijk van gedaante verwisseld. Dit is in Figuur 1 uitgebeeld met vier kwadranten, waarbij op de horizontale as de markt staat (van volledig vrij tot helemaal uitgeschakeld) en op de verticale as de mate van vrijheid (eveneens van volledig vrij tot volledig uitgeschakeld). Zoals ik eerder heb betoogd, is er geen sprake meer van een vrij kapitalistisch systeem. De maatschappij, zeker in bepaalde sectoren, is verworden tot een corporatocracy, waarbij marktwerking door oligopolies is ingeperkt.

Figuur 1

07052024 - Harry Geels - Figuur 1

Van de andere kant heeft het (oorspronkelijke democratische) socialisme in de wereld in de loop van de jaren tachtig ook een andere afslag genomen. Het is het neo-liberalisme gaan omarmen. ‘Linkse’ mensen werden ‘rijk’ van het handelen in vastgoed en aandelen, of zelfs door het opzetten van een eigen onderneming. Tevens is deze stroming voorstander geworden van een soort globalistisch socialisme, waarbij via supranationale organisaties idealen, bijvoorbeeld verwoord in de SDG’s, worden nagestreefd.

Vrijheid ondermijnend

Beide ontwikkelingen brengen vrijheidsbeperkende elementen met zich mee. Als er steeds grotere corporates ontstaan, wordt de keuzevrijheid voor de consument en de voor de consument positieve prijsconcurrentie beperkt. Ook kunnen er dwarsverbanden tussen grote bedrijven en overheid ontstaan – bijvoorbeeld via het lobbycircuit – waardoor politieke besluitvorming potentieel minder transparant verloopt. En de agenda van supranationale organisaties kan botsen met lokale politieke ideeën. Landen die niet ‘meedoen’, lopen de kans ‘outcast’ te worden.

Terzijde, de symbiose tussen de corporatocracy en het ‘globalist socialism’ heet ‘corporate socialism’.

Het belang van vrijheid

Vrijheid is van belang voor het welbevinden van mensen. Het gaat helaas te ver om hier uitgebreid filosofisch over uit te wijden. Jean-Jacques Rousseau, een invloedrijke filosoof uit de achttiende eeuw, had bijvoorbeeld interessante ideeën over vrijheid. Zijn meest bekende werk over politieke filosofie, ‘Het Maatschappelijk Verdrag’ (Le Contrat Social), behandelt het concept van vrijheid in de context van de samenleving en de staat. Rousseau geloofde dat mensen alleen in een natuurlijke staat, dus zonder deelname aan een maatschappij, vrij kunnen zijn.

En als mensen (toch) samenkomen en wetten maken die het gemeenschappelijke welzijn bevorderen, dan moeten deze een uitdrukking zijn van hun vrijheid, stelt Rousseau. Een andere belangrijke vrijheidsdenker is Nobelprijswinnaar Milton Friedman, die wat betreft vrijheid het belang van de vrije markt benadrukt: ‘A society that puts equality before freedom will get neither. A society that puts freedom before equality will get a high degree of both’, een stelling die hij, op zijn gebruikelijke welbespraakte wijze, in slechts tweeënhalve minuut nader onderbouwde in dit Youtube-filmpje.

Definitie en behoud van vrijheid

Een discussiepunt is verder hoe we vrijheid precies definiëren. Ieder jaar berekent The Heritage Foundation een vrijheidsscore voor 184 landen op basis van factoren als handel, investeringsmogelijkheden, eigendomsrechten en overheidsinterventie in de economie. Diens klassement van de meest vrije landen ter wereld: 1. Singapore, 2. Zwitsersland, 3. Ierland, 4. Taiwan (nog wel) en 5. Nieuw-Zeeland. Nederland staat op plaats 8.  Het is zorgelijk dat de laatste jaren de vrijheidsscores gemiddeld genomen overal ter wereld dalen.

We kunnen en mogen niet toestaan dat vrijheid – om welke reden dan ook – nog verder wordt ingeperkt. Ten eerste, omdat in onze geschiedenis mensen hun leven ervoor hebben gegeven. En ten tweede omdat er een positief verband lijkt te bestaan tussen vrijheid en geluk. Daarom moeten we beducht zijn op de negatieve gevolgen van bovengenoemde trends.

Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels