Aon: Handelsoorlog drukt dekkingsgraden
May 2, 2025
Pensionfunds
Pension
De indicatieve* gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen is in april gedaald van 120% naar 116%. De aandelenrendementen vielen tegen door de handelsoorlog. Door de dalende rente liepen ook de verplichtingen op. Dit leidde tot een daling van de dekkingsgraad. De indicatieve beleidsdekkingsgraad, gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, bleef in april met 118% stabiel.
Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon, wereldwijd dienstverlener op het gebied van risico-, pensioen- en gezondheidsoplossingen, die dagelijks de hoogte van de gemiddelde dekkingsgraad bijhoudt.
Handelstarieven zorgen voor onrust
In april 2025 kondigde de Amerikaanse president Trump wereldwijde handelstarieven aan, met een basis van 10% op importen uit alle landen, behalve Canada en Mexico. Deze tarieven, die sinds 5 april van kracht zijn, hebben aanzienlijke gevolgen voor de wereldeconomie en markten. Een tweede component, de "wederkerige" tarieven, gebaseerd op het bilaterale handelstekort van de VS, zou op 9 april ingaan. Dit leidde tot verrassende tariefverhogingen voor landen zoals China (34%) en de EU (20%).
De spanningen tussen de VS en China escaleerden snel, met wederzijdse tariefverhogingen die opliepen tot 145% voor Chinese exporten naar de VS en 125% voor Amerikaanse exporten naar China. Hierdoor nam de onzekerheid op de financiële markten snel toe door toegenomen kans op recessie en inflatie. Wereldwijd daalden aandelen in enkele dagen meer dan 10%, waarbij de Amerikaanse dollar 5% zwakker werd ten opzichte van de euro. Door de vlucht naar veilige obligaties daalde de rente in de eurozone.
Op 9 april 2025 maakte Trump plotseling een ommezwaai en schortte de nieuw opgelegde "wederkerige" tarieven 90 dagen op voor landen die bereid zijn te onderhandelen met de VS, met uitzondering van China. Vervolgens schortte de Europese Unie, als reactie op de Amerikaanse staal- en aluminiumtarieven, haar vergeldingsheffing op €21 miljard aan de Amerikaanse importen eveneens voor 90 dagen op. Hierdoor herstelden de markten enigszins.
Door het instellen van handelstarieven verlaagde het IMF de economische groeiverwachting voor 2025 voor verschillende regio's met 0,5% voor 2025. Voor de Verenigde staten daalde de groeiverwachting met 0,8% tot 1,8% en voor de eurozone daalde deze met 0,2% tot 1,4%. Daarnaast daalden de Brent-olieprijzen met 10,9%, nadat OPEC+ leden, waaronder Saoedi-Arabië en Rusland, onverwacht hun olieproductie verhoogden. De Europese Centrale Bank verlaagde haar rentetarief met 0,25% naar 2,25% vanwege de negatieve vraagimpact van de tarieven.
Uiteindelijk wisten aandelen van ontwikkelde markten wat te herstellen, waardoor de daling in april beperkt bleef tot 2,4%. Aandelen emerging markets daalden met 3,7%. In de eurozone daalde de rente op obligaties en steeg de vastrentende waarde portefeuille met bijna 5%. Zo behaalden de meer risicovolle obligaties van hoge kwaliteit een positief rendement, credits stegen 1,0%, terwijl het rendement van obligaties van lagere kwaliteit zoals high yield (-0,2%) en emerging market debt (0,1%) het minder goed deden door het toegenomen spreadrisico. Het totale rendement van de portefeuille bedroeg minus 0,4%.
Rente gedaald, verplichtingen gestegen en vermogen gedaald in maart
Per saldo daalde in een maand tijd de risicovrije rente over de eerste 40 jaar met gemiddeld 22 basispunten. De Ultimate Forward Rate (UFR), waarmee pensioenfondsen de waarde van hun toekomstige verplichtingen berekenen, kwam uit op 1,9%. Door de rentedaling nam de waarde van de verplichtingen toe met ongeveer 3,7%. Door de daling van het vermogen in april met ongeveer 0,4%, daalde de dekkingsgraad met ongeveer 4%-punt.
Handelsoorlog baart zorgen
Nu de pensioenfondsen druk bezig zijn met de transitie zijn dit soort schommelingen in de dekkingsgraad een onwelkome verrassing. Op het dieptepunt in de eerste week van april kon er wel sprake zijn van een daling van de dekkingsgraad van 7%. Veel fondsen hebben de afdekking van het renterisico verhoogd, maar het aandelenrisico staat nog volledig open.
Met 116% dekkingsgraad is er nog steeds wat vet op de botten, maar er zijn ook fondsen die er minder goed voor staan. Bij zulke fondsen komt de transitie ineens in een ander daglicht te staan. Met voldoende dekkingsgraad is het voor de deelnemers gunstig om in te varen en kan de afschaffing van de doorsneepremie gecompenseerd worden. Nu er toch sprake is van een neerwaartse schok, kan dit ineens anders liggen. Aan de andere kant horen beursschommelingen erbij.
Tegenstelling
Pensioenfondsen zijn lange termijn beleggers en hebben normaliter voldoende horizon om schommelingen op te vangen. De vreemde situatie doet zich nu voor dat juist door de transitie pensioenfondsen ineens hele korte termijn beleggers worden. Met name fondsen die 1 januari 2026 al overgaan hebben nog maar 8 maanden te gaan. “Het is zaak om de rust te bewaren”, zegt Frank Driessen, Director Wealth, Aon Nederland. “Aan de ene kant kan er herstel plaats vinden gedurende de rest van het jaar, aan de andere kant zouden fondsen ook een plan moeten hebben hoe het pakket eruitziet als de dekkingsgraad wat minder hoog is.”
Dekkingsgraadbescherming
Wij zien ook dat door deze ontwikkelingen het beschermen van de dekkingsgraad weer prominent op de agenda staat. Ook het afdekken van aandelenrisico wordt overwogen. “Een dergelijke constructie kan zeer kostbaar zijn, afhankelijk van welk deel wordt afgedekt en ook hoeveel daling beschermd wordt”, zegt Driessen. “Dus je moet een goede afweging maken tussen het nadeel van de kosten versus het voordeel van meer zekerheid met goed gevulde reserves in te kunnen varen”. Deze afweging is met name afhankelijk van de asset mix, de actuele dekkingsgraad en de periode tot aan transitiedatum.
Politiek
Ondertussen liepen in de politiek de gemoederen hoog op m.b.t. het voorstel van kamerlid Joseph. Waar zij graag ziet dat er een bindend referendum komt voor het invaren van de bestaande pensioenrechten, raadt de eigen NSC-minister dit juist af. Dit leidde tot een pittige confrontatie en een chaotisch debat, waar een meerderheid voor het voorstel zeer onzeker is. Een complicatie is dat aan het wetsvoorstel de verschuiving van de indieningstermijnen gekoppeld is.
“Wij hopen dat er op dit punt snel duidelijkheid komt en dat de minister een list weet te verzinnen om de noodzakelijke verschuiving toch voor de fondsen te organiseren”, zegt Driessen. “Hoewel er nu geen financiële sancties staan op het te laat indienen van het implementatieplan, voelt het voor veel fondsen niet goed om niet aan de wettelijke termijnen te voldoen. Het zou lucht geven als daar duidelijkheid over is.”
Verschuiving
We zien momenteel, dat met name uitvoerders het moeilijk hebben om de systemen op tijd gereed te hebben. Meerdere fondsen die 1 januari 2026 als beoogde invaardatum hadden hebben moeten concluderen dit te verschuiven. “We verwachten dat nog wel meer fondsen gaan schuiven” zegt Driessen. “De praktijk blijkt weerbarstig en het vraagt veel van de pensioenuitvoerders om beheerst over te gaan naar het nieuwe stelsel. De grote piek verschuift waarschijnlijk naar 2027.”
 |
Handelsoorlog drukt dekkingsgraden
Rotterdam, 1 mei 2025 – De indicatieve* gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen is in april gedaald van 120% naar 116%. De aandelenrendementen vielen tegen door de handelsoorlog. Door de dalende rente liepen ook de verplichtingen op. Dit leidde tot een daling van de dekkingsgraad. De indicatieve beleidsdekkingsgraad, gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, bleef in april met 118% stabiel. Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon, wereldwijd dienstverlener op het gebied van risico-, pensioen- en gezondheidsoplossingen, die dagelijks de hoogte van de gemiddelde dekkingsgraad bijhoudt.
Handelstarieven zorgen voor onrust In april 2025 kondigde de Amerikaanse president Trump wereldwijde handelstarieven aan, met een basis van 10% op importen uit alle landen, behalve Canada en Mexico. Deze tarieven, die sinds 5 april van kracht zijn, hebben aanzienlijke gevolgen voor de wereldeconomie en markten. Een tweede component, de "wederkerige" tarieven, gebaseerd op het bilaterale handelstekort van de VS, zou op 9 april ingaan. Dit leidde tot verrassende tariefverhogingen voor landen zoals China (34%) en de EU (20%). De spanningen tussen de VS en China escaleerden snel, met wederzijdse tariefverhogingen die opliepen tot 145% voor Chinese exporten naar de VS en 125% voor Amerikaanse exporten naar China. Hierdoor nam de onzekerheid op de financiële markten snel toe door toegenomen kans op recessie en inflatie. Wereldwijd daalden aandelen in enkele dagen meer dan 10%, waarbij de Amerikaanse dollar 5% zwakker werd ten opzichte van de euro. Door de vlucht naar veilige obligaties daalde de rente in de eurozone. Op 9 april 2025 maakte Trump plotseling een ommezwaai en schortte de nieuw opgelegde "wederkerige" tarieven 90 dagen op voor landen die bereid zijn te onderhandelen met de VS, met uitzondering van China. Vervolgens schortte de Europese Unie, als reactie op de Amerikaanse staal- en aluminiumtarieven, haar vergeldingsheffing op €21 miljard aan de Amerikaanse importen eveneens voor 90 dagen op. Hierdoor herstelden de markten enigszins.
Door het instellen van handelstarieven verlaagde het IMF de economische groeiverwachting voor 2025 voor verschillende regio's met 0,5% voor 2025. Voor de Verenigde staten daalde de groeiverwachting met 0,8% tot 1,8% en voor de eurozone daalde deze met 0,2% tot 1,4%. Daarnaast daalden de Brent-olieprijzen met 10,9%, nadat OPEC+ leden, waaronder Saoedi-Arabië en Rusland, onverwacht hun olieproductie verhoogden. De Europese Centrale Bank verlaagde haar rentetarief met 0,25% naar 2,25% vanwege de negatieve vraagimpact van de tarieven.
Uiteindelijk wisten aandelen van ontwikkelde markten wat te herstellen, waardoor de daling in april beperkt bleef tot 2,4%. Aandelen emerging markets daalden met 3,7%. In de eurozone daalde de rente op obligaties en steeg de vastrentende waarde portefeuille met bijna 5%. Zo behaalden de meer risicovolle obligaties van hoge kwaliteit een positief rendement, credits stegen 1,0%, terwijl het rendement van obligaties van lagere kwaliteit zoals high yield (-0,2%) en emerging market debt (0,1%) het minder goed deden door het toegenomen spreadrisico. Het totale rendement van de portefeuille bedroeg minus 0,4%.
Rente gedaald, verplichtingen gestegen en vermogen gedaald in maart Per saldo daalde in een maand tijd de risicovrije rente over de eerste 40 jaar met gemiddeld 22 basispunten. De Ultimate Forward Rate (UFR), waarmee pensioenfondsen de waarde van hun toekomstige verplichtingen berekenen, kwam uit op 1,9%. Door de rentedaling nam de waarde van de verplichtingen toe met ongeveer 3,7%. Door de daling van het vermogen in april met ongeveer 0,4%, daalde de dekkingsgraad met ongeveer 4%-punt.
