Risico’s groene infrastructuur (Ronde Tafel Green Infrastructure & Energy Transition - deel 2)

Risico’s groene infrastructuur (Ronde Tafel Green Infrastructure & Energy Transition - deel 2)

Infrastructuur Energietransitie

Welke risico’s kent groene infrastructuur en hoe weeg je die als investeerder mee? In deel 2 van de Ronde Tafel over Green Infrastructure & Energy Transition ging het over de risico’s van green infra en de wijze waarop beleggers deze kunnen mitigeren.

Door Manno van den Berg

Dit is deel 2 van het verslag. Deel 1 lees je hier, deel 3 verschijnt op woensdag 6 augustus.

 

VOORZITTER

Rishma Moennasing, Rabobank Investment Office

 

DEELNEMERS

Angeles Toledo, Blue Sky Group

Bart van Merriënboer, a.s.r. real assets investment partners

Duncan Hale, Schroders Greenooat

Friso Verveld, EY

John Carey, L&G

Lena Doan, Nuveen

Mark Gilligan, AXA IM Alts

Remko van der Erf, Intermediate Capital Group (ICG)

 

Welke risico’s moeten investeerders meewegen bij investeringen in groene infrastructuur?

Toledo: ‘Voor pensioenfondsen wordt het steeds belangrijker om risico’s te mitigeren en negatieve impact te vermijden. Niet alleen omdat je het juiste wilt doen, maar ook omdat Europese regelgeving de dubbele materialiteit verplicht stelt: zowel goed doen als geen schade aanrichten. Denk aan negatieve impact op biodiversiteit, flora en fauna, maar ook aan sociale effecten, bijvoorbeeld de werkomstandigheden, het land waar projecten worden gebouwd, en het betrekken van omwonenden van windof zonneparken. Ook circulariteit is belangrijk, met de juiste recycling van windturbines en panelen.’

Van Merriënboer: ‘Risico’s moeten worden beoordeeld en beperkt, ook in de toeleveringsketen. Er zijn nog steeds plekken in de wereld waar dwangarbeid wordt ingezet om grondstoffen te delven die in zonnepanelen terechtkomen. Je moet dus helemaal terug naar het mijnbedrijf aan het begin van de keten.’

Gilligan: ‘Wij denken heel zorgvuldig na over wat er de komende 25 jaar moet gebeuren met elk van onze assets om echt naar nul uitstoot te gaan. Dat betekent ook dat we risico’s moeten nemen, bijvoorbeeld op het gebied van CO2-afvang en -opslag. Niet als oplossing voor de fossiele industrie, maar wel als noodzaak voor een circulaire economie, zoals bij waste-to-energy installaties, die moeilijk te verduurzamen zijn.’

Er zijn asset managers die dierenrechtenspecialisten in dienst hebben. Fascinerend. Hoe kijk je dan naar biodiversiteits- risico’s?

Hale: ‘Als je veel wind- en zonneparken bezit, beschik je over veel land. Dan is bio- diversiteit extra belangrijk. In het VK is er nu een stimulerend beleid. Er komt mogelijk snel een systeem waarin je inkomsten kunt genereren via biodiversity net gain, zoals het terugbrengen van wilde natuur of het aantrekken van bijen. Je moet biodiversiteits risico’s al meenemen in je modellen voor je een asset koopt. Doe je dat niet, dan word je daar over vijf of tien jaar alsnog toe gedwongen.’

John Carey: ‘We waarderen infrastructuur vanwege het cruciale karakter ervan in het dagelijks leven, maar daar hoort ook rentmeesterschap bij. Dat staat nu volop in de belangstelling van media, politici en toezichthouders: leveren eigenaren van infrastructuur echt die langetermijnstrategie waar ze zich toe verbinden?’

Van der Erf: ‘Het mooie aan biodiversiteit is dat je het kan verbeteren. In een van de Britse zonneparken dat door een bedrijf uit onze portefeuille wordt beheerd, zijn de flora en fauna hersteld en zijn dieren teruggekeerd naar het gebied. Dat is een duidelijk positief effect. Ik kan me nauwelijks voorstellen dat er nog investeerders zijn die biodiversiteit niet als onderdeel van hun businessplan meenemen.’

Toledo: ‘Europa loopt echt voorop, zowel in biodiversiteit als op het vlak van de do-no-harmprincipes. Maar er is nog veel werk te doen, er zijn nog steeds veel asset managers die dit niet doen.’

