Kees Vendrik: Hoogste tijd om op te schalen

Kees Vendrik: Hoogste tijd om op te schalen

Klimaatverandering Politiek
Kees Vendrik ( foto archief Christiaan Krouwels, NKP) 980x600.jpg

We zijn op weg, maar nog niet ‘goed op weg’. Daarvoor moet er nog veel te veel gebeuren. Financial Investigator sprak met Kees Vendrik, Voorzitter van het Nationaal Klimaat Platform.

Door Lies van Rijssen

‘In november 2022 zijn we begonnen, op verzoek van het kabinet. We hebben een mandaat voor vier jaar. In Den Haag wilde ik niet gaan zitten met dit platform. Wij zijn de schakel tussen samenleving en beleid. Dan moeten we niet onder de Haagse kaasstolp gaan resideren. Dus toen Energiebeheer Nederland (EBN) ons deze plek in hun kantoor op een steenworp afstand van Utrecht CS aanbood, aarzelde ik niet.

We zijn een open platform. Toegankelijk voor iedereen in Nederland die de klimaattransitie verder wil helpen. Ons doel is versnellen en verbinden. De essentie van ons werk is luisteren naar alle signalen over wat goed gaat, wat beter kan, wat misloopt. Signalen van burgers, energiecorporaties, buurtprojecten, over energiearmoede, zinkfabrieken, Tata Steel, Rotterdam, boeren, noem maar op. Wij brengen alle signalen bij elkaar en rapporteren ze aan de minister: ‘Dit horen we.’ ‘Luister hier eens naar.’ ‘Dit kan helpen de CO2-uitstoot versneld terug te dringen.’ ‘Zo kan je zorgen dat meer burgers en bedrijven kunnen meedoen.’

De afspraak is dat we de minister van Klimaat en Energie een paar keer per jaar een kort en krachtig rapport leveren. De eerste twee liggen er al, een soort eerste-honderd-dagenrapportages. Wij dragen de minister geen oplossingen aan. Wel leggen we opties of oplossingsrichtingen voor. Richting, ruimte en rechtvaardigheid, draagvlak en daadkracht, je vindt ze op onze site.

We zijn geen ombudsman, hoe serieus klachten over niet ontvangen subsidies of mislukte netaansluitingen ook kunnen zijn. We verwijzen mensen wel naar het juiste adres en willen weten of dat geholpen heeft. Maar als uit alle individuele signalen een rode draad blijkt die bij beleidsmakers niet goed in beeld is, dan pakken we het op. Onze filosofie is praktisch: van de geldende spelregels, markten, wetgeving en prijzen is niets voor de klimaat- en energietransitie ontworpen. Boeren die duurzaam willen produceren, merken dat dit hen geld kost zonder dat ze een vergoeding krijgen. Bedrijven die congestie willen aanpakken en willen samenwerken om energie op te wekken en te delen, ondervinden dat dit niet mag in Nederland. Zulke spelregels kun je veranderen. Daar gaat ons werk ook over: versnelling realiseren lukt alleen als mensen – burgers en bedrijven – reële kansen krijgen om mee te doen.

 

We hebben vijfendertig jaar zitten prutsen en moeten de komende vijftien cruciale jaren het grootste deel van de transitie nog zien te realiseren.

 

We nemen mensen serieus en leggen ons oor te luisteren bij de stem die niet makkelijk gehoord wordt. Als ik word gevraagd ergens langs te komen, dan kom ik. Graag zelfs, ik leer veel van praktijkverhalen van burgers en kleine en grote ondernemers. Vaak blijkt hoezeer mensen hun kop stoten als ze proberen een bijdrage te leveren aan de vermindering van de CO2-uitstoot. Het legioen van klein en groot leed, noem ik dat. Tegelijk inspireert het hoe ontzaglijk veel mensen al bewust bezig zijn met de transitie. Ook bedrijven die fundamentele en praktische plannen hebben om hun productieproces totaal te veranderen. Dat gaat niet alleen over CO2 maar ook over stikstof en circulair, en blijft niet bij ideeën maar gaat over harde investeringen. Door die ellendige gasrekening kreeg dat vorig jaar allemaal een extra zwieper.

Om te voorkomen dat we alleen op eigen waarneming koersen, lieten wij in juni een extra onderzoek doen: een kort representatief opinieonderzoek onder Nederlanders. De uitkomsten bevestigen het beeld uit andere onder zoeken: ruim twee derde maakt zich zorgen over klimaatverandering, twee derde wil actie, twee derde wil graag meedoen maar weet niet hoe. Een heel krachtige aanwijzing dat mensen behoefte hebben aan handvatten en stevig overheidsbeleid. Dat is goed nieuws, want we moeten opschalen.

Zelf gaan we er ook actief op uit om meer mensen en groepen mensen te bereiken. Via onderzoek of directe dialoog willen we achterhalen waarmee we het stille midden van de bevolking, het deel dat iets zou willen doen maar niet weet hoe, kunnen helpen mee te doen. In dat kader hebben we het kabinet aangeboden om in enkele maanden tijd een programma te ontwikkelen voor de verduurzaming van tienduizend sportaccommodaties in Nederland. Uit gesprekken dit voorjaar met mensen uit de wereld van sport, gemeentes, geld en duurzame energie bleek dat het overgrote deel van de tienduizend sportaccommodaties in Nederland niet verduurzaamd is. Tegelijk heeft ongeveer de helft grote moeite het hoofd boven water te houden door de hoge gasrekening. Deze accommodaties spelen een essentiële rol in het bestaan van miljoenen Nederlanders, die daar wekelijks of vaker sporten.

Met deze actie willen we de energietransitie voor mensen tastbaar, letterlijk zichtbaar en haalbaar maken. En tegelijkertijd, door meer mensen aan de transitie te verbinden, op te schalen en te versnellen. Een stevig nationaal programma zou een schitterende win-win kunnen opleveren. Praktisch, met inzet van geld en expertise die duidelijk maakt hoe die kantines, voetbalvelden en belichting te verduurzamen zijn. Er zijn legio partijen die willen helpen.

Klimaat is voor mij zeker geen nieuw werkterrein. Het Klimaatakkoord werd vijf jaar geleden aan vijf tafels uitonderhandeld. Een daarvan was de Elektriciteitstafel. Die heb ik op verzoek van het vorige kabinet voorgezeten. En in mijn politieke tijd werkte ik voor een partij die klimaat, transitie, vergroening en het streven de economie een andere kant op te krijgen sinds de oprichting in 1989 als prioriteit in het partijprogramma heeft gehad. In koeienletters.

 

Transitie betekent onvermijdelijk dat we meer risico zullen moeten nemen dan we misschien geneigd zijn te accepteren of dan de modellen toelaten.

 

Klimaat is een rode draad in mijn werkzame leven. Ook toen ik bij Triodos Bank werkte, was het essentieel dat financieringen zouden bijdragen aan de transitie van economie en maatschappij. Mijn huidige werk is onderdeel van een continuüm: meters maken. Met de huidige aandacht voor het klimaat zijn we namelijk verschrikkelijk laat. We wisten al in 1989 - toen ik op de arbeidsmarkt kwam - hoe de staat van het klimaat was. Fossiele-energiebedrijven waren sinds de jaren vijftig al op de hoogte en hebben het geheimgehouden. Goed, we hebben vijfendertig jaar zitten prutsen en moeten de komende vijftien cruciale jaren het grootste deel van de transitie nog zien te realiseren. Dat vraagt om een forse omwenteling in de grote industrie, mobiliteit, gebouwde omgeving en landbouw, en dat vraagt om snel schaal te maken.

Er zijn tegenstrijdigheden in de transitie. We gaan elektrisch rijden, maar de benodigde stroom komt uit kolencentrales. De winning van metalen, nodig om de energietransitie op gang te krijgen, veroorzaakt verlies van biodiversiteit. Dat is waar. Maar het zou echt contraproductief zijn als we, zolang de stroom uit kolencentrales komt, nog maar niet elektrisch zouden gaan rijden. In de energiesector wordt hard gewerkt om kolencentrales uiteindelijk overbodig te maken. Een deel van onze energieopwekking is al schoon. Sommige dagen tikken we de 100% duurzame stroom al aan. Daarom is elektrisch rijden nu al schoner dan fossiel rijden. Ook hier draait het om schaal maken. Schaal levert kostenvoordelen waarvan iedereen profijt heeft.

Het heeft lang geduurd voordat we wind op zee gingen benutten. Tien jaar geleden sloten we in Nederland het Energieakkoord. Daarin zit een krachtig pad naar opschaling onder de voorwaarde van kostenreductie. Inmiddels hebben we spotgoedkope windenergie in de aanbieding, al is dat lang niet helemaal onze eigen verdienste. Voor energie uit zonnepanelen geldt een vergelijkbaar verhaal. Uitstel van elektrisch rijden zou het algemene transitiepad vertragen en uiteindelijk financieel nadelig uitpakken voor ons allemaal.

Het andere punt, verlies van biodiversiteit door de winning van zeldzame metalen, is een zwaar issue, waarin ook het mensenrechtenperspectief meespeelt. Daarvan moeten we ons zeer goed bewust zijn. Mogelijk kan innovatie hier oplossingen bieden of de inzet van meer circulaire materialen. Het kan niet zo zijn dat wij hier een groene economie bouwen ten koste van mensen elders. Dit vraagstuk staat centraal in het IMVO-convenant voor internationaal maatschappelijk ondernemen. Ik heb het voorzitterschap daarvan aanvaard, omdat ik het een cruciaal vraagstuk vind voor de duurzame energiesector. Als die het vraagstuk van die internationale ketenverantwoordelijkheid niet serieus neemt, wie dan wel?

