ESG Support: Wat betekent SFDR 2.0 voor institutionele beleggers?

ESG Support: Wat betekent SFDR 2.0 voor institutionele beleggers?

Europe Rules and Legislation ESG

De herziene Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR 2.0) van de Europese Commissie stelt een ingrijpende verandering van de SFDR voor. De bestaande Artikel 8- en Artikel 9-labels maken plaats voor drie nieuwe productcategorieën, gebaseerd op strikte minimumeisen voor duurzame beleggingen. In dit artikel worden de belangrijkste veranderingen, de nieuwe productcategorieën en wat beleggers nu al kunnen doen besproken.

Door Bas Knol, ESG Support

De oorspronkelijke productclassificatie van SFDR, Artikel 8 en 9, waren niet bedoeld als duurzaamheidslabels, maar functioneerden in de praktijk wel als zodanig met Artikel 8=lichtgroen en Artikel 9=donkergroen. Dit leidde tot uiteenlopende interpretaties en een sterke afhankelijkheid van ‘Principal Adverse Impact’ (PAI)-indicatoren voor schadelijke effecten van beleggingen. Doel van SFDR 2.0 is te voorzien in duidelijkere productcategorieën, vereenvoudigde waarborgen op basis van uitsluitingen, consistente naamgeving en expliciete erkenning van impactbeleggen.

Mede op basis van de uitkomsten van 2 consultaties onder toezichthouders, ‘Financial Market Participants’ (FMPs), koepelorganisaties en andere betrokkenen heeft de Europese Commissie dit voorstel gepubliceerd.

Belangrijkste veranderingen

  • Eenvoudiger rapportages door het verwijderen van rapportageverplichtingen (PAIs) op entiteitsniveau en het verminderen van rapportageverplichtingen op productniveau.
  • De huidige Artikel 6, 8 en 9 categorieën worden vervangen door productcategorieën op basis van duidelijke criteria met strikte minimumeisen waaronder een nieuwe Transitiecategorie, een ESG-basis/integratie categorie en een Duurzame categorie.
  • Er komen nieuwe regels voor impactbeleggingen, ‘Do No Significant Harm’ (DNSH) vereisten en uitsluitingen.

Nieuwe SFDR-productcategorieën

Artikel 6a — Niet-ESG producten

  • Producten die niet onder Artikel 7, 8, 9 of 9a vallen.
  • Mogen geen ESG-termen in productnamen gebruiken.
  • Alle duurzaamheidsverklaringen moeten minimaal en secundair zijn (10% van de strategiebeschrijving).
  • Bedoeld om een ​​‘ESG-lite’ claims te voorkomen.

Artikel 7 — Transitie

  • Voor producten die bedrijven/projecten ondersteunen die een geloofwaardig transitiepad volgen.
  • 70% van de portefeuille moet de transitiedoelstelling ondersteunen.
  • Beperkte ‘Parijs Aligned Benchmarks’ (PAB) uitsluitingen.
  • PAI-informatie op productniveau is vereist.
  • Het woord 'impact' mag worden gebruikt als aan criteria wordt voldaan.

Artikel 8 — ESG-basis (ESG-integratie)

  • Integreert ESG dat verder gaat dan risicomanagement, maar zonder transitie- of duurzaamheidsdoelstellingen.
  • Minimaal 70% van de beleggingen in lijn met de vastgestelde integratiestrategie vereist.
  • Beperkte PAB-uitsluitingen.
  • Geen PAI-vereisten op productniveau.
  • Veel beperkter dan het huidige Artikel 8.

Artikel 9 — Duurzaam

  • Deze categorie heeft de hoogste duurzame ambities.
  • Voor producten die beleggen in reeds duurzame activa of een duurzaamheidsdoelstelling nastreven.
  • Vereist minimaal 70% beleggingen met een meetbare duurzaamheidsdoelstelling.
  • EU-taxonomie ≥ 15% telt als voldoen aan de 70%-test.
  • Volledige PAB-uitsluitingen, inclusief strikte limieten voor fossiele brandstoffen.
  • Er komen PAI- en extra rapportagevereisten voor impactfondsen (Level 2).
  • Vanwege striktere criteria zullen minder fondsen zich classificeren als artikel 9 dan nu het geval is.

Artikel 9a — Gemengd (combinatie van Artikel 7, 8 en/of 9)

  • Aanvullende regels voor producten die Artikel 7, 8 en/of 9-benaderingen combineren over verschillende beleggingscategorieën.
  • Moet nog steeds voldoen aan de 70%-drempel op basis van de criteria van Artikel 9.
  • Geen nieuw label, maar eerder een structurele optie voor multi-assetstrategieën.

Impact

  • Een financieel product met impact wordt gedefinieerd als een product dat tot doel heeft een vooraf gedefinieerde, positieve en meetbare milieu- of sociale impact te genereren.
  • Het is van toepassing op transitieproducten (Artikel 7) en duurzame (Artikel 9) producten en niet op ESG-basis/integratie (Artikel 8).
  • Nadere verduidelijking van impactbeleggingen volgt in Level 2 van de SFDR.

Wat kunnen beleggers nu al doen?

Het voorstel van de Commissie wordt aan het Parlement en de Raad voorgelegd en rapportagevereisten en rapportagetemplates worden verder (Level 2) uitgewerkt. Naar verwachting is de definitieve tekst over 18-24 maanden gereed. Houd daarom tussentijdse publicaties in de gaten.

Fondsen die vóór medio 2028 zijn gelanceerd, moeten voldoen aan de huidige SFDR en rekening houden met toekomstige SFDR 2.0 vereisten. ‘Grandfathering’ waarbij oude regelgeving van toepassing blijft op bestaande situaties, terwijl een nieuwe regel geldt voor alle toekomstige gevallen, is niet toegestaan.

Dit betekent dat fondsnamen moeten worden gekozen die ook onder SFDR 2.0 passen, dat blootstelling aan toekomstige uitsluitingen moet worden vermeden en dat transitie-, integratie- of duurzaamheidsbenaderingen moeten worden ontwikkeld die geschikt zijn om naar de nieuwe categorieën te migreren. Concreet moeten fondsbeheerders bepalen of een product daadwerkelijk voldoet aan de criteria voor desbetreffende categorie, waaronder de drempel van 70%, verplichte uitsluitingen, op indicatoren gebaseerde meetvereisten en indien van toepassing transitiepaden.

Aanbevolen wordt flexibiliteit in de fondsdocumentatie in te bouwen om aanpassingen mogelijk te maken zodra Level 2-specificaties beschikbaar zijn.