Harry Geels: Complotdenkers versus pluimstrijkers

Harry Geels: Complotdenkers versus pluimstrijkers

Monetary policy
Harry Geels

Door Harry Geels

Op social media worden vaak heftige debatten gevoerd, bijvoorbeeld over het klimaat, vaccineren of het monetaire beleid. Er is dan bijna altijd sprake van polarisatie. De pluimstrijkers van het establishment zetten hun tegenstanders vaak weg als complotdenkers en vice versa. Er zijn drie redenen om hier nú mee te stoppen.

Mensen houden er van hun mening te geven. Het is een uiting van je identiteit, net als het dragen van bepaalde kleren, het beoefenen van sporten of ambiëren van een bepaalde baan. Voorheen verkondigden we onze mening vooral in de kroeg of op feestjes (en natuurlijk in het voetbalstadion), maar tegenwoordig spinnen vooral social media garen bij onze ‘opiniedrang’.

Het is goed ons te realiseren dat we bij het uiten van een opinie ten prooi kunnen vallen aan twee cognitieve ‘biases’, te weten de ‘Deformation Professionelle’ en het ‘Dunning-Kruger effect’. Het kennisnemen hiervan leidt er wellicht toe dat men minder snel tot extreme meningen komt, bijvoorbeeld over actuele thema’s als het klimaat, vaccineren of het monetaire beleid (van negatieve rentes).

Deformation Professionelle

Deformation professionelle is, behalve een Franse term, ook een vorm van cognitieve dissonantie. Het weerhoudt ons ervan de wereld te zien zoals de meeste mensen die zien. Het is de neiging om de wereld te bekijken door de ogen van ons eigen beroep. We zien de dingen zoals een ontwerper ze zou zien. Dit is niet altijd een slechte zaak, maar het kan ook zeer beperkend zijn.

Mensen met deze bias zijn overgespecialiseerd en deze expertise slaat regelmatig op hol. Maar niet alles in het leven heeft een ‘ontwerptheorie’ nodig en niet zelden zijn er tijden dat zo’n theorie in het licht van de ‘feiten’ ronduit verkeerd is. Soms is het beter een probleem intuïtief, of vanuit een ander perspectief, bijvoorbeeld vanuit het perspectief van een alternatieve beroepsgroep, te benaderen.

Dunning-Kruger effect

Het Dunning-Kruger effect doet zich voor aan de andere kant van de expertiseschaal. We lijden aan een illusie van deskundigheid, terwijl we in werkelijkheid niet zo veel weten. Als mensen aan deze bias lijden, hebben ze de neiging hun bekwaamheid in dingen waar ze eigenlijk niet erg goed in zijn, enorm te overschatten. Uit onderzoek blijkt: hoe lager het expertiseniveau, hoe groter deze bias.

De ergste vorm van dit effect (lees mate van overschatting) – ook wel de ‘Peak of Mount Stupid’ genoemd (zie figuur) – ontstaat als mensen een beetje kennis van zaken hebben. Als ze er daarna door schade en schande achter zijn gekomen deze ze eigenlijk veel te weinig weten of expertise hebben, vallen ze vaak terug in de ‘Valley of Despair’, waarna eventueel de weg omhoog weer kan worden gevonden.

Figuur: Dunning-Kruger Effect

Dunning-Kruger effect-figuur bij column Harry Geels-23082021

Bron: https://commons.wikimedia.org

Niet overal een mening over

Ik onthoud me zelf publiekelijk van een mening over vaccineren en het klimaat. Niet omdat ik hier geen mening over heb, maar omdat ik het niet bij mijn vak als beleggingsadviseur en financieel econoom vind passen om me hiermee te profileren. Bovendien wil ik hier niet publiekelijk de kans lopen op Mount Stupid te zitten.

Wat betreft de financiële wereld hoop ik op de ‘Slope van Enlightenment’ te zitten, en wellicht bij bepaalde deelonderdelen, zoals bijvoorbeeld het monetaire beleid, mogelijk zelfs dichtbij het Plateau van Sustainability te komen, me realiserend dat er altijd zaken zijn die ik nog niet weet. Zoals Adam Grant in zijn ‘must-read’ Think Again schrijft: ‘There is power in knowing what you don’t know.’

