Van ‘minder slecht’ naar meetbare impact (Ronde Tafel ‘Biodiversiteit’ – deel 2)

Van ‘minder slecht’ naar meetbare impact (Ronde Tafel ‘Biodiversiteit’ – deel 2)

Biodiversiteit

In deel 2 van ons rondetafelverslag bespreken de experts hoe vermogensbeheerders ‘minder slecht’ versus ‘meer goed’ doen integreren in investeringsbeslissingen, welke data en richtlijnen daarbij helpen, en hoe engagement en innovatieve strategieën zorgen voor zowel meetbare impact op de natuur als financieel rendement.

Door Hans Amesz

Dit is deel 2 van het verslag. Deel 1 lees je hier, deel 3 verschijnt op donderdag 13 november.

VOORZITTER

Don Gerritsen, Deloitte

 

DEELNEMERS

Jolien de Jongh, Achmea Real Estate

Sophie Kamphuis, MN

Sasha Miller, Nuveen

Lucian Peppelenbos, Robeco

Robert- Alexandre Poujade, BNP Paribas Asset Management

Gerard Roelofs, Impact Orange Partners

Nikki Trip, AF Advisors

 

Hoe past natuur/biodiversiteit in jullie beleggingsaanpak? Minder ‘slecht’ doen of ‘meer goed’ doen? Gaat het om pure impactallocatie of genereert het reguliere beleggingsrendementen?

Miller: 'Het antwoord is: énén. Integratie en engagement spelen een sleutelrol in het investeringsproces. Aan de impactkant, en wat betreft de zorgen over greenwashing, hebben we intern duidelijke impactdefinities en volgen we de Operating Principles for Impact Management – wij zijn een van de oprichters en blijven ons als bedrijf richten op het vaststellen van industrienormen. Elke investering heeft een theory of change en meetbare uitkomsten. We laten het volledige impactproces extern verifiëren. In fixed income richten we ons op directe en meet bare resultaten via impact bonds. Al onze impactproducten in alle asset classes zijn gericht op zowel financieel rendement als impactresultaten.'

De Jongh: 'In Nederland hebben wij alleen direct onroerend goed. Sinds januari werken we samen met een aantal andere vermogens beheerders. We hebben de kaart van Nederland gepakt en gekeken in welke gemeenten we allemaal aanwezig zijn. Op basis daarvan hebben we twee locaties gese lecteerd waar we samen met een ecoloog en de gemeente het hele gebied willen verbete ren. Denk daarbij aan vergroening, maar ook bijvoorbeeld aan oplossingen voor water en hitte. In een groter gebied kun je namelijk meer resultaat realiseren dan wanneer iedere partij enkel naar zijn eigen gebouw of straatje kijkt. Het meten is eerlijk gezegd nog wel ingewikkeld. We willen toch een behoorlijke mate van detail, die direct handelings perspectieven biedt voor verbetering. Daarom testen we een aantal methodes, zoals het berekenen van hoeveel CO2 het groen vastlegt.'

Hoe veranker je dit strategisch? Hoe integreer je biodiversiteit, met minder van het slechte en meer van het goede?

Peppelenbos: 'Bij natuur gebruiken we vaak ‘minder slecht versus meer goed’, maar bij klimaat doen we dat minder. Zijn elektrische voertuigen en windmolens ‘goed’ of ‘minder slecht’? Laten we de mitigatiehiërarchie volgen: vermijden, verminderen, herstellen, systeemverandering. Dat alles is ‘goed doen’: het draagt bij aan de mondiale beleidsafspra ken om op termijn natuurverlies te stoppen. Dit moet meetbaar zijn, zodat het geloof waardig is. Dus ja, we hebben investeringen nodig in de natuur zelf, zoals landbouw en bosgrond, maar ook in bedrijven die meet baar en geloofwaardig hun negatieve impact reduceren en bijdragen aan het stoppen en omkeren van natuurverlies.'

Roelofs: 'De CSRD, de Corporate Sustainabi lity Reporting Directive, zegt weinig over wat we tegen natuurverlies moeten doen, laat staan hoe we dat moeten meten. Als we door de keten heen een parallelle aanpak hadden zoals bij klimaat, dan zouden we ook weten wie negatief of positief bijdraagt. Maar zover zijn we niet. Het gevoel van urgentie om te definiëren, te meten en actie te ondernemen is gewoon nog te beperkt. Ook voor wat betreft innovatieve financieringsvormen om biodiversiteitsverlies een halt toe te roepen, bijvoorbeeld via blended finance, waar de staat een duidelijke rol kan hebben, is die urgentie nauwelijks aanwezig.'

Peppelenbos: 'Wat betreft definities en metingen ben ik het daar niet mee eens. Er is enorm veel werk verzet: TNFD benoemt per sector waar afhankelijkheden en impact hoog zijn, met bijbehorende kernmaatstaven. De data daarvoor zijn verre van compleet, maar goed genoeg om richtinggevend te sturen. We kunnen goed bepalen welke bedrijven het qua natuurtransitie goed, redelijk of slecht doen in materiële sectoren als materialen, energie, vastgoed.'

Kamphuis: 'Voor je liquide portefeuilles zijn er voldoende mogelijkheden om op basis van data ‘minder slecht te doen’. Je kunt voor verschillende drijfveren van biodiversiteits verlies in kaart brengen welk bedrijf meer of minder impact heeft en daarop sturen. Voor het bereiken van positieve impact hebben we proposities onderzocht voor een directe en indirecte (of systeem)impact op biodiversiteit. Daar zien we veel kansen binnen duurzame bosbouw, regeneratieve landbouw en techno logische oplossingen binnen private equity.'

Miller: 'Er moet nog steeds aan data worden gewerkt. We beschikken nu niet over alles wat we nodig hebben en dat is waar de transitie en veel van de betrokkenheid op dit moment om draait. Het is werk in uitvoering. Op het gebied van natural capital voeren we TNFD beoordelingen uit, gebruiken we IBAT om biodiversiteitsrisico’s te beoordelen, maken we gebruik van instrumenten zoals biodiver siteitsindexen in samenwerking met ETH  Zürich, en meten en waarderen we waar mogelijk de ecosysteemdiensten die natuur lijk kapitaal leveren op onze locaties. Door de beschikbaarheid en waarde van ecosysteem diensten in de loop van de tijd te monitoren, kunnen veranderingen in risico’s voor de natuur en biodiversiteit worden geïdentificeerd, evenals mogelijkheden voor verbetering.'

Roelofs: 'We hebben onderzoek gedaan naar (bio)dataleveranciers en methodiekleveran ciers. De correlatie in resultaten tussen deze aanbieders was extreem laag. Dat wisten we al bij klimaat, maar nu zien we het ook bij biodiversiteit. Dat is schokkend.'

Trip: 'Ik denk dat we in elk geval genoeg weten om sectoren en bedrijven te identifi ceren die veel schade aanrichten. Wachten op perfecte data is een excuus dat we niet mogen gebruiken om nu niets te doen.'

Peppelenbos: 'Inderdaad. Volg de TNFD definities: deze bepalen de prioritaire sectoren en per sector de kernonderwerpen. Daarvoor hebben we genoeg (proxy)data om de analyse te maken. Neem bijvoorbeeld de mijnbouw, een sector met een enorme impact. We kunnen water, afval, emissies, recycling, assets in kwetsbare gebieden en risico’s rond tailingsdammen meten. Dat vangt niet alles, maar wel genoeg om te differentiëren over bedrijven en portefeuilles te bouwen. De natuur is complex, maar laten we het niet onnodig ingewikkeld maken.'

Kamphuis: 'Je kunt voor verschillende biodiversiteitsgerelateerde thema’s, zoals water of ontbossing, sturen op rapportage, beleid en prestaties. De Financial Biodiver sity Foundation geeft behulpzame richtlijnen voor het bepalen van portefeuilledoelstellin gen. Omdat biodiversiteit raakt aan veel verschillende thema’s is het prioriteren van deze thema’s in de portefeuille van belang, ook met het oog op het behouden van het gewenste risicorendementsprofiel.'

Trip: 'In publieke markten gaat het vooral om ‘minder schade’, hoewel er positieve uitzonderingen zijn. Zeg gewoon eerlijk dat je daar beperkte directe positieve impact kunt claimen, anders verwatert het begrip impact. In private markten is er veel meer kans op daadwerkelijk ‘goed doen’. Maar dan kom je bij de vraag: gaat het alleen om financieel rendement, of een breder begrip van waarde? Misschien zijn er investeringen die minder financieel renderen, maar maatschappelijk veel opleveren. Doen wij die als financiële sector, of de overheid? Of doen we het samen, met een ‘shadow price/return’ naast financieel rendement?'