Duurzame energie gaat niet boven alles. Plaats niet zomaar windmolens midden in natuurgebieden. Houd rekening met biodiversiteit. Kijk bijvoorbeeld hoe de vogeltrek verloopt. Hier liggen terechte zorgen van de natuurbeweging. Bij de aanleg van nieuwe windparken hoort elke stap ecologisch verantwoord te zijn. Daag partijen uit om bij opdrachten voor de meest natuurinclusieve aanpak mogelijk te kiezen. Zorg tijdens de bouw van windparken letterlijk voor stilte en leg voorzieningen aan die helpen bij gebiedsherstel.

 

Banken en pensioenfondsen, vergeet je spreadsheet en keer weer terug naar de roots van het financieringsvak!

 

Deze interessante combinaties gaan ook op voor circulariteit. Steeds vaker wordt voor de bouw van windmolens circulair staal gebruikt. Het verbinden van meerdere opgaves is zo een heel belangrijk uitgangspunt geworden tijdens de transitie. Dit vraagt om een groot bewustzijn bij partijen, ook internationaal. Binnenkort vindt de klimaattop plaats in de Verenigde Arabische Emiraten. Daar gaat het mondiale gevecht plaatsvinden over de vraag welke harde afspraken we op wereldschaal kunnen maken.

Feit blijft dat wij, westerse landen, historisch gezien veruit de meeste uitstoot zelf hebben veroorzaakt. Van alle CO2 in de lucht, waar ook ter wereld, komt zo’n drie kwart uit Europa vandaan. Van economieën die wij en onze voorouders hebben laten draaien en runnen. Dat rechtvaardigt dat wij de eersten zijn die de transitie moeten maken en dat we onze toon moeten matigen naar landen die net beginnen met hun economische ontwikkeling en nog geen procent van onze welvaart hebben. Laten we die gebieden, als ze om ondersteuning vragen, helpen de fossiele stap over te slaan door technologie te delen, in plaats van het vermanende vingertje op te steken. Daar zijn goede mogelijkheden voor.

Waarschijnlijk is er voldoende kapitaal beschikbaar voor de energietransitie. Maar is dat ook voldoende goedkoop kapitaal? Financiering wordt steeds duurder. Het laatste ECB-rentebesluit helpt niet, evenmin als de inflatie die zijn tol eist in bijvoorbeeld de windenergiesector. De productiekosten, de CapEx, zijn met 30% gestegen en ook de financieringslasten nemen significant toe.

Toegang tot financiering kan nog een issue worden. Volgens financiers is er voldoende geld, maar ondernemers geven aan moeite te hebben om aan geld te komen. Ik ken de financiële sector en snap dat financiers nee zeggen tegen sommige ondernemingsplannen. Vanuit de financiële sector hoor ik echter ook dat de risk appetite van financiers niet altijd even hoog is. Ik word gelukkig van financial risk managers die de klassieke visie op transitieprojecten voorbij zijn en anders kijken. Deze transitietijd vraagt van financiers namelijk een open blik waarin zij meer risico’s aangaan, ook al is niet volledig duidelijk hoe de markten en de rentabiliteit zich zullen ontwikkelen. Het klimaatcommitment in de financiële sector neemt gelukkig wel meer toe, met actieplannen om de CO2-footprints van assets naar beneden te krijgen en dergelijke.

Financiële sector, ga daar alsjeblieft mee door! Banken en pensioenfondsen, vergeet je spreadsheet en keer weer terug naar de roots van het financieringsvak! Maak direct contact met wie en wat je wilt financieren. Financieren is een relatievak, geen Wall Street. Transitie betekent onvermijdelijk dat we meer risico zullen moeten nemen dan we misschien geneigd zijn te accepteren of dan de modellen toelaten. Ongemakkelijk, maar het kán niet anders als we een enigszins fatsoenlijke wereld willen nalaten.’

 

Kees Vendrik

Econoom Kees Vendrik is sinds november 2022 Voorzitter van het Nationaal Klimaat Platform. Van 1998 tot 2010 was hij lid van de Tweede Kamerfractie van GroenLinks. Na zijn vertrek uit de politiek werd hij in 2011 lid van de Algemene Rekenkamer. Van 2017 tot 2022 was Vendrik Hoofdeconoom bij Triodos Bank. Van 2019 tot 2022 was hij daarnaast lid van de Eerste Kamer voor GroenLinks.

Bijlagen