bfinance: Voorbereiding op aandelenrisico's in Nederlandse pensioentransitie

bfinance: Voorbereiding op aandelenrisico's in Nederlandse pensioentransitie

Equity Pension system

Door Frans Verhaar, Head of Continental Europe, bfinance

De transitie naar het nieuwe Nederlandse pensioencontract (Wet toekomst pensioenen, Wtp) is een van de belangrijkste structurele veranderingen waarmee de sector ooit te maken heeft gehad. Nu pensioenfondsen zich voorbereiden op een systeem dat lijkt op een beschikbare-premieregeling, dreigt er volatiliteit op de aandelenmarkten.

Een scherpe daling van de markt kort voor de transitie zou de dekkingsgraad aanzienlijk kunnen drukken en het beschikbare kapitaal van pensioenfondsen kunnen verminderen wanneer zij onder het nieuwe stelsel van start gaan. Dit asymmetrische risicoprofiel is bijzonder zorgwekkend omdat dalingen doorgaans scherper en abrupter zijn dan stijgingen. Aangezien de uitkomsten voor de deelnemers op het spel staan, moeten pensioenfondsen de voordelen van tijdelijke risicobeperking op de aandelenmarkt in de één à twee jaar voorafgaand aan de overgang afwegen.

Maar de belangrijkste uitdaging is niet alleen welke vorm van bescherming moet worden gekozen. Het gaat ook om de manier waarop beslissingen worden genomen en wie de oplossing biedt. Twee principes verdienen in het bijzonder dringende aandacht: het scheiden van de beslissing om voorbereidingen te treffen en de beslissing om deze uit te voeren, en het beoordelen van aanbieders buiten de fiduciaire relatie om.

1) Argumenten voor het scheiden van voorbereiding en uitvoering

Te vaak worden beslissingen over risicobeheer als binair geformuleerd: afdekken of niet afdekken, beschermen of blootstelling accepteren. In de huidige context is echter een meer genuanceerde aanpak gerechtvaardigd. Pensioenfondsen zouden moeten overwegen om de beslissing in twee afzonderlijke fasen op te splitsen:

  • Beslissing om voorbereidingen te treffen: het leggen van de operationele, juridische en bestuurlijke basis die nodig is om bescherming te implementeren als – en wanneer – dat nodig is.
  • Beslissing om uit te voeren: de strategie uitvoeren op basis van marktomstandigheden, vooraf gedefinieerde triggers of governance-mijlpalen.

Deze scheiding is belangrijk omdat de meeste Nederlandse pensioenfondsen operationeel nog niet klaar zijn om aandelenoverlays te implementeren. In tegenstelling tot renteafdekking is het beperken van aandelenrisico's niet gebruikelijk in deze markt. Het opzetten van de infrastructuur – tegenpartijovereenkomsten, onderpandprocessen, rekeningstructuren, governancekaders – kan maanden in beslag nemen. Complexere oplossingen, zoals op opties gebaseerde overlays, vergen nog meer tijd en expertise.

Als de voorbereiding pas begint wanneer een fonds klaar is om te handelen, kan het venster al gesloten zijn. De volatiliteit piekt, de kosten stijgen en de implementatie wordt ofwel onbetaalbaar ofwel operationeel onhaalbaar. Omgekeerd krijgen fondsen door vooraf een besluit te nemen om zich voor te bereiden, de mogelijkheid om snel te handelen wanneer het besluit tot uitvoering wordt genomen.

Dit onderscheid speelt ook in op de eeuwige governance-uitdaging van timing. Trustees en beleggingscommissies voelen zich zelden op hun gemak bij het nemen van beslissingen over markttiming. Door voorbereiding los te koppelen van uitvoering, kunnen fondsen overhaaste of reactieve beslissingen vermijden en tegelijkertijd ervoor zorgen dat ze klaar zijn wanneer de omstandigheden om actie vragen. In de praktijk kan dit betekenen dat een externe beheerder – die al gecontracteerd en operationeel is – de markten continu kan monitoren en kan handelen in overeenstemming met vooraf overeengekomen parameters, in plaats van te wachten tot een commissie bijeenkomt in een crisissituatie.

Kortom, voorbereiding vandaag biedt de mogelijkheid van bescherming morgen. Zonder voorbereiding lopen fondsen het risico dat ze op het moment dat ze het meest nodig zijn, geen toegang hebben tot effectieve oplossingen.

2) Verder kijken dan de fiduciair

Het tweede principe gaat over de keuze van de aanbieder. Veel Nederlandse pensioenfondsen wenden zich instinctief tot hun bestaande fiduciaire beheerder voor de implementatie van equity overlay. Dat is begrijpelijk: fiduciaires presenteren zich vaak als een totaaloplossing en door gebruik te maken van hen wordt de vermeende governance-last van het zoeken naar een nieuwe aanbieder vermeden.

Maar dit gemak kan een prijs hebben. Fiduciaires kunnen belangenconflicten hebben, beperkte transparantie in hun prijsstelling of slechts een beperkt aanbod aan interne oplossingen. Overlay-mandaten kunnen bijdragen aan het genereren van interne inkomsten, waardoor het moeilijk is om te beoordelen of de voorgestelde strategie echt de beste in zijn klasse is.

De Nederlandse markt biedt vandaag de dag een breder scala aan aanbieders dan ooit tevoren. Gespecialiseerde overlay-beheerders, kwantitatieve boutiques en vermogensbeheerders met speciale risicodesk concurreren allemaal om mandaten. Verschillende daarvan hebben een sterk bewustzijn ontwikkeld van de WTP-context en de governance-uitdagingen die specifiek zijn voor Nederlandse pensioenfondsen. Het uitvoeren van een competitief proces is niet langer lastig en kan aanzienlijke voordelen opleveren.

In een recent geval kreeg een fonds van € 2-5 miljard een offerte van 8 basispunten per jaar van zijn huidige beheerder voor een tail-risk-overlay. Een competitief proces bracht een marktmediaan van 5 basispunten aan het licht en de uiteindelijke winnaar werd aangesteld tegen 3,8 basispunten (inclusief opties en triggers). In een markt waar transparantie beperkt is en prijzen niet gestandaardiseerd zijn, zijn dergelijke verschillen aanzienlijk.

Door aanbieders buiten de fiduciaire relatie te beoordelen, kunnen fondsen ervoor zorgen dat strategieën onafhankelijk worden ontworpen, concurrerend worden geprijsd en worden uitgevoerd door specialisten met diepgaande uitvoeringservaring.

Conclusie: een venster dat zich sluit

Voor Nederlandse pensioenfondsen vormt de overgang naar Wtp een unieke uitdaging op het gebied van governance. De kans op een ongelegen daling van de aandelenmarkt, in combinatie met een vaste overgangstermijn, creëert risico's die zowel asymmetrisch als onvermijdelijk zijn.

De sleutel is echter niet alleen om te beslissen of er actie moet worden ondernomen, maar ook om ervoor te zorgen dat men daar klaar voor is. Door de beslissing om voorbereidingen te treffen los te koppelen van de beslissing om uit te voeren, krijgen fondsen meer flexibiliteit en worden de valkuilen van reactief bestuur vermeden. Tegelijkertijd biedt het kijken buiten de fiduciaire relatie toegang tot een breder scala aan aanbieders, strategieën en prijstransparantie.

De overgangsdeadline lijkt misschien ver weg, maar in termen van governance is het morgen. Fondsen die nu actie ondernemen – door zich operationeel voor te bereiden, aanbieders te overwegen en parameters te definiëren – zullen goed gepositioneerd zijn om de resultaten van deelnemers te beschermen als de markt turbulent wordt.