Poujade: 'Op bedrijfsniveau kunnen we idiosyncratisch risico al redelijk goed meten; er is zelfs sprake van convergentie tussen sommige dataproviders. Lastige thema’s – zoals chemie, plastics en oceanen – vragen nog veel kwalitatieve analyse. Daar zijn datagaten. En systemische risico’s (tipping points) zijn moeilijk door te vertalen naar bedrijfswaarderingen. Wat is bijvoorbeeld de impact van de savannisering van de Ama zone op hydro, vastgoed, agri, enzovoort? Daar missen we macroscenario’s.'

Peppelenbos: 'Men werkt aan kortetermijn scenario’s voor fysieke natuur en klimaat risico’s binnen de beleggingshorizon. Sommi gen modelleren ook tipping points. We zitten met deze ‘nieuwe generatie’ scenario’s nog in een vroeg stadium, maar we komen er wel.'

Roelofs: 'Een Nederlandse professor publi ceerde recent over het verwerken van natuur events in waarderingen, in de disconterings voet, in kasstromen en wat al niet meer. Interessant hoe dat kan worden ingebouwd.'

Miller: 'Wij doen iets vergelijkbaars op het gebied van klimaatverandering en natuur verlies. We zien het als een megatrend om op te nemen in de asset allocatie, naast andere belangrijke structurele trends als de vergrij zing van de bevolking.'

Roelofs: 'Er is sprake van een paradox. Aan de ene kant denken we als beleggers dat het grootste deel van de impact vooral op de private markten te behalen is. Wat betreft de biodiversiteit is dat grofweg het geval denk ik, om redenen van additionaliteit, meetbaar heid, materialiteit, enzovoort. Maar op termijn kan de grootste hefboom juist bij grote beursgenoteerde bedrijven liggen: hun potentieel om iets te doen tegen de vernieti ging van de natuur is fenomenaal. Ik zou willen dat de CSRD daar duidelijker over is.'

Trip: 'Daar ligt enorme potentie, maar beïn vloeden is lastig. In publieke markten heb je uitsluiting en engagement. Het probleem is dat we nu vaak niet met genoeg zijn om besluitvorming echt te veranderen. Meerder heden ontbreken, wetgeving ook. We moeten op dit gebied juist de grote multinationals veranderen.'
 

Het draait om geloofwaardigheid. Leun op best practices en standaarden en bouw het meest geloofwaardige product voor de betreffende assetclass.

 
Kamphuis: 'De TNFD-natuurtransitieplannen geven nuttige richtlijnen om concrete stappen van issuers te beoordelen in de implementa tie van hun biodiversiteitsstrategie. Het is dan van belang om kritisch te kijken naar de financiële invulling van de transitieplannen, net als bij klimaat, zoals Capex, Opex en R&Dbudget. Dit helpt om voorlopers en achterlopers in de portefeuille te onderscheiden.'

Trip: 'Maar dan moeten er wel genoeg aandeelhouders vóór stemmen. De risico’s moeten duidelijk zijn en financieel aantrek kelijk. De wetenschap is er al, dus wat houdt de aandeelhouders tegen?'

Miller: 'Ik ben het ermee eens dat engage ment vaak de grootste hefboom voor veel portfolios is. Op het gebied van regelgeving gebeurt ook wat, bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk waar een raadpleging gaande is over transitieplannen op het gebied van zowel natuur als klimaat. En de vast rentende markten worden onderschat als een manier om de directe en meetbare impact op te schalen in de publieke markten. Daar liggen enorme kansen naast private assets.'

Poujade: 'Met betrekking tot kapitaaluitgaven zou het erg nuttig zijn om meer informatie te hebben teneinde een onderscheid te kunnen maken tussen bedrijven. Soms lijken bedrijven niet erg proactief in het verminderen van hun biodiversiteitsimpact. Dat wil zeggen dat ze weinig actieve stappen nemen om de negatieve impact van hun supply chain te beperken. Maar als je kijkt naar hun kapitaal uitgaven en investeringen, kan de werkelijk heid anders zijn. Om te slagen in hun transi tie moeten bedrijven zoeken naar de poten tiële business case. Voor een fastfood restaurant betekent dit bijvoorbeeld nagaan of de klanten kortere frietjes accepteren dan normaal, of aardappelvariaties gebruiken die minder fungiciden vergen. Winwinsituaties bestaan, maar hoeveel zijn er?'
 

