La Française: Inversie yield curves houdt aan

La Française: Inversie yield curves houdt aan

Monetary policy
Spoor wissel track change direction richting (photo Daniel Kirsch)

VS en Europa tonen uiteenlopende dynamiek, die beide een voortzetting van renteverhogingen vragen.

De yield curves in bijna alle ontwikkelde landen houden hun inversie aan in de 2/10 range. In de Verenigde Staten is de neergang die in maart werd veroorzaakt door de bankencrisis volledig tenietgedaan, terwijl in andere regio's de pre-SVB niveaus weer werden overschreden,’ rapporteert  François Rimeu, Senior Strateeg bij La Française AM, vandaag.

‘Historisch gezien is dit een teken dat er op middellange termijn moeilijke tijden aankomen, maar we mogen niet vergeten dat zolang de kortetermijnrente stijgt, de recessie nog niet is begonnen, ondanks het sombere sentiment dat blijkt uit de softe cijfers in de meeste ontwikkelde landen.’

VS en Europa, uiteenlopende dynamiek

‘In de Verenigde Staten heeft de vastgoedmarkt zich de afgelopen zes maanden gestabiliseerd en lijkt zich zelfs te herstellen. De sterke stijging van de hypotheekrente heeft tot nu toe niet het gewenste effect gehad, ongetwijfeld door de impact van de CHIPS- en IRA-plannen, waarbij overheidsinvesteringen de plaats innemen van particuliere investeringen. De arbeidsmarkt blijft onverminderd sterk en hoewel er tekenen zijn van een vertraging, is de daling zeer geleidelijk. En zolang de arbeidsmarkt krap blijft, blijft looninflatie prioriteit nummer één voor de Fed (en andere centrale banken), omdat dit de belangrijkste aanjager is van de kerninflatie. Tegelijkertijd stort de industriële productie niet in, ondanks alarmerende ISM- en PMI-gegevens. De consumptie houdt duidelijk stand, aangezien de reële looninflatie nu positief is en het BBP over het eerste kwartaal aanzienlijk naar boven is bijgesteld van 1,4% naar 2%. Het tweede kwartaal zou ook een vergelijkbare groei moeten laten zien (zie Atlanta Fed of Dallas Fed). Kortom, vanuit het oogpunt van de Fed is er geen reden om te stoppen met het verhogen van de rente.

In Europa is de situatie op de arbeidsmarkt vergelijkbaar (stijgende looninflatie, gespannen markt), maar vrijwel alle andere indicatoren waren de afgelopen maanden mat. Bij nadere beschouwing van deze gegevens blijkt echter dat deze teleurstellingen zich vooral voordoen in Frankrijk en Duitsland, terwijl ze in Spanje en Portugal bijna niet voorkomen. Duitsland heeft nog steeds last van een trage export en toegenomen concurrentie in de autosector, terwijl Frankrijk een vertraging in de dienstensector ziet. Ondanks de recente teleurstellingen verandert dit echter niets aan de analyse van de economische situatie door de ECB: de arbeidsmarkt is te gespannen en de looninflatie te hoog, daarom moeten we de rente blijven verhogen. Daarom zal de looninflatie ongetwijfeld de toon zetten voor de renteverhogingen in de tweede helft van het jaar; zolang die hoog blijft, zullen de curves hun historische inversie waarschijnlijk voortzetten.’