PGIM Fixed Income: VW en Stellantis best gepositioneerd voor EV-revolutie

PGIM Fixed Income: VW en Stellantis best gepositioneerd voor EV-revolutie

Energy Transition
Duurzaam (17) Elektrische auto.png

De Volkswagen Group en Stellantis zijn van de traditionele autofabrikanten het best gepositioneerd om de transitie naar elektrische auto’s te maken, schrijft vermogensbeheerder PGIM Fixed Income.

De Europese Commissie heeft afgelopen maand een nieuw, ambitieus voorstel gedaan, bekend als het ‘Fit for 55’ pakket. Dit betekent dat de uitstoot van nieuw ingeschreven auto’s in 2030 met 55% moet zijn teruggebracht (doel was eerder nog een vermindering van 37,5%).

Per 2035 moet een reductie van 100% zijn gerealiseerd, wat feitelijk een verbod op alle benzine- en dieselauto’s betekent. Als gevolg hiervan zal volgens senior beleggingsanalist Megi Leka het marktaandeel van volledig elektrische auto’s groeien van de huidige 10% naar zo’n 50% in 2030 en 100% vijf jaar later.

Nieuwe investeringen in (plug-in) hybrides hebben volgens haar nu al niet veel zin meer. Vooral Duitse premium merken en de Japanse volumemerken leunen hier nog relatief sterk op.

Beter gepositioneerd voor de ‘sea change’ zijn de merken met een strategie die puur gericht is op volledig elektrische auto’s. Leka: “Volkswagen Group en Stellantis zullen waarschijnlijk vooroplopen in deze decennialange transformatie, dankzij hun ambitieuze interne productdoelstellingen voor elektrische auto’s en hun relatief goed gekapitaliseerde balansen.’

Zo wil de VW Group dat ten minste 70% van zijn verkochte auto’s in 2030 volledig elektrisch zijn. En het Frans-Italiaans-Amerikaanse Stellantis wil dat haar volumemerken Fiat en Opel in 2030 zelfs 100% elektrisch zijn.

Voor beleggers brengt het meest recente EU-voorstel aanzienlijke risico's en kansen met zich mee. Leka: “De risicopremies voor obligaties van autofabrikanten zijn in het kielzog van het economisch herstel bijna overal gedaald tot historische lage niveaus. Maar wij verwachten dat de spreads in de toekomst verder uiteen gaan lopen doordat het aanpassingsvermogen en de balansposities nader onder de loep genomen zullen worden.”