Harry Geels: De financiële wereld is een politieke arena geworden

Harry Geels: De financiële wereld is een politieke arena geworden

ESG
Harry Geels

Door Harry Geels

Banken sluiten langzaamaan de financieringskraan voor de defensiesector, fondsbeheerders durven beleggingen in wapens en nucleaire industrie niet meer aan te bieden en centrale banken voeren tegenwoordig klimaat- en inkomensbeleid. De financiële wereld wordt politiek en dat werkt – de politiek eigen – verwarrend en polariserend. Het wordt tijd voor een nieuwe financiële filosofie.

Wie snel wil inzien hoezeer de wereld aan het veranderen is, moet de film Wall Street uit 1987 weer eens gaan kijken. Deze film geeft een prachtig tijdsbeeld van de jaren tachtig en de twee decennia daarna. De wereld was eenvoudig: het draaide alleen om winst en in het kielzog daarvan ‘creative destruction’. Michael Douglas zal vanwege deze film, waarin hij een van zijn beste rollen ooit speelde, altijd verbonden blijven aan de quote ‘Greed is good’.

Toen ik laatst de film nog een keer zag, overviel me een gevoel van weemoed. Niet omdat ik het principe van ‘greed is good’ onderschrijf, maar vanwege herinneringen aan mijn studententijd, waarin we werden opgevoed met de maximalisatie van ‘shareholders value’ en waarin Michael Milken die met high yield-obligaties ‘LBOs deed’, je mag het eigenlijk niet meer zeggen, een cultheld was.

Dat de politiek steeds meer verweven raakt met de financiële wereld, is te zien bij grofweg vijf actuele ontwikkelingen.

1) Banken financieren met een politieke agenda

Voor een toenemend aantal sectoren is het lastig een bankrekening te openen. Dit geldt vooral voor sectoren waar veel zwart geld groot in omgaat, zoals antiek, massagesalons en kerken. Ook stichtingen en verenigingen zijn bij voorbaat verdacht. Financiering krijgen is voor diverse mensen en bedrijven tegenwoordig lastig. Er is veel politiek. De ene bank profileert zich hier overigens sterker dan de andere.

Bedrijven die in crypto’s handelen, krijgen bijvoorbeeld bij de Rabobank geen bankrekening meer. Cryptohandel wordt nog weleens gelijk gesteld aan zwart geld en daar wil Rabobank zich niet mee vereenzelvigen. De EU heeft recent de defensie-industrie als ‘sociaal schadelijk’ betiteld. Volgens de Financial Times zouden banken daarom voorzichtiger zijn met de financiering aan defensiebedrijven, waarmee Europa volgens de Britse zakenkrant ‘haar eigen veiligheid in gevaar zou brengen’.

2) Vermogens- en fondsbeheerders sluiten uit

Ook steeds meer vermogensbeheerders willen deugdzaam of duurzaam, een term die bij beleggen de voorkeur heeft, overkomen. Uit de beleggingsproposities worden de ‘usual suspects’, zoals tabak en de wapenindustrie, verbannen. Ook worden regelmatig ‘onethische’ activiteiten, zoals drank, gokken en ‘adult entertainment’, uitgesloten. Het is daarbij een interessant vraagstuk of deze ethische beheerders het principe van ‘walk the talk’ nakomen, dus dat hun eigen medewerkers zich dan ook van dergelijke activiteiten onthouden, maar dat terzijde.

Toen laatst een relatie van mij in kernenergie wilde beleggen – ‘omdat dit weleens nodig is om de C02-emissiedoelstellingen te kunnen halen’ – bleken er alleen maar beleggingsproducten met een Amerikaanse registratie te bestaan. Navraag bij de betreffende fondsbeheerders, om het gebrek aan beschikbaarheid hier te achterhalen, leverde het volgende korte antwoord op: ‘Deze bedrijven liggen in Europa politiek gevoelig.’ Het uranium kan bijvoorbeeld ook in kernbommen terecht komen.

3) Pensioenfondsen beleggen met politiek-maatschappelijke gevoeligheid

Beleggingsportefeuilles van pensioenfondsen liggen steeds meer onder een maatschappelijk vergrootglas. Dat is nu eenmaal het nadeel van meer transparantie. Ook pensioenfondsen doen aan de bekende bovengenoemde uitsluitingen. Sommige gaan nog verder dan dat. Toen ABP bijvoorbeeld niet meer in Shell wilde beleggen, omdat het bedrijf zich niet zou conformeren aan de klimaatdoelstellingen, ontstond er op social media een gepolariseerd debat, terwijl er eigenlijk eerder sprake is van vijftig tinten grijs.