Handelsoorlog baart zorgen Nu de pensioenfondsen druk bezig zijn met de transitie zijn dit soort schommelingen in de dekkingsgraad een onwelkome verrassing. Op het dieptepunt in de eerste week van april kon er wel sprake zijn van een daling van de dekkingsgraad van 7%. Veel fondsen hebben de afdekking van het renterisico verhoogd, maar het aandelenrisico staat nog volledig open. Met 116% dekkingsgraad is er nog steeds wat vet op de botten, maar er zijn ook fondsen die er minder goed voor staan. Bij zulke fondsen komt de transitie ineens in een ander daglicht te staan. Met voldoende dekkingsgraad is het voor de deelnemers gunstig om in te varen en kan de afschaffing van de doorsneepremie gecompenseerd worden. Nu er toch sprake is van een neerwaartse schok, kan dit ineens anders liggen. Aan de andere kant horen beursschommelingen erbij.
Tegenstelling Pensioenfondsen zijn lange termijn beleggers en hebben normaliter voldoende horizon om schommelingen op te vangen. De vreemde situatie doet zich nu voor dat juist door de transitie pensioenfondsen ineens hele korte termijn beleggers worden. Met name fondsen die 1 januari 2026 al overgaan hebben nog maar 8 maanden te gaan. “Het is zaak om de rust te bewaren”, zegt Frank Driessen, Director Wealth, Aon Nederland. “Aan de ene kant kan er herstel plaats vinden gedurende de rest van het jaar, aan de andere kant zouden fondsen ook een plan moeten hebben hoe het pakket eruitziet als de dekkingsgraad wat minder hoog is.”
Dekkingsgraadbescherming Wij zien ook dat door deze ontwikkelingen het beschermen van de dekkingsgraad weer prominent op de agenda staat. Ook het afdekken van aandelenrisico wordt overwogen. “Een dergelijke constructie kan zeer kostbaar zijn, afhankelijk van welk deel wordt afgedekt en ook hoeveel daling beschermd wordt”, zegt Driessen. “Dus je moet een goede afweging maken tussen het nadeel van de kosten versus het voordeel van meer zekerheid met goed gevulde reserves in te kunnen varen”. Deze afweging is met name afhankelijk van de asset mix, de actuele dekkingsgraad en de periode tot aan transitiedatum.
Politiek Ondertussen liepen in de politiek de gemoederen hoog op m.b.t. het voorstel van kamerlid Joseph. Waar zij graag ziet dat er een bindend referendum komt voor het invaren van de bestaande pensioenrechten, raadt de eigen NSC-minister dit juist af. Dit leidde tot een pittige confrontatie en een chaotisch debat, waar een meerderheid voor het voorstel zeer onzeker is. Een complicatie is dat aan het wetsvoorstel de verschuiving van de indieningstermijnen gekoppeld is. “Wij hopen dat er op dit punt snel duidelijkheid komt en dat de minister een list weet te verzinnen om de noodzakelijke verschuiving toch voor de fondsen te organiseren”, zegt Driessen. “Hoewel er nu geen financiële sancties staan op het te laat indienen van het implementatieplan, voelt het voor veel fondsen niet goed om niet aan de wettelijke termijnen te voldoen. Het zou lucht geven als daar duidelijkheid over is.”
Verschuiving We zien momenteel, dat met name uitvoerders het moeilijk hebben om de systemen op tijd gereed te hebben. Meerdere fondsen die 1 januari 2026 als beoogde invaardatum hadden hebben moeten concluderen dit te verschuiven. “We verwachten dat nog wel meer fondsen gaan schuiven” zegt Driessen. “De praktijk blijkt weerbarstig en het vraagt veel van de pensioenuitvoerders om beheerst over te gaan naar het nieuwe stelsel. De grote piek verschuift waarschijnlijk naar 2027.”
|
|
|
Share this post!