Hale: ‘Een duurzaamheidsrisico dat we nog niet besproken hebben, is de veiligheid van werknemers. Wij beheren energiecentrales en dat zijn nu eenmaal risicovolle omgevingen. Het is moreel gezien een plicht om je mensen veilig te kunnen laten werken. Maar er is ook een financiele kant: een ongeval is de snelste manier om een centrale stil te leggen. Dit risico staat bij ons bovenaan de agenda in alle bestuursvergaderingen.’

Er zijn ook risico’s bij de bouw van infrastructuur, zoals prijsstijgingen van materialen. Hoe gaan jullie daarmee om?

Doan: ‘We hebben gezien dat bedrijven spullen van tevoren hebben ingekocht en opgeslagen in de VS om te anticiperen op de invoerheffingen. Maar net als met de inflatie tijdens Covid en de toenmalige druk op wereldwijde toeleveringsketens, zullen bedrijven waarschijnlijk bij veel off-take-contracten opnieuw moeten onderhandelen vanwege hogere kosten. Je ziet nu ook meer contracten met beschermingsclausules tegen verwachte importtarieven.’

Van Merriënboer: ‘Een van de grootste risico’s voor projecten is de aansluiting op het net. Is het uberhaupt mogelijk om de stroom via het net bij de afnemers te krijgen? Overdag is er een piekproductie bij hernieuwbare energie. Dat speelt niet alleen in Nederland, maar wereldwijd. Die onbalans in het net is een van de grootste uitdagingen.’

Kunnen beleggers daarin niet juist een rol spelen, door in dat net te investeren?

Van Merriënboer: ‘De simpele oplossing is energieopslag, bijvoorbeeld via batterijen. De kosten daarvan zijn flink gedaald, dus het is economisch gezien aantrekkelijk geworden om daarin te investeren. Maar het net zelf? Dat blijft lastig. Het wordt grotendeels nog door overheden of semioverheidsinstanties beheerd, en daar direct in investeren, is moeilijk. Maar aan de achterkant van het net – ‘behind the meter’ – zijn er wel mogelijkheden, bijvoorbeeld via efficientieoplossingen die de vraag naar netcapaciteit kunnen verlichten. Daar kunnen wij als investeerders iets in betekenen.’

Gilligan: ‘De grote uitdaging bij natuurlijke monopolie-infrastructuren zoals netbeheerders en waterbedrijven is dat het reguleringsmodel nog uit de twintigste eeuw stamt. Het is ontworpen om de capaciteit in stand te houden en een beetje te laten groeien. Maar nu zijn er enorme investeringen nodig om te verduurzamen. Dat vereist lastige boodschappen aan de consument – maar geen enkele politicus durft die te brengen. Als we schone rivieren en betere dienstverlening willen, is een tariefstijging van 50% tot zelfs 100% nodig. Het huidige reguleringssysteem, althans dat in het VK, is ongeschikt voor grote transities zoals de energietransitie en hogere eisen rond biodiversiteit en schoon water.’

Carey: ‘Betaalbaarheid wordt een belangrijk aspect – en dat op een moment dat de investeringsbehoefte erg hoog is. Er zijn wel mogelijkheden om hier vooruitgang te boeken, al zijn ze nog niet structureel. Neem bijvoorbeeld het net: er zijn geprivatiseerde netwerken en er zijn zelfstandige projecten. Daarmee kun je veel infrastructuur realiseren, met goede discipline en beheersbare uitvoeringsrisico’s. Ik zie geen belemmering om privaat kapitaal aan te trekken en in te zetten – of dat nu via debt of equity gebeurt. De echte vraag is: wie gaat er uiteindelijk voor betalen? Dat is op dit moment lastig, gezien de hoge kosten van levensonderhoud en de krappe overheidsbudgetten.’

Gilligan: ‘In het VK zie je nu dat waterbedrijven tijdens de reguleringsrondes expliciet in de media zeggen: ‘Wij willen meer doen, maar de toezichthouder staat het niet toe.’ Misschien is dat een eerste teken van meer betrokkenheid, maar het blijft een lastig gesprek. Uiteindelijk zijn er maar twee groepen die kunnen betalen: de huidige generatie of de volgende.’

Van der Erf: ‘Wat ik interessant vind, is dat jullie zeggen: we kunnen het doen, het private kapitaal is er… maar niemand wil de rekening betalen.’

Carey: ‘Kijk naar digitale infrastructuur: daar is een duidelijke vraag naar vanuit gebruikers en ook een bereidheid om ervoor te betalen. Daarom zie je daar veel investeringen. In andere sectoren lijkt de betalingsbereidheid – of het nu gaat om overheidssteun of gebruikersbijdragen – veel beperkter.’

