Harry Geels: Vraag naar olie en gas blijft nog wel 25 jaar stijgen

Harry Geels: Vraag naar olie en gas blijft nog wel 25 jaar stijgen

Grondstoffen Energietransitie

Door Harry Geels

Dat de vraag naar energie blijft groeien, ook die van olie en gas, voorlopig, is eigenlijk niet verrassend. De Jevons-paradox biedt een interessant perspectief hierop, die stelt dat efficiëntere en goedkopere technologie juist kan leiden tot meer verbruik. De recente hausse in AI is hiervan een treffend voorbeeld.

Een IEA-rapport van vorige week laat zien dat de vraag naar olie en gas op basis van de huidige beleidsscenario’s blijft stijgen tot 2050, waardoor een gewenste snelle piek in de vraag naar fossiele brandstoffen steeds onwaarschijnlijker wordt. Het rapport legt impliciet een zware verantwoordelijkheid bij beleidsmakers: om het 1,5 °C-doel haalbaar te maken, moeten regeringen niet alleen nieuwe olie- en gasvelden blokkeren, maar ook de vraag naar fossiele brandstoffen actief beperken.

Figuur 1: Vraag naar fossiel blijft tot 2050 stijgen

Bron: IEA; Noot: STEPS= Stated Policies Scenario/APS=Announced Pledged Scenario

Tegelijkertijd mogen de economische en geopolitieke gevolgen van een (te) snelle afbouw niet worden onderschat: prijsvolatiliteit en energiezekerheid zijn reële risico’s. Overgangsmaatregelen en internationale coördinatie zijn volgens de IEA cruciaal. Voor investeerders en bedrijven betekent dit dat strategieën zich moeten richten op de energietransitie, terwijl fossiele projecten een steeds hoger risico dragen. Gek genoeg besteedt het rapport nauwelijks aandacht aan de onderliggende oorzaken van de stijgende vraag.

Steeds meer vraag

De voortdurende groei van de wereldwijde energievraag is een ongemakkelijke waarheid. Deze stijgende vraag is de kern van het CO₂-probleem. De energietransitie naar hernieuwbare bronnen vraagt immers veel grondstoffen en nog altijd ook fossiele brandstoffen. Het duurt bijvoorbeeld één tot drie jaar voordat de CO₂-kosten van een zonnepaneel zijn terugverdiend. Bij de elektrische auto kan de terugverdientijd gemakkelijk oplopen tot vier jaar, afhankelijk van het aantal gereden kilometers.

Andere factoren versterken deze trend. De wereldbevolking groeit nog altijd en de gemiddelde wereldburger krijgt het beter, waardoor het energieverbruik per hoofd blijft toenemen. Tegelijk wordt de energietransitie grotendeels geregisseerd door overheden. Ze gebruiken regulering en fiscale prikkels. Die leveren niet altijd de efficiëntste resultaten op. We hadden veel eerder ‘true pricing’ moeten invoeren: de werkelijke kosten van fossiele energie laten doorrekenen in de markt.

Wat betreft overheidsplanning moet onderscheid worden gemaakt tussen het huidige daadwerkelijke beleid (current policies), geformuleerd beleid (stated policies) en gedane beloften (announced pledged). De IEA heeft op basis van de nieuwste gegevens de ‘beleidspaden’ doorgerekend. Zie voor olie Figuur 2.

Figuur 2: Vraag naar olie onder verschillende scenario’s



Bron: IEA

De AI-ratrace

Een derde complicatie is de opkomst van AI, met al zijn enorme data-opslag en rekenkracht. Niet zo lang geleden hadden diverse mensen douche-, vlieg- of bbq-schaamte. Als het om swipen, digitaal posten of AI gaat, lijken die remmen echter verdwenen. Er vinden enorme investeringen in AI plaats en er is een duidelijke AI-wedloop tussen China en de VS. Energiebeschikbaarheid zou wel eens de bepalende factor van deze ratrace kunnen worden, en China lijkt betere kaarten te hebben dan de VS, laat staan Europa.

De Jevons-paradox: efficiëntie kan juist de vraag opdrijven

Technologische efficiënties, zoals nu in AI, leiden niet automatisch tot minder verbruik. Integendeel, als die groter worden, gebruiken we er juist meer van. Historisch zagen we dit bij stoommachines, auto’s en airconditioning. Efficiëntere technologieën veroorzaakten juist een toename van de totale consumptie (en energie). Dit wordt de Jevons-paradox genoemd en de wereld is er vanwege AI ineens door geobsedeerd.

Hetzelfde geldt voor hernieuwbare energie. Bijvoorbeeld goedkopere zonnepanelen en elektrische auto’s leiden paradoxaal genoeg tot een hogere vraag. Niet alleen naar elektriciteit, maar indirect dus (voorlopig) ook naar fossiele brandstoffen. Meer dan twee millennia geleden stelde Plato al dat naarmate de menselijke beschaving vordert en individuen meer controle krijgen over de externe wereld door middel van technologie en materiële vooruitgang, ook de mogelijkheden om onze verlangens te bevredigen toenemen en dat dit een zichzelf versterkende spiraal kan worden, tenzij we ons matigen.

Vooruitkijken: de energietransitie verder vormgeven

Wat betekent dit voor de toekomst? Enerzijds is het essentieel dat er betere marktprikkels worden gecreëerd voor een afname van fossiele consumptie. Dit kan bijvoorbeeld door fossiele energie duurder te maken en schone energie goedkoper, al stuiten we op praktische uitdagingen zoals congestie in het energienetwerk. Anderzijds worden sommige factoren te weinig genoemd. Adaptatie – het aanpassen van de omgeving aan een stijgende temperatuur en veranderende omstandigheden – kan veel problemen voorkomen.

Evenzo kunnen technologische innovaties, zoals CO₂-extractie en waterstof, een belangrijke rol spelen in de energietransitie. Daarnaast is menselijk gedrag volgens Plato cruciaal. Een besef van ‘moderatie’, zoals de stoïcijnen een van de vier kardinale deugden noemen, kan helpen: minder consumeren, meer recyclen, of welzijn en geluk vinden in minder materiële zaken. Ik heb de hoop nog niet opgegeven dat zoiets zou kunnen lukken.

Tot slot

De energietransitie zal aldus een combinatie van prikkels en slimmere spelregels, technologische innovatie, adaptatie en gedragsverandering vereisen. In dit perspectief wordt duidelijk dat efficiëntie (in energievraag en -aanbod) alleen niet voldoende is. Technologie kan de CO2-uitstoot verminderen, maar zonder gedragsmatige en markttechnische aanpassingen zal de wereldwijde vraag naar energie, en dus fossiele brandstoffen, nog decennia doorgroeien.

Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels