Han Dieperink: Chinese opening

Han Dieperink: Chinese opening

Grondstoffen Vastgoed China
Han Dieperink

Door Han Dieperink, geschreven op persoonlijke titel

Hoewel het Chinese zero covid-beleid veel langer heeft voortgeduurd dan verwacht, is er toch nog in relatief korte tijd een eind aan gekomen. Demonstreren werkt, ook in China.

Bijna drie jaar lang heeft het zero covid-beleid de Chinese economische groei gedrukt. En dat terwijl de Chinese economie ook nog onder druk stond vanwege het beleid van de drie rode lijnen (activa/passiva ratio groter dan 70%, netto schuld/eigen vermogen ratio minder dan 100% en de verhouding tussen kas en kortlopende verplichtingen kleiner dan 1) die de overheid getrokken had voor de Chinese projectontwikkelaars. Dit beleid leidde uiteindelijk tot het omvallen van Evergrande, met als gevolg dat de Chinese huizenmarkt effectief op slot ging.

Stabilisatie van de vastgoedmarkt

Inmiddels zijn er maatregelen getroffen om de vastgoedmarkt te stabiliseren. Gecombineerd met de opheffing van het zero covid-beleid zal deze ontwikkeling volgend jaar naar verwachting een positieve invloed hebben op de Chinese economie. Doordat Evergrande niet is gered, is er nu sprake van moral hazard op de Chinese kredietmarkten. Dat doet pijn op de korte termijn, maar is gezond voor de vastgoedmarkt op lange termijn.

Jarenlang moest de Chinese vastgoedmarkt wel hard groeien vanwege de vele miljoenen mensen die verhuisden van het platteland naar de stad. De urbanisatiegraad van China is daardoor gestegen en de trek naar de stad zal nog wel even doorgaan, maar niet zulke grote aantallen als voorheen. Inmiddels is iets meer dan 60% van de Chinese bevolking geürbaniseerd. Ter vergelijking, in Europa en de Verenigde Staten ligt dat duidelijk boven de 80%. Overigens zet de urbanisatietrend zich ook daar nog voort.

Schadelijke gevolgen van het zero covid-beleid

Het feit dat Chinese burgers weer kunnen gaan en staan waar ze willen, zal na bijna drie jaar zero covid-beleid aanvoelen als een verademing. Hier vinden we een lockdown van drie maanden al lang, maar honderden miljoenen Chinezen rolden afgelopen jaren van de ene lockdown in de andere. Het zero covid-beleid maakte reizen binnen en buiten China ook nauwelijks mogelijk. De verkoop van auto’s bleef daardoor fors achter en er werd tot wel 2 tot 3 miljoen vaten minder olie per dag verbruikt.

Die extra vraag naar olie komt juist op een moment dat het aanbod van olie uit de strategische oliereserve met 0,8 miljoen vaten per dag gaat afnemen. Nu kregen de Chinese burgers van de overheid geen vergoeding voor het inkomensverlies tijdens de lockdowns, maar desondanks hebben ze veel kunnen sparen.

Risico’s van de heropening

Wel zullen door het opengaan van de economie meer mensen besmet raken met het coronavirus. Gelukkig hebben virussen altijd de neiging om na verloop van tijd besmettelijker en tegelijkertijd milder te worden. Om te kunnen overleven als virus is het namelijk niet handig dat een zieke zich opsluit en snel komt te overlijden. Door deze natuurlijke selectie worden vrijwel alle virussen uiteindelijk milder en besmettelijker.

Zo’n besmetting wordt dan net zoiets als het griepvirus. Mensen met een zwakke gezondheid en op leeftijd kunnen er wel degelijk aan overlijden, maar in veel met China vergelijkbare landen heeft dit niet tot grote problemen geleid. Bovendien wonen veel van de Chinese ouderen nog op het platteland en heeft de overheid daar meer invloed op wat er naar buiten wordt gerapporteerd.

Wel kunnen zieke Chinezen zorgen voor nieuwe verstoringen in de productieketens en zelfs voor een tekort aan personeel, iets wat ook hier duidelijk zichtbaar werd tijdens de coronacrisis.

Toenemende vraag naar grondstoffen

De combinatie van het einde van het zero covid-beleid en de versoepeling op de huizenmarkt is ook goed voor de grondstoffenmarkten. De vraag naar olie kan daardoor met 2 tot 3 miljoen vaten per dag toenemen. Ook gaan er veel grondstoffen in huizen die concurreren nu direct met de vraag naar metalen in het kader van de energietransitie. Verder was er in China in de zomer van 2021 al sprake van een energiecrisis. Het resultaat was dat het minen van bitcoin in China verboden werd en dat hoogovens en scheepswerven dicht gingen.

Sindsdien zet de Chinese overheid weer meer in op steenkool. Voor China is het vooral een energietransitie van olie en gas naar steenkool. Het land heeft daardoor toegang tot veruit de goedkoopste energie, ook omdat de importen vanuit Rusland fors stijgen omdat ze die grondstoffen niet in dollars maar in renminbi kunnen betalen. China is waarschijnlijk ook het land dat het meest profiteert van het opblazen van Nordstream 1.

Hechtere banden met Rusland en Saudi-Arabië

Rusland produceert wat China nodig heeft en omgekeerd. Toch vertrouwt China voor meer dan 80% op energie uit andere delen van de wereld. Energie die tot voor kort in dollars moest worden betaald.

Afgelopen week zat Xi Jinping enkele dagen in Saudi-Arabië, waarmee er een eind lijkt te komen aan de 80 jaar durende strategische alliantie tussen de Saudi’s en de Verenigde Staten. Nu zitten de Saudi’s op veel zaken op één lijn met China en niet meer met de VS. China is dan ook de grootste koper in de wereld van olie en beide landen hanteren als principe dat ze zich niet bemoeien met elkaars binnenlands beleid.

Er zijn verschillende overeenkomsten getekend, waaronder een Huawei cloud-computing faciliteit in de regio, een fabriek voor elektrische voertuigen en de levering van batterijen voor smart-cities die de Saudi’s willen bouwen. China krijgt een grotere rol in het Midden-Oosten.

Door het opengaan van China kan de renminbi volgend jaar aan kracht winnen. Bij een sterke economie hoort immers een sterke munt en de renminbi is samen met de Japanse yen sterk ondergewaardeerd, terwijl de Amerikaans dollar sterk overgewaardeerd is. Bovendien is inflatie dankzij het zero covid-beleid (wat feitelijk heeft gewerkt als één lange recessie) onder controle.