4) Grote bedrijven worden als pion in geopolitieke steekspellen ingezet

Het gebeurt steeds vaker dat bedrijven onderdeel worden van een geopolitiek spel. ASML mag van de VS niet zijn nieuwste chipmachines naar China exporteren. De VS en Europa strijden met China over de dominantie van Huawei in de 5G-techniek. Er wordt ook wel gesproken van staatskapitalisme. Landen die dit de laatste jaren voortvarend hebben opgepakt, zoals China en Singapore, hebben hier een snelle economische groei aan te danken.

Professor Rob de Wijk, expert internationale betrekkingen en veiligheidszaken, voorziet dat de VS en Europa steeds meer staatskapitalisme gaan inzetten, bijvoorbeeld om te voorkomen dat de macht van China groter wordt.

Bekijk hier de presentatie van Rob de Wijk over de economische impact van geopolitieke trends tijdens Financial Investigators seminar over 'Supertrends en Disruptieve Innovatie in Vermogensbeheer'

Vroeger waren defensiebedrijven ook weleens onderdeel van politieke discussies, maar staatskapitalisme neemt de laatste jaren een grotere vlucht. Het gaat nu vooral om de macht van technologie en data en in kielzog daarvan ook van systeembanken en fintech

5) Centrale banken zijn politiek verlengstuk geworden

Centrale banken spelen een steeds belangrijkere rol. Zoals ook toegelicht in deze column zijn ze een financieringsloket voor overheden geworden. Verder hebben ze via het inflatiebeleid invloed op de koopkracht van mensen, proberen ze valuta te sturen, sturen ze op maximale werkgelegenheid, bemoeien ze zich met het klimaat en beïnvloeden ze de vermogensongelijkheid door bij iedere crisis de financiële markten te ondersteunen. Benoemingen van centrale bankiers zijn tenslotte steeds meer een politiek steekspel geworden.

Schimmige banden tussen politiek en bedrijfsleven

De vermenging tussen politiek en bedrijfsleven is overigens niet nieuw. Politici hebben vaak na of zelfs tijdens hun politieke carrière (bij)banen bij commerciële bedrijven. Grote bedrijven proberen ook in de gunst te komen van de politiek door het ‘uitdelen’ van baantjes en het geven van giften. De regels over belangenverstrengelingen blinken nergens uit in duidelijkheid. Hier komen nu dus trends als toenemend staatskapitalisme en de grotere politieke rol van de centrale banken bij.

Hoe nu verder?

Het samensmelten van de politiek en de financiële wereld is een reactie op de uitwassen van het neoliberalisme. Maar slaat de pendel nu niet te ver door naar de andere kant? Politieke inmenging werkt verwarrend en polariserend, vooral als mensen of bedrijven worden uitgesloten van de financiering van banken en beleggers. Bovendien ontstaat er een democratisch tekort, omdat burgers geen rechtstreekse invloed hebben, bijvoorbeeld op het beleid van (centrale) banken.

Een oplossing vinden is niet gemakkelijk. Bewustwording van wat er gebeurt, is de eerste belangrijke stap. Verder is uitsluiting niet de oplossing, tenzij de wet wordt overtreden. Daarnaast moeten we zoveel mogelijk streven naar een scheiding tussen politiek, bedrijfsleven en financiële instituten. Tot slot moeten ze alle drie op zoek naar een eigen intellectuele onafhankelijkheid, met eigen normen, waarden en deugden.

Wellicht kunnen centrale bankiers een voorbeeld nemen aan Hans Tietmeyer, die tussen 1993 en 1999 de Bundesbank leidde. Hij had een eigen, duidelijke monetaire filosofie. Hij eiste bijvoorbeeld van medewerkers niet alleen technische deskundigheid, maar ook onbetwiste integriteit, intellectuele onafhankelijkheid en deugdzaamheid. Ieder bedrijf en iedere politieke partij zou eigenlijk voor zichzelf een moreel manifest moeten opstellen. Deugdzaamheid is dus goed, maar dan wel op basis van een eigen intrinsieke motivatie.

Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels