Janus Henderson: Obligaties profiteren van lager renteklimaat

Janus Henderson: Obligaties profiteren van lager renteklimaat

Obligaties Vooruitzichten

Janus Henderson schetst voor 2026 een obligatiejaar met een positief fundament, maar ook met duidelijke valkuilen. Eind 2025 zorgden het tijdelijk wegvallen van officiële Amerikaanse macrodata, enkele opvallende faillissementen en een golf van AI-gerelateerde schulduitgifte voor nervositeit. Dat leidde tot speculatie over het einde van de kredietcyclus.

Janus Henderson waarschuwt echter om bedrijfsspecifieke problemen en veranderende vraag-aanbodverhoudingen niet te verwarren met een systeemomslag. De kernboodschap van Janus Henderson: de economische context oogt breed ondersteunend voor vastrentende waarden in 2026, maar beleggers moeten meer dan anders inzetten op veerkracht en selectiviteit.

De VS blijft de toon zetten

Als 2025 al sterk door de VS werd gedomineerd, dan verandert dat volgens deze outlook nauwelijks in 2026. De Verenigde Staten vieren 250 jaar onafhankelijkheid, en dat zal zowel politiek als economisch veel aandacht trekken. De groei kan steun krijgen van belastingverlagingen uit de One Big Beautiful Bill Act, deregulering die investeringen en M&A kan aanjagen, en een Fed die waarschijnlijk verder zal verlagen.

Tegelijk zijn er bronnen van volatiliteit. Een eerdere government shutdown kan de economische data vertekenen - vooral rond de arbeidsmarkt - wat kortetermijnonrust kan veroorzaken. Ook lijkt de piek in tariefonzekerheid achter de rug, tenzij het Hooggerechtshof ingrijpt, maar de tweede-ronde-effecten op inflatie moeten volgens Janus Henderson nauwlettend worden gevolgd.

Centrale banken: steunend, maar geloofwaardigheid telt

Renteverlagingen in de VS zijn in principe gunstig voor obligaties. Maar de markt gaat in 2026 mogelijk sterker kijken naar het “waarom” dan naar het “wat”. Jerome Powell’s termijn als Fed-voorzitter loopt af in 2026 en de volgende benoeming kan politiek gevoeliger liggen. De voorkeur van het Witte Huis voor een kandidaat die Trump welgevallig is, zou kunnen duiden op een ruimere beleidsinsteek.

Beleggers zullen daarom kritisch interpreteren of verlagingen voortkomen uit verzwakkende groei/werkgelegenheid of juist procyclisch zijn terwijl groei en inflatie stevig blijven. De verwachting is dat vooral het korte eind van de curve daalt, terwijl het lange eind minder voorspelbaar is. Dit verklaart de voorkeur voor kortlopend papier, met duration tactisch ingezet door het jaar heen.

Buiten de VS: gemengd, met Japan als uitzondering

Ook elders blijft inflatie relatief beheerst, wat over het algemeen ruimte laat voor beleid dat niet negatief is voor obligaties. De Bank of England en de ECB worden genoemd als centrale banken waar verdere verlagingen of in ieder geval een ondersteunende koers plausibel is. In opkomende markten lijkt Brazilië kansrijk voor renteverlagingen.

De Bank of Japan vormt de opvallende outlier: daar ligt verdere normalisatie met renteverhogingen voor de hand, wat het Japanse renteklimaat onderscheidt van andere ontwikkelde markten.

AI-schuld: te veel van het goede?

Een belangrijk nieuw thema is de verwachte toename van AI-gerelateerde financiering. In 2025 waren vraag en aanbod in bedrijfsobligaties nog gunstig: beleggers zochten rendement en credit bood een aantrekkelijke yield-uplift. In 2026 moet de markt echter mogelijk grote volumes absorberen, vooral rond datacenters en AI-infrastructuur.

Opvallend is dat zelfs hyperscalers, lang het paradepaardje van zelfgefinancierde groei, laat in 2025 vaker naar de obligatiemarkt stapten. Als de wereldwijde AI-infrastructuurcapex richting 2030 inderdaad oploopt tot meerdere biljoenen dollars, kan dit de kasstromen van techbedrijven overstijgen en schuldgroei noodzakelijk maken.

Janus Henderson stelt dat mogelijke verspilling waarschijnlijk sterker zichtbaar wordt in aandelenvolatiliteit dan in investment grade obligaties, omdat veel hyperscalers starten vanuit lage nettoschuld en sterke bestaande cashflows.

Tegelijk kan deze AI-capex kansen scheppen in sectoren die ervan profiteren, zoals utilities, waar inkomsten stabieler zijn en de infrastructuur minder snel veroudert.

Bedrijfsobligaties: fundamentals goed, spreads krap

Ondanks de zwaardere emissieagenda blijven de fundamentele factoren volgens het rapport stevig. Gemiddelde leverage ligt rond het tienjaarsgemiddelde en de interest coverage is hoog in zowel de VS als Europa, voor investment grade én high yield. Positieve winstverwachtingen voor 2026 ondersteunen het beeld dat defaults in toom kunnen blijven.

Toch zitten de spreads historisch aan de krappe kant. Dat vergroot de waarde van actief beheer: vermijd emittenten met verslechterende cashflow, maar zoek ook relatieve waarde tussen ‘rijk’ geprijsde en ondergewaardeerde credit.

Securitisaties en private credit: bredere jachtvelden

Janus Henderson ziet relatief interessante waardering in gesecuritiseerde segmenten, waar spreads dichter bij historisch gemiddelde niveaus liggen dan bij corporates. Mogelijke regelgeving (zoals Solvency II en Basel III) kan de vraag naar hogere kwaliteit tranches stimuleren. AAA CLO’s worden genoemd als aantrekkelijk alternatief met yields boven geldmarktniveaus.

Ook private credit blijft groeien. Enkele recente high-profile mislukkingen zien de auteurs niet als systemisch probleem, maar als een combinatie van te hoge leverage, vertraagde rente-effecten en zwakker toezicht. Voor 2026 leggen ze de nadruk op sterke dealstructuur, transparantie en bewezen risicocontroles.

Conclusie

De kern van de outlook is helder: inkomen wordt waarschijnlijk de belangrijkste rendementsmotor in 2026. De kredietcyclus oogt niet ‘op', maar waarderingen vragen om meer precisie. Wie breed durft te kijken, van staats- en bedrijfsobligaties tot securitisaties en private credit, kan volgens Janus Henderson een robuuste beleggingsmix bouwen.