Harry Geels: Geweeklaag over hoge winsten grote bedrijven

Harry Geels: Geweeklaag over hoge winsten grote bedrijven

Politiek
Harry Geels

Door Harry Geels

De media gingen weer los op de exorbitante winsten die grote bedrijven zoals Ahold Delhaize, Heineken en Unilever boekten. Het was geweeklaag zonder een goede analyse van de achterliggende oorzaken. Willen we hoge bonussen en dito winsten écht stoppen, dan moeten we eerst de corporatocracy afbreken.

Het was wederom feest de afgelopen dagen: een litanie van beschuldigingen aan het adres van de grote beursgenoteerde bedrijven met hun woekerwinsten over vorig jaar. Terwijl consumenten zuchten onder inflatie, weten bedrijven als Ahold Delhaize, Heineken en Unilever grote winsten te boeken, met als saillante bijkomstigheid het gemak waarmee ze zelf prijsverhogingen hebben kunnen doorvoeren. Daardoor hebben ze de winsten op peil weten te houden en in sommige gevallen zelfs weten te verhogen. Vorige week was Shell ook al het mikpunt van spot.

In een opiniestuk uit de Volkskrant van 20 februari werd vanwege die ‘excessieve winsten’ opgeroepen tot een andere visie op ondernemen. De vraag was hoe bedrijven meer oog kunnen krijgen voor duurzaamheid. Welke activiteiten moeten bedrijven wel en welke juist niet ondernemen en welke regels moeten daarbij worden uitgevaardigd? Dit is een exemplarische manier van denken, die helaas steeds meer postvat in onze maatschappij: meer regels en hogere belastingen. Dit is echter niet de oplossing. Regels en belastingen zijn symptoombestrijding.

De corporatocracy is het grote onderliggende probleem

Oproepen tot een nieuwe visie is natuurlijk goed. Maar daarvoor moeten we wel eerst het onderliggende probleem goed analyseren. Zonder voorafgaande analyse direct oproepen tot meer regels, die ‘best streng mogen zijn’, zoals de Volkskrant stelt, getuigt van een politieke vooringenomenheid. De oorzaak achter de grote prijsstijgingen is mijns inziens de huidige corporatocracy, ofwel een maatschappijvorm waarin het management van grote bedrijven samen met de politiek de agenda bepaalt, die, zoals ik al in juni vorig jaar schreef, bijdraagt aan de inflatie.

Door de zwakke anti-mededigingsregels zijn de afgelopen decennia te veel sectoren een oligopolie geworden. In mijn eerdere column over corporatocracy wordt een onderzoek van The Guardian genoemd waaruit blijkt dat er per soort voedsel nog maar enkele bedrijven de macht hebben. Figuur 1 beeldt nog eens mooi uit dat er maar 11 bedrijven in de wereld zijn die samen de zogeheten markt voor ‘consumer staples’ domineren. In de column worden ook diverse onderzoeken besproken waaruit blijkt dat grotere bedrijven beter in staat zijn de prijzen te verhogen dan kleinere.

Figuur 1: De 11 bedrijven die alles bezitten

21022023-Harry Geels-Figuur 1

Bron: Ernst Wollf's boek Wolff of Wall Street (2020)


Oplossingen zijn strengere anti-mededingingsregels, een betere scheiding der machten en het stopzetten van de lobbycratie

Maar grote bedrijven hebben nog meer kenmerken. Er zijn meer exorbitante beloningen, omdat de loongebouwen in grote bedrijven voortdurend worden verhoogd. Ze hebben veel meer middelen om te lobbyen met de politiek en de belastingdienst en hebben meer fiscale ontwijkroutes, omdat ze globaal opereren. Het gelijke speelveld tussen grote en kleine bedrijven wordt verstoord. De ongelijkheid neemt toe, de innovatiekracht van een economie neemt af en er ontstaan bedrijven die ‘too big to fail’ zijn, met bijkomende ‘moral hazard’-problemen.

We moeten zelfs weer overwegen om grote bedrijven op te splitsen. Eerder gaf ik 7 redenen om de banken op te splitsen, maar we moeten bijvoorbeeld ook denken aan het opsplitsen van sommige big tech-, voedsel- en energiebedrijven. Tussen de heel grote bedrijven en de overheid is een intransparante baantjescarrousel ontstaan. Eigenlijk zou er een strikte scheiding tussen de politiek en het bedrijfsleven moeten komen. Dat Edith Schippers als president van DSM Europa nu lijsttrekker van de VVD voor de Eerste Kamer wil worden, moeten we eigenlijk niet willen.

De oplossingen kunnen verder worden gezocht in strengere anti-mededingingsregels, het verder scheiden der machten en het elimineren van het lobbycircuit, zoals ook toegelicht in mijn eerdere column over Shell. Ook kunnen oplossingen voor de klimaatproblemen lopen via het prijsmechanisme, bijvoorbeeld door via accijnzen vervuilende producten duurder te maken en schone producten goedkoper, eventueel aangevuld met het bedrijven meer te laten betalen voor bodemontginningen en het afschaffen van (fossiele) subsidies.
 

Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels