Capital Group: Opkomende markten bijna klaar om rente te verlagen

Capital Group: Opkomende markten bijna klaar om rente te verlagen

Opkomende markten
Rente (kalhh, Pixabay)

De meeste centrale banken in de opkomende markten zijn aan het einde van hun verkrappingscycli gekomen, verwacht Peter Becker, Investment Director bij Capital Group. Ze zouden nog slechts een paar signalen nodig hebben voordat ze de rentes opnieuw kunnen verlagen. Een klimaat met trage en gestage renteverlagingen in combinatie met een redelijke economische groei zou positief moeten uitdraaien voor groeilandobligaties in lokale valuta, denkt Becker.

'In de meeste opkomende economieën is de inflatie aan het vertragen. Als de inflatiecijfers nog verrassen, is dat nu over het algemeen omdat ze lager uitkomen dan verwacht, en niet hoger. De kans is reëel dat deze desinflatietrend zich in de tweede helft van het jaar zal voortzetten.

Toch blijven er grote verschillen tussen de regio’s. In Azië blijft de inflatie minder hardnekkig dan in Centraal- en Oost-Europa en Latijns-Amerika. De inflatie kan daar langer boven de doelstellingen en de comfortzones van de centrale banken blijven dan gedacht. Toch heeft de inflatie waarschijnlijk ook daar een piek bereikt en zou de inflatietrend dus neerwaarts moeten gaan.

Gezien deze verbeterde inflatievooruitzichten zullen een aantal centrale banken in de opkomende markten op een gegeven moment de rente verlagen. Laten we niet vergeten dat veel opkomende economieën de rentes sneller en agressiever hebben verhoogd dan de ontwikkelde economieën, om te voorkomen dat de inflatieverwachtingen zouden ontsporen.

Hongarije is bijvoorbeeld al begonnen met een soepeler beleid, maar de meeste centrale banken verlagen de rente pas als er meer zekerheid is over de daling van de inflatie, met name van de kerninflatie. Mocht de kerninflatie meer weerstand geven dan verwacht, dan blijven de centrale banken waarschijnlijk voorzichtig, vooral in de rest van Europa en Latijns-Amerika.'

Maatregelen Fed
'Het beleid van de Federal Reserve (Fed) en het reële renteverschil ten opzichte van de VS zullen ook belangrijk zijn voor de groeilanden. Het is onduidelijk of de Fed de rente nog veel verder gaat verhogen, maar het is onwaarschijnlijk dat we opnieuw een scherpe opstoot in de Amerikaanse rente zullen zien.

Ten slotte speelt ook de dollar een belangrijke rol. Voor de centrale banken van de opkomende landen is het moeilijk om de rente te verlagen als de dollar sterk staat en de lokale valuta zwak. Een sterke dollar dwingt de opkomende landen doorgaans om de rente te verhogen, terwijl een zwakkere dollar toelaat om de rente te verlagen.

Volgens de meeste indicatoren is de Amerikaanse dollar momenteel overgewaardeerd. Andere argumenten voor een zwakkere dollar is de Fed die aan het einde van zijn renteverhogingscyclus gekomen is, en de heropening van de Chinese economie. Het kan er dus op lijken dat we het grootste deel van de bullrun van de dollar achter de rug hebben.'

Langere termijn
'Dalende rentes, in combinatie met degelijke algemene fundamentals, relatief aantrekkelijke nominale rentes en positieve reële rentes in een groot deel van de opkomende markten, wijzen op een redelijk constructief beeld voor de groeilandobligaties. Na meer dan een decennium van relatief gematigde rendementen, kunnen de sterkere prestaties van eerder dit jaar uitgroeien tot een trend op de langere termijn.

Het blijft wel belangrijk om selectief te zijn. We zien potentiële waarde in Latijns-Amerikaanse obligaties in lokale valuta, gezien de combinatie van aantrekkelijke nominale en positieve reële rentes, matigende inflatie en proactief gedrag van centrale banken. De macro-economische omstandigheden zien er nu beter uit dan eind vorig jaar en de kanteling naar positievere fundamentals zal de politieke risico's in die landen voorlopig blijven overstemmen. Centraal- en Oost-Europese landen hebben nog steeds moeite om de inflatie te beteugelen - de reële rente blijft negatief - maar de regio begint er aantrekkelijker uit te zien.

De wisselkoersen zijn het afgelopen decennium een rem geweest op het rendement van activa in lokale valuta. De meeste EM-valuta’s lijken daardoor aanzienlijk ondergewaardeerd op basis van ons eigen waarderingsmodel, maar ook in andere reële wisselkoersmodellen.

Ten slotte zien de fundamentele vooruitzichten voor de opkomende markten er constructief uit, wat een ommekeer in de valuta ten opzichte van de dollar kan ondersteunen. De bezorgdheid over de inflatie heeft druk uitgeoefend op de begrotingstekorten. Deze zijn hoog in vergelijking met eerdere pieken in de opkomende markten, maar de schuldniveaus liggen nog steeds onder het niveau van de ontwikkelde markten en blijven beheersbaar. Er is enige erosie van de deviezenreserves geweest, maar de externe saldi zijn over het algemeen in veel opkomende landen verbeterd dankzij de ondergewaardeerde wisselkoersen.'