AllianzGI: Fed kiest voorlopig voor een afwachtende houding

Alle ogen zijn gericht op de bijeenkomst van de Amerikaanse Federal Reserve (Fed) op 17 en 18 juni. De verwachting is dat de centrale bank de rente ongemoeid laat, mede door de aanhoudende onzekerheid over het Amerikaanse handelsbeleid.
Terwijl de markten opveren na een tijdelijke afzwakking van de tarievenretoriek, waarschuwt Michael Krautzberger, CIO Public Markets bij AllianzGI, voor zelfgenoegzaamheid gezien de neerwaartse risico's voor de economische groei. AllianzGI gaat ervan uit dat de Fed tijdens haar vergadering in juni de rente stabiel zal houden. Dit zou de vierde vergadering op rij zijn zonder renteaanpassing. "We verwachten dat de Amerikaanse Federal Reserve de rente op de vergadering van 18 juni laag zal houden, waardoor het doelbereik van de Fed-fondsen ongewijzigd blijft op 4,25%-4,50%," aldus Krautzberger.
Deze afwachtende houding wordt grotendeels ingegeven door het onvoorspelbare handelsbeleid van de regering-Trump. Sinds de vorige Fed-bijeenkomst begin mei is de toon iets gematigder. Er werd een pauze van 90 dagen voor wederzijdse tarieven aangekondigd, waarbij een minimumtarief van 10% van kracht blijft tot begin juli. Dit, samen met de hoop op bilaterale handelsbesprekingen, zorgt voor een minder pessimistisch vooruitzicht voor de wereldhandel dan begin april werd gevreesd. Bovendien heeft het tarievenbeleid ook tegenwind gekregen vanuit Amerikaanse rechtbanken, wat de onzekerheid over de uiteindelijke impact verder vergroot.
Markten veren op, maar risico's blijven
De reactie op de aandelen- en kredietmarkten was positief. De aanvankelijke dalingen werden volledig ingehaald en de financiële voorwaarden zijn versoepeld. Dit weerspiegelt de perceptie in de markt dat het tariefbeleid voldoende zal worden afgezwakt om de bedrijfseconomische fundamentals niet significant te schaden. Toch is voorzichtigheid geboden, stelt Krautzberger. "Het risico bestaat echter dat de markten een beetje zelfgenoegzaam worden, gezien de neerwaartse groeirisico's die nog steeds duidelijk zijn voor de Amerikaanse (en wereldwijde) economische vooruitzichten."
De marktconsensus voor de reële bbp-groei in de VS voor 2025 is niet voor niets gedaald van 2,2% aan het begin van het jaar naar slechts 1,2%. Hoewel de marktprijzen momenteel uitgaan van twee renteverlagingen dit jaar, kan dit scenario snel veranderen. "Als de wereldwijde handelsoorlogen in juli escaleren na afloop van de 90-daagse Amerikaanse tariefpauze of als de inflatierisico's enigszins afnemen, denken wij dat de verwachtingen voor een renteverlaging door de Fed opnieuw naar voren kunnen worden geschoven," legt Krautzberger uit.
Gemengde signalen en politieke druk
De recente macro-economische cijfers uit de VS schetsen een gemengd beeld. De zwakte in recente enquêtegegevens moet zich nog vertalen in de harde cijfers, terwijl Amerikaanse consumenten hun reële inkomen gedrukt zien worden door hogere prijzen. Op het inflatiefront is er enig goed nieuws: de door de Fed geprefereerde kerninflatie (PCE) steeg in april met 2,5% op jaarbasis, en ook de recente CPI-cijfers hebben de vrees voor het inflatietraject op korte termijn wat weggenomen. De inflatieverwachtingen van consumenten blijven echter op een zeer hoog niveau, wat de voorzichtige aanpak van de Fed verder rechtvaardigt.
Tegelijkertijd groeit de bezorgdheid over de houdbaarheid van de Amerikaanse begroting, nu de regering de aandacht probeert te verleggen naar groeivriendelijk beleid zoals belastingverlagingen. De recente verlaging van de kredietwaardigheid van de Amerikaanse overheid door Moody's, van de hoogste Aaa-rating naar Aa1, en een wetsvoorstel met een reeks niet-gefinancierde belastingverlagingen voeden deze ongerustheid. Voor de Fed betekent de macro-economische achtergrond een afwachtende houding. Recente commentaren benadrukten de terughoudendheid om het beleid op korte termijn te wijzigen. Ondertussen blijft de politieke druk op de Fed om het beleid te versoepelen vragen oproepen over de geloofwaardigheid van het Amerikaanse beleid.
"Wij blijven van mening dat deze macro- en marktrisico's het best tot uiting komen via versteiling van de Amerikaanse rentecurve en onze voorkeur voor een shortpositie in de Amerikaanse dollar," concludeert Krautzberger.