Jupiter AM: Stimuleringsbeleid leidt uiteindelijk tot hogere inflatie

Jupiter AM: Stimuleringsbeleid leidt uiteindelijk tot hogere inflatie

Inflatie
Matt Morgan_Jupiter AM.jpg

Sinds de wereldwijde financiële crisis is de inflatie ver onder het historische niveau en de doelstellingen van de centrale bank blijven steken, met een gemiddelde van 1,3 procent in de eurozone en 1,6 procent in de VS. Dit ondanks uitzonderlijk gunstige financiële omstandigheden, omdat landen de deflatie probeerden te bestrijden met ultra-lage en zelfs negatieve rentetarieven en kwantitatieve versoepeling. Mark Richards, Multi-Asset Strategist en Matt Morgan, Multi-Asset Product Specialist bij Jupiter Asset Management verwachten dat de reactie van beleidsmakers op de door het coronavirus veroorzaakte vraagschok uiteindelijk op de langere termijn tot een hogere inflatie zal leiden.

  • Coronavirus heeft een enorme vraagschok veroorzaakt in de wereldeconomie; het kan jaren duren voordat de economie tot rust komt. 
  • Structurele deflatoire krachten blijven bestaan, maar waarschijnlijk breekt op termijn een periode van hogere inflatie aan 
  • Activa zoals goud en inflation linked bonds kunnen het goed doen in een meer inflatoire omgeving.

Wat heeft de inflatie laag gehouden?
Een combinatie van structurele factoren heeft de inflatie laag gehouden. De vergrijzende bevolking spaart meer en geeft minder uit. Globalisering en de-ïndustrialisatie hebben de collectieve onderhandelingskracht van vakbonden en beroepsbevolking verminderd en een overvloed aan goedkopere arbeidskrachten aan de wereldeconomie toegevoegd. De technologische vooruitgang heeft de kosten onder druk gezet. 
Wat is er deze keer anders?
Het coronavirus heeft tot een enorme vraagschok geleid in de wereldeconomie. Beleidsmakers hebben gereageerd met een enorme injectie van monetaire en budgettaire stimulansen. Maar dit is een gezondheidscrisis en er is een medische oplossing nodig om de economieën volledig te laten herstellen. Tot die tijd zal een gedeeltelijke heropening leiden tot haperende economieën, beperkte investeringen en lage consumptie. 
Als de economieën eenmaal volledig zijn heropend, zullen de stimuleringsmaatregelen als een rugwind voor de wereldwijde groei gaan werken en zal het voor beleidsmakers een uitdaging zijn om de hoeveelheid liquiditeit in de economieën te verminderen.  Er wordt nu door velen gedacht dat de inflatie dan weer zal stijgen. Zal het deze keer inderdaad anders zijn? Structurele deflatoire factoren blijven bestaan. De vergrijzing van de bevolking blijft toenemen, de staatsschuld zal na de crisis nog groter worden en de technologie blijft zich ontwikkelen. Enorme hoeveelheden stimulans hebben niet tot inflatie geleid na de vorige crisis.
Toch denken Richards en Morgan dat een periode van gematigd hogere inflatie waarschijnlijk is. Niet direct want de vraagschok als gevolg van de pandemie kan jaren duren om tot rust te komen. Diepe recessies zijn altijd deflatoir, zoals de ineenstorting van de olieprijzen laten zien. Maar op de langere termijn zullen regeringen en centrale banken het moeilijk krijgen om het in de crisis ingezette beleid af te wikkelen. De begrotingstekorten zullen waarschijnlijk structureel hoger uitvallen en de op non-actief gestelde werknemers, zouden wel eens sneller weer aan het werk kunnen gaan dan gebruikelijk is na een typische conjuncturele dip, waardoor de output gap sneller kan worden gedicht. De centrale banken zullen waarschijnlijk tolereren of zelfs streven naar een inflatie die boven het streefcijfer ligt, deels ter compensatie van de jaren waarin de inflatiedoelstellingen niet gehaald werden, deels om de staatsschuld te helpen weg te blazen. 
Richards en Morgan verwachten ook dat de aard van de crisis en de beleidsreactie extra kosten voor de economieën met zich meebrengen naarmate de toeleveringsketens worden geherconfigureerd en de wisselwerking tussen kapitaal en arbeid opnieuw wordt beoordeeld. Ook kunnen sommige structurele deflatoire factoren afnemen. 
De globalisering werd al ondermijnd door handelsspanningen. De pandemie heeft een aantal van de kwetsbaarheden die inherent zijn aan de geglobaliseerde toeleveringsketens aan het licht gebracht, en Richards en Morgan verwachten dat politici belangrijke naar het buitenland verplaatste productie willen terughalen. De crisis heeft ook aangetoond dat de samenleving afhankelijk is van relatief laagbetaalde arbeid, niet alleen in de gezondheidszorg, maar in de hele publieke en private sector. De publieke steun voor betere lonen en voorwaarden zou een structurele verschuiving kunnen ondergaan. 
De omvang van de vraagschok als gevolg van de economische stilstand van Covid-19 over de hele wereld kan niet worden onderschat. Deflatieproblemen als gevolg van de crisis zullen de markten voor de korte tot middellange termijn domineren. Hoewel er nog steeds structurele deflatoire krachten bestaan, verzwakken deze echter, en aangezien de economieën zich uiteindelijk herstellen, zal het meer dan waarschijnlijk zijn dat op de middellange tot lange termijn een gematigd hoger inflatieniveau zal terugkeren in de wereldeconomie.
Welke activa doen het goed in een inflatoire omgeving?
Richards en Morgan menen dat beleggers goud, inflation linked bonds, en aandelen die in staat zijn om de marges in een inflatoire omgeving op peil weten te houden, in de gaten moeten houden. De deflatoire gevolgen van de viruscrisis zullen waarschijnlijk nog wel enige tijd aanhouden. Het zal daarom belangrijk zijn om te bepalen wat een goed moment is om in te stappen.