Veel biodiversiteitshotspots liggen in emerging markets. We zien meer interesse van pensioenfondsen om deze markten te onderzoeken op impactpotentieel.

 

Don Gerritsen

Don Gerritsen is Director en EMEA Sustainable Investment Leader bij Deloitte. Daarvoor bekleedde hij diverse leidinggevende functies bij de PRI, de VN en KPMG in de VS, het VK, Kenia en Nederland. Hij is auteur van ‘Guidance to Inspirational Leadership’ en oprichter van het pro-bono mentoring initiatief ‘Pay It Forward’. Gerritsen heeft een Executive MBA in Strategie en een Master in Bestuurskunde.

 

Jolien de Jongh

Jolien de Jongh werkt sinds 2019 bij Achmea Real Estate, sinds 1 april 2023 als ESG-manager Vastgoed en Manager Investment Solutions. In deze functie is zij verantwoordelijk voor het beleid, nieuwe initiatieven en rapportages op het gebied van ESG. Embodied carbon en biodiversiteit behoren tot haar speerpunten.

 

Sophie Kamphuis

Sophie Kamphuis is Senior Adviseur Verantwoord Beleggen bij MN, waar zij opdrachtgevers adviseert over strategieontwikkeling en actief aandeelhouderschap op het gebied van biodiversiteit. Eerder werkte ze bij impactinvesteerder Triple Jump aan impactfondsen op het gebied van hernieuwbare energie en MKB-financiering. Daarvoor werkte ze als strategieconsultant voor lokale banken in Azië en Afrika aan thema’s als inclusieve financiering, digitalisering en duurzame landbouw.

 

Sasha Miller

Sasha Miller is Managing Director en Hoofd Responsible Investing Strategy bij Nuveen, verantwoordelijk voor het RI-platform, internationale activiteiten en innovatie ter verdieping van klantrelaties. Ze is voorzitter van het RI SteerCo en houdt toezicht op het Impact-platform. Daarvoor vervulde ze seniorfuncties bij Schroders, meest recent als Hoofd Klantproposities en Strategie. Miller heeft een MBA van Oxford, en een BA in Internationale Betrekkingen van Johns Hopkins.

 

Lucian Peppelenbos

Lucian Peppelenbos is Head of Sustainable Investment Thought Leadership bij Robeco. Hij overziet daar de frameworks voor het integreren van duurzaamheid in het beleggingsproces. Dit omvat SDGs, sociale thema’s, klimaatverandering en biodiversiteit. Voor Robeco werkte hij bij APG Asset Management. Peppelenbos begon zijn carrière in 1999 en heeft een PhD in Sociale Wetenschappen van Wageningen University.

 

Robert- Alexandre Poujade

Robert- Alexandre Poujade trad in 2015 toe tot het ESGresearchteam van BNP Paribas Asset Management en leidt het denken over biodiversiteit. Hij werkte samen met onder andere Capitals Coalition, UNEPWCMC en Global Canopy, en vertegenwoordigt BNP Paribas in gremia zoals TNFD en PBAF. Hij behaalde in 2010 een master in Management, met specialisatie Financiën, aan ESCP Europe Business School in Parijs.

 

Gerard Roelofs

Gerard Roelofs is impactbelegger en medeoprichter van Impact Orange Partners. Met meer dan 30 jaar ervaring in asset- en fiduciair management bekleedde hij onder meer bestuursfuncties bij Kempen en NN Investment Partners en was hij Partner bij WTW. Eerder vervulde hij rollen bij Deutsche Asset Management, ABN AMRO en UBS. Daarnaast is hij actief als toezichthouder.

 

Nikki Trip

Nikki Trip is Consultant en Specialist Duurzaamheid bij AF Advisors. Ze adviseert voornamelijk pensioenfondsen en vermogensbeheerders op het gebied van duurzaam beleggen. Daarnaast is ze voorzitter van JIIP (Jongeren in Institutioneel Pensioen), spreker en aspirant-pensioenfondsbestuurder. Ook is ze actief in de media als co-host van BNR Duurzaam en duider van pensioenvraag-stukken.

Bijlagen