LGIM: Waterstof kan de energiekloof binnen vijf jaar dichten

LGIM: Waterstof kan de energiekloof binnen vijf jaar dichten

Energietransitie
water.png

De verlaging van de kosten voor elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare bronnen blijft de kosten voor de productie van groene waterstof drukken. Groene waterstof is economisch nog niet rendabel, maar zou in de komende drie tot vijf jaar concurrerend moeten zijn in vergelijking met fossiele brandstoffen in bepaalde industrieën, nu ook overheden ondersteunende beleidsmaatregelen doordrukken.

Dit zegt Steven de Vries, hoofd Wholesale en Retail Distribution EMEA bij vermogensbeheerder Legal & General Investment Management (LGIM). Het concurrentievermogen van groene waterstof zal zelfs toenemen door de kosten van de CO2-uitstoot bij gebruik van fossiele brandstoffen.

"Waterstoftechnologie profiteert van een ongekend politiek en economisch momentum. Alleen al in 2022 hebben meer dan 30 landen waterstofstrategieën gecreëerd, heeft de industrie meer dan 200 waterstofprojecten aangekondigd, en hebben overheden over de hele wereld meer dan 70 miljard dollar aan overheidsfinanciering toegezegd”, stelt De Vries.

Groene waterstof biedt beleggers een enorm potentieel, maar staat volgens De Vries nog aan het begin van zijn ontwikkeling. “Ongeveer waar de wind- en zonne-energiesector zich tien jaar geleden bevond.”

Waterstof speelt een systemische rol in de overgang naar hernieuwbare energie doordat het flexibel is qua overdracht tussen sectoren, tijd en plaats. Zo kan groene waterstof een belangrijke rol spelen bij de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen in economische sectoren zoals de staalproductie en het zware vrachtvervoer. Als CO2-vrije energiedrager maakt waterstof het transport van energie uit hernieuwbare bronnen over lange afstanden mogelijk, net als de opslag van grote hoeveelheden energie.

Waar elektrificatie soms lastig uitvoerbaar is, is waterstof bij uitstek geschikt voor het koolstofvrij maken van het vervoer. Denk hierbij aan stadsbussen en touringcars, bedrijfswagenparken, speciale spoorwegsegmenten of het goederenvervoer over de weg over lange afstanden. De Vries: “Waterstof is ook interessant als brandstof voor de binnenvaart en de korte vaart. Op lange termijn kan waterstof zelfs de lucht- en scheepvaartindustrie koolstofvrij maken, door de productie van synthetische paraffine of andere synthetische brandstoffen.

Op Europees niveau is waterstof een prioriteit bij het realiseren van de Europese Green Deal en de overgang naar schone energie tegen 2050. Het voordeel van waterstof: als aanvulling op batterijen kan waterstof seizoenschommelingen bufferen als opslagvoorziening voor elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen en zo productielocaties verbinden met verder weg gelegen vraagcentra.

Tegen eind 2030 kunnen de investeringen in elektrolyse-installaties in de Europese Unie oplopen tot 24 à 42 miljard euro. De productie, het vervoer en de opslag van waterstof en waterstoftankstations zouden investeringen vergen van 65 miljard euro. De investeringen in productiecapaciteit in de EU worden geraamd op 180 tot 470 miljard euro tegen 2050.