Wat is het beste kanaal om te investeren in groene infrastructuur? Publieke of private markten? Je kunt in fysieke assets stappen, maar zijn leningen niet ook interessant?

Doan: ‘Private credit is volgens mij de manier om in infrastructuur te beleggen. Het biedt een aantrekkelijke risicorendementsverhouding met lagere wanbetalingspercentages en verliezen dan corporate credit. We bedingen voorwaarden en bouwen structurele bescherming in via operationele en financiele convenanten. Veel van deze projecten zijn gehedged, via off-take-contracten of via grondstoffenhedges. Bovendien profiteren beleggers van de zekerheid van onderpand in fysieke vaste assets. Ze ontvangen rente-inkomsten en zijn voor hun rendement niet afhankelijk van een exit.’

Hale: ‘Voor de energietransitie hebben we zowel debt als equity nodig. We hebben investeerders nodig die in de risicovolle ontwikkelfase willen investeren, maar ook investeerders die willen instappen in operationele projecten die langetermijnkasstroom opleveren.’

Van der Erf: ‘Wat betreft de discussie publiek versus privaat: privaat opent een heel nieuw universum van bedrijven waar je in de publieke markten geen toegang toe hebt. Je krijgt dus meer spreiding als je in beide kunt investeren. In de private markt vind je vaak bedrijven in een vroege fase, met hogere groeipotentie en mogelijk hogere rendementen, maar ook met meer risico. In de publieke markt zitten doorgaans meer gevestigde bedrijven, met meer liquiditeit – dus dat wordt vaak als minder risicovol gezien. In de private markt kun je ook echt impact genereren, door iets nieuws te bouwen in plaats van iets te kopen dat al door iemand anders is gebouwd.’

Toledo: ‘Vanuit het perspectief van impactbeleggen zien we zeker veel toegevoegde waarde in de private markten, met partijen die de positieve intentionaliteit en meetbaarheid van impact laten zien. Beursgenoteerde beleggingen kunnen ook waardevol zijn, maar private markten kunnen een grotere positieve impact realiseren en zijn actiever in het mitigeren van duurzaamheidsrisico’s.’

Waarom zouden beleggers in infrastructure debt moeten investeren?

Carey: ‘Als je kijkt naar de nieuwe infrastructuur die gebouwd moet worden, dan zal voor een optimale kapitaalstructuur meer dan de helft van het kapitaal van leningen moeten komen. Zulke leningen kunnen stabiele rendementen bieden, zeker in het sub-investment-grade segment.’

Gilligan: ‘We zien nog steeds veel liquiditeit, zowel aan de lending- als aan de equity-kant. Wij verstrekken ook leningen, vooral vanwege de lange looptijden. Voor klanten die zoeken naar vastrentende of variabele instrumenten is het aantrekkelijk om toegang te krijgen tot lening-tranches met looptijden van 10 tot 20 jaar. Daarmee kunnen ze langlopende verplichtingen afdekken.’

Toledo: ‘Pensioenfondsen zoeken naar beleggingen met een lager risicoprofiel, met een langetermijnhorizon en een zekere mate van liquiditeit. Vanuit dat perspectief zijn leningen aantrekkelijk, want je financiert projecten in de operationele fase – en die fase kent doorgaans stabiele kasstromen.’

Van der Erf: ‘Maar hoe kijken jullie aan tegen additionaliteit, als je praat over impact bij infra-debt?’

Toledo: ‘Goede vraag. Voor impact heb je in de basis de aandeelhouders nodig. Aandeelhouderschap is de manier om sturing te geven, omdat je als eigenaar meer invloed hebt en best practices kunt implementeren. Maar ook met leningen kun je impactdoelstellingen stellen en daarop sturen.’

Carey: ‘Ook via leningen kun je invloed uitoefenen. Zeker bij projectfinanciering of sterk gestructureerde corporate finance zie je dat kredietnemers gaandeweg aanpassingen of waivers nodig hebben. Dan heb je als verschaffer van vreemd vermogen een stem. Soms zijn lenders misschien iets te bescheiden over hun rol voor de lange termijn.’

Doan: ‘Binnen private credit heb je zeker goede mogelijkheden voor actieve betrokkenheid. Wij nemen bijvoorbeeld KPI’s op in onze leenovereenkomsten: doelen op het gebied van de vermindering van broeikasgasuitstoot of de verbetering van de veiligheid van werknemers. En we zorgen ervoor dat we nauw samenwerken met de private-equitysponsors bij het bereiken van duurzame doelen.’