Complotdenkers

Opinies over bijvoorbeeld het monetair beleid zijn precair. Je geeft een mening over een belangrijk instituut: de centrale bank. Kritiek, zoals bijvoorbeeld hier en hier verwoord, kan worden opgevat als anti-establishment, of zelfs als complotdenken.

De term complotdenker is storend, vooral als een scherpslijper onderzoek doet en tijd besteedt aan meningsvorming. Nu is er ook een tegenhanger van de complotdenker, te weten de pluimstrijker, de sycophant, de vleier, of de heuler met het establishment. Deze benamingen zijn net zomin een aanbeveling als de benaming ‘complotdenker’. Maar er zijn drie belangrijkere redenen om niet in dit soort uiterste hokjes te denken.

Reden 1: Polarisatie, ofwel de ‘binary bias’, helpt niet

Steeds meer onderzoek toont aan dat je opstellen als een dominee, aanklager, of politicus van je eigen gelijk, vooral als de mening met veel vermeende feiten wordt onderbouwd, juist een tegengesteld effect heeft op de ander met wie je een debat of discussie voert. We spreken in dit kader ook wel van de ‘binary bias’: de menselijke neiging om duidelijkheid te zoeken door een complex continuüm in twee categorieën, zeg maar zwart en wit, te simplificeren.

Juist door deze polarisatie kruipen de tegenstanders in hun eigen bubbel, ook nog eens geholpen door de algoritmes van social media. Mensen als complotdenkers wegzetten werkt dan zelfs aantoonbaar averechts, als de bekende rode vlag op een stier.

Het is beter in een debat vragen te stellen, bijvoorbeeld over de bronnen die de ander gebruikt om zijn kennis op te doen. Een andere beproefde techniek is een waaier van mogelijke (ook minder extreme) meningen te presenteren. Of zoals Grant schrijft: ‘een dosis complexiteit toebrengen aan de discussie kan de overmoedigheid van de ander breken en een nieuwe ‘rethinking cyclus’ in gang zetten.’

Reden 2: Monetair beleid is geen harde wetenschap

Economie is vooral een normatieve wetenschap. Er wordt weliswaar veel empirisch onderzoek gedaan, maar ‘feiten’ gelden, met de nodige betrouwbaarheidsintervallen, alleen voor de onderzochte data. Er is niet één waarheid. Modellen zijn zo subjectief als de aannames erachter. Iemand die beweert dat de andere een monetaire complottheorie aanhangt, begeeft zich dus op spiegelglad ijs.

Het is beter argumenten uit te wisselen om zo dicht mogelijk bij de waarheid, of de beste oplossing van het moment te komen. Meer is niet mogelijk. De complottheorie is in deze net zo’n drogreden als het valse beroep op autoriteit, waar de pluimstrijker of ‘sycophantic journalist’ zich graag van bedient.

Reden 3: Challenge networks leiden juist tot scherpere inzichten

Iemand die kritisch is op het systeem wegzetten als een complotdenker, is nog om een derde reden ‘niet bevorderend voor de sfeer’. Hij snijdt zo de weg naar discussie en verbetering af. De Indiase minister-president Narendra Modi zei ooit: ‘De kracht van een democratie ligt in de kritiek. Geen kritiek, geen democratie. Als je wilt groeien, moet je kritiek uitnodigen. Ik wil groeien, dus nodig altijd kritiek uit.’

Of zoals de Amerikaanse basketballer LeBron James zei: ‘Ik houd van kritiek, het maakt me sterker.’ Grant raadt iedereen een ‘challenge network’ aan, ofwel ‘mensen om ons heen die ons wijzen op onze blinde vlekken en onze zwaktes, ons aanzetten steeds opnieuw na te denken en bescheiden te blijven over onze eigen capaciteiten en ons aanmoedigen nieuwsgierig te blijven naar nieuwe inzichten.’ Zelfs de mening van een vermeende complotdenker zou ons tot nadenken moeten stemmen.

Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels