Carmignac: Geen grote verschuiving in het 'ECB zit goed'-narratief

Carmignac: Geen grote verschuiving in het 'ECB zit goed'-narratief

Rente ECB

Kevin Thozet, lid van het beleggingscomité bij Carmignac. In tegenstelling tot de Fed vorige week, verwachten de markten niet dat de ECB de rente zal verlagen tijdens de vergadering van aanstaande donderdag.

In het heersende narratief is de renteverlagingscyclus grotendeels achter de rug en ligt het groeimomentum van Europa nu vooral bij het begrotingsbeleid. Sommigen suggereren zelfs dat de ECB tegen het einde van 2026 opnieuw de beleidsrente kan verhogen.

Voor 18 december verwachten we dat Christine Lagarde de data-afhankelijke aanpak, van vergadering tot vergadering, zal herhalen. De nieuwe reeks groei- en inflatieprognoses die tijdens de bijeenkomst wordt gepubliceerd, zal deze houding waarschijnlijk versterken.

Haviken spreiden hun vleugels

Deze nieuwe prognoses zullen nu tot 2028 lopen, met naar verwachting een groei die boven het potentieel ligt, dichter bij 1,4 procent, en waarbij de inflatie rond 2 procent ligt (dus op het streefdoel).

Dergelijke projecties sturen een dubbele boodschap: ten eerste dat de regio in de juiste richting beweegt, en ten tweede dat beleggers een meer havikachtig beleid moeten verwachten.

Groeiprognoses zullen waarschijnlijk worden herzien om de recente gegevens weer te geven. Het derde kwartaal was sterker dan verwacht en de vooruitlopende indicatoren voor het vierde kwartaal geven positieve signalen.

Op het gebied van inflatie suggereren de definitieve oktobercijfers en de flashraming van november dat de prognoses voor het kwartaal mogelijk met ongeveer 0,2 procent hoger worden bijgesteld.

Door hun constructie – en enigszins paradoxaal – kijken beide projecties naar het verleden, maar wijzen ze op een verbeterend macro-economisch traject. De inflatie zal naar verwachting in 2026 nog steeds tekortschieten, door energiebasiseffecten en door de langverwachte daling van de inflatie in de dienstensector.

Niettemin blijven de lonen een bron van onzekerheid en discussie. Hoewel de loontrackers van de ECB en Indeed wijzen op een vertraging van de looninflatie, tonen de gegevens van Eurostat over de vergoeding per werknemer sterkere daadwerkelijke uitkomsten.

Het uitstel van één jaar van het nieuwe emissiehandelssysteem (ETS2) vertraagt slechts de stijgende impact op de prijzen (geschat op +0,25 procent, omdat emissies zich uitstrekken buiten de zware industrie naar transport en verwarming) van 2027 tot 2028.

Hierdoor verwachten we geen grote verschuiving in het narratief dat de 'ECB goed zit'. Met de periferie die standhoudt en Frankrijk veerkracht toont ondanks beperkte zichtbaarheid, zal de belangrijkste variabele waarschijnlijk de prognoses van de Bundesbank zijn, die eerder (in juni) een bescheiden reële bbp-groei van 0,7 procent voor 2026 suggereerden.

Gevolgen voor vastrentende markt

Gezien deze evenwichtige vooruitzichten zal de ECB op 18 december de rente noch verlagen, noch verhogen. De inflatie voor 2026 en 2027 zal naar verwachting onder het doel blijven (tussen 1,7 en 1,8 procent), terwijl de beleidsrentes van 2 procent zich in het midden van de geschatte neutrale bandbreedte bevinden.

Deze configuratie laat de ECB achter met een vangnet dat ze gemakkelijk kan inzetten als de groei stagneert of de markten overschakelen op een risicomijdende houding.

Tegen deze achtergrond zijn kortlopende euro-obligaties aantrekkelijk. Ze bieden een bescheiden carry en enige asymmetrie, wat potentieel voor waardestijging oplevert als de beleidsrente wordt verlaagd op een moment dat de markten dat nauwelijks inprijzen.