Van Lanschot Kempen: Asset allocatie april 2024

Van Lanschot Kempen: Asset allocatie april 2024

Asset Allocation
Asset allocatie (02)

In maart steeg de wereldwijde aandelenindex van MSCI voor de vijfde maand op rij. De stijging was wel wat gematigder dan in februari. Een positief scenario, waarbij vooral de Amerikaanse economie weinig last heeft van de renteverhogingen door de Fed, is meer en meer in aandelenprijzen verdisconteerd.

Aandelen van geïndustrialiseerde landen deden het beter dan die van opkomende markten en binnen de geïndustrialiseerde landen noteerde Europa een sterkere stijging dan de VS. De aandelenrally werd wel breder gedragen. Waarde-aandelen deden het beter dan groeiaandelen en small caps beter dan large caps. Marktrentes daalden iets meer in Europa dan in de VS en iets meer aan de lange dan aan de korte kant van de rentecurve. Maar de bewegingen waren beperkt. Ondanks al krappe risico-opslagen op bedrijfsobligaties, daalden die opslagen toch weer wat in maart.

Het beleggingssentiment is dus nog steeds positief voor risicovolle beleggingscategorieën. In onze aandelenallocatie hebben we winst genomen op onze overweging in Japan. Fundamenteel zijn de tekenen in Japan nog wel positief, maar met de snelle stijging van de aandelenindex denken we dat dit grotendeels door de markt is verdisconteerd. We gaan hiermee naar een neutrale weging van de verschillende aandelenregio’s.

Amerikaanse economie toont wederom kracht

De Federal Reserve Bank van Atlanta houdt een indicator bij die een indicatie geeft van de actuele groei. Deze zogenaamde nowcast indicator zakte begin maart naar een niveau dat duidde op 2% geannualiseerde groei in het eerste kwartaal van 2024. Na een groei van 4,9% in het derde kwartaal van vorig jaar en 3,4% in het laatste kwartaal toch een behoorlijke vertraging. Maar na publicatie van de consumptiecijfers over februari en vooral de ISM-index voor de industrie, wijst de nowcast alweer op 2,8% groei in het eerste kwartaal. Dat wijst meer op een ‘geen landing’ scenario dan op een ‘zachte landing’ scenario. Kortom, de Amerikaanse economie blijft sterkte tonen.

Overigens wel wat minder vanuit de consumptie. De consumptiecijfers vielen in februari mee nadat de detailhandelsverkopen (die lang niet alle consumptieve bestedingen meenemen) wat waren tegengevallen. Toch staan de consumptieve bestedingen tot nu toe 1,8% geannualiseerd in de plus in het eerste kwartaal, wat duidelijk lager is dan de 3% in de voorgaande twee kwartalen. Deze cijfers zijn tot en met februari, dus er is nog een maand te gaan om het eerste kwartaal vol te maken, maar daar moet dan wel een hele forse stijging in de consumptie uitkomen voor de maand maart om weer richting die 3% te bewegen.

Dat de consument in de VS het iets rustiger aan doet, heeft te maken met de arbeidsmarkt en de inkomensontwikkeling. Bedrijven tonen minder bereidheid nieuw personeel aan te nemen en er worden meer ontslagen aangekondigd. Samen met een inflatie, die minder snel daalt, zet dat de koopkracht onder druk. Per saldo daalde het reële beschikbare inkomen in januari en februari licht. Dat de consument het wat moeilijker krijgt, blijkt ook uit oplopende wanbetalingen op creditcards en autoleningen. Om de consumptie in februari op peil te houden, moest de consument ook weer de spaarpot openbreken.