Joeri de Wilde: Vroege dood globalisering funest voor klimaat

Door Joeri de Wilde, Senior Econoom bij Triodos Investment Management
Minder spullen over de wereld slepen is winst voor het klimaat. Maar globalisering zelf is het probleem niet. We hebben juist méér globalisering nodig, en dan minder gericht op consumptie en méér op klimaat.
Zou de waanzinnigheid van Trump 2.0 dan toch nog iets goeds opleveren? Met een sterk staaltje omdenken zou je tot die conclusie kunnen komen. Op de korte termijn zouden zijn importheffingen tot minder wereldwijde handel en economische groei kunnen leiden, en dus tot een lagere broeikasgasuitstoot. En op de langere termijn zou de agressieve, door protectionisme ingegeven industriepolitiek van de grote machtsblokken kunnen leiden tot een ‘energiewedloop’. Landen zullen elkaar willen aftroeven in de verduurzamingsrace richting groene energie en technologie.
Maar dat is wel een flinke omdenkkronkel. Eentje die voorbijgaat aan het feit dat we nog steeds in een op groei gebaseerd economisch systeem zitten. En eentje die ingaat tegen de economische ratio en bestaande klimaatscenario’s.
Globalisering stokt vroegtijdig
Het is verleidelijk om de almaar nauwer verweven wereld de schuld te geven van de klimaatcrisis. Westerse (over)consumptie van goedkope Chinese spullen leidt inderdaad tot onnodige uitstoot. Maar op zichzelf is het logisch dat landen zich specialiseren en vervolgens met elkaar handelen, zo toonde econoom David Ricardo twee eeuwen geleden al aan. Iedereen gaat er dan op vooruit.
Dan moet je alleen wel alle kosten meenemen, ook die van de impact op het klimaat. Doe je dat niet, dan gaat het huidige gewin ten koste van toekomstige generaties. Dat is nu aan de hand, waardoor inderdaad op grote schaal (nutteloze) spullen worden geproduceerd in landen met een hoge fossiele voetafdruk die op een vervuilende manier hierheen komen. De gevolgen lossen ‘ze’ later maar op.
Wereldwijde CO2-belasting zou dit probleem goeddeels verhelpen. In dat geval kan de productie niet steeds verplaatst worden naar landen waar nog steeds goedkoop CO2 uitgestoten kan worden. Een globalisering van CO2-belasting zou de westerse overconsumptie dus aan banden kunnen leggen.
Net zoals bij de globalisering van de wereldhandel, ingezet door de val van de Berlijnse Muur en de oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), heeft klimaatglobalisering ook baat bij samenwerking via intergouvernementele organisaties. Maar in de huidige wereld van protectionistische machtspolitiek worden muren juist weer opgetrokken. Autocratische regimes zijn in opkomst, en daarmee de Trumpiaanse deal: bilateraal, en enkel gericht op economisch gewin. Consumptie is nog steeds het hoogste goed, maar deze autocratische aanpak vol handelsbarrières leidt tot minder efficiënte verdeling van productie tussen landen en daardoor meer vervuiling.
Globalisering is dus niet te ver gegaan, maar juist een vroegtijdige dood gestorven, nog voordat het klimaat echt aan de beurt was.
Klimaatscenario’s voorspellen meer opwarming
Dat wereldwijde fragmentatie niet goed is voor het klimaat, blijkt wel uit de klimaatscenario’s van het Network for Greening the Financial System (NGFS). Deze scenario’s zijn een toevoeging op ‘traditionele’ economische modellen, waar de broeikasgasuitstoot enkel gerelateerd is aan productie en consumptie. In deze traditionele modellen leidt een meer gefragmenteerde wereld dan ook tot minder uitstoot op de lange termijn, want er is minder handel en economische groei.
Maar in zo’n scenario wordt geen rekening gehouden met de andere gevolgen van wereldwijde fragmentatie, bijvoorbeeld op het gebied van klimaatbeleid en klimaatambities. Het NGFS klimaatscenario ‘Fragmented World’ houdt hier wel rekening mee, door uit te gaan van uitgesteld klimaatbeleid en afwijkende klimaatambities. In dit scenario is doorgerekend wat het betekent als koolstofprijzen flink verschillen per regio. Conclusie: beperkte actie van een aantal landen ondermijnt ambitieus beleid van anderen. Het resultaat is een veel hogere wereldwijde broeikasgasuitstoot dan wanneer er sprake was geweest van gecoördineerd klimaatbeleid.
Het wrange is dat deze klimaatfragmentatie grotendeels losstaat van de hoogte van de importheffingen. Zelfs als de heffingen uiteindelijk tot een minimum worden beperkt, lijkt het kwaad al geschied. Het wereldwijde wantrouwen is aangewakkerd, en nu de Verenigde Staten in rap tempo tot autocratie verworden, lijkt multilaterale samenwerking steeds onwaarschijnlijker. Het lijkt aan de EU om de internationale samenwerking nieuw leven in te blazen, maar komt de reanimatie op tijd?