 

Rishma Moennasing

Rishma Moennasing is Lead Investment Funds & Mandates bij Rabobank Investment Office en is als projectleider SFDR, Mifid ESG en EU groene taxonomie verantwoordelijk voor de implementatie van alle groene EU-regels voor beleggingen. Ze werkt sinds 2008 bij de Rabobank en had daarvoor een vergelijkbare functie bij ABN AMRO Private Banking & Asset Management. Ze is tevens actief voor de VBDO.  John Carey John Carey leidt het Infrastructure Debt-team van L&G Real Assets in Europa. Voordat hij daar in mei 2023 in dienst trad, werkte hij bij IFM Investors. Daarvoor bekleedde hij sinds 2001 een aantal functies in de infrastructuursector bij respectievelijk Barclays, KPMG en Moody’s op het gebied van bankieren, advies en kredietratings.

  

John Carey

John Carey leidt het Infrastructure Debt-team van L&G Real Assets in Europa. Voordat hij daar in mei 2023 in dienst trad, werkte hij bij IFM Investors. Daarvoor bekleedde hij sinds 2001 een aantal functies in de infrastructuursector bij respectievelijk Barclays, KPMG en Moody’s op het gebied van bankieren, advies en kredietratings

  

Lena Doan

Lena Doan is Managing Director Energy Infrastructure Credit bij Nuveen. Ze heeft ervaring in investeringen binnen kapitaalstructuren, energiemarkten en beheersvennootschappen. Voordat ze bij Nuveen in dienst trad, werkte ze bij HPS Investment Partners in privaat krediet en hernieuwbare energie. Daarvoor was ze actief bij Carlyle en bij Denham Capital. Ze begon haar carrière in investment banking bij Citi, en later als Trader bij Calpine. 

  

Remko van der Erf

Remko van der Erf is Managing Director bij Intermediate Capital Group (ICG) en verantwoordelijk voor de Benelux-regio. ICG financiert sinds 1989 middelgrote Europese bedrijven en zette in 2018 een Europese Infrastructuur Equity-strategie op, gevolgd door een strategie gericht op de regio Azië-Pacific in 2022. Van der Erf heeft in zijn carrière ruime ervaring opgedaan in alternatives bij Robeco en Van Lanschot Kempen.

  

Mark Gilligan

Mark Gilligan is verantwoordelijk voor het infrastructuur equity-platform van AXA IM Alts. De beleggingsstrategie is gebaseerd op de overtuiging dat klimaatverandering het grote probleem van deze eeuw is en richt zich op het ontwikkelen, bouwen en exploiteren van infrastructuur die geschikt is voor of aanpasbaar is aan een duurzame ‘net zero’ wereld. Belangrijke thema’s voor de strategie zijn decarbonisatie, elektrificatie en digitalisering. 

  

Duncan Hale

Duncan Hale werkt sinds 2022 bij Schroders Greencoat. Hij werkt binnen de private markets business, met een bijzondere focus op het managen van Schroders Greencoat’s productaanbod in de vermogensbeheer- en defined contribution-markt. Voordat Hale bij Schroders Greencoat in dienst trad, werkte hij bij WTW, waar hij leiding gaf aan hun secure income capability. 

  

Bart van Merriënboer

Bart van Merriënboer is Senior Portfoliomanager Infrastructuur bij a.s.r. real assets investment partners. Sinds 2007 houdt hij zich bezig met de selectie, monitoring en implementatie van vermogensbeheerders en portefeuilleconstructie en -beheer voor institutionele beleggers. Van Merriënboer is ruim 30 jaar werkzaam in de financiële industrie, ooit begonnen met derivaten en fixed income, en via aandelen en hedge funds nu werkzaam op het gebied van private assets.

  

Angeles Toledo

Angeles Toledo is werkzaam bij Achmea Investment Management en is een ervaren impactbelegger en adviseur voor pensioenfondsen. Tot voor kort was ze Hoofd van het ESG en Impact Investmentsteam bij Blue Sky Group. Daarvoor werkte ze als Fondsmanager van het Triodos Groenfonds. Toledo is meerdere keren genomineerd voor de Top 50 Women in Sustainable Finance in the Netherlands. 

  

Friso Verveld

Friso Verveld is Partner bij EY. Hij zet zijn expertise in projectfinanciering en investeringen in duurzame energie in om financieringen te faciliteren voor duurzame infrastructuur en de energietransitie. Hij richt zich op het creëren van win-win situaties voor alle betrokken partijen, met als doel de groene economie te versnellen.

Bijlagen