Ronde Tafel 'Fiduciair Management, LDI & de Wtp' - Deel 2

Ronde Tafel 'Fiduciair Management, LDI & de Wtp' - Deel 2

Fiduciary Management Pension system Pension
FI-1 - 2024 - RT Fiduciair Management, LDI & de Wtp - Deel 2.jpg

Onder de Wtp is het doel van de beschermingsportefeuille dat het reële pensioen in de opbouwfase de loonontwikkeling bijhoudt en in de uitkeringsfase de koopkrachtontwikkeling. Voor het beschermingsrendement zal per leeftijdscohort worden belegd. Voor het overrendement mag dit niet, maar krijgt elk cohort een percentage van hetzelfde overrendement. Is met het beleggen per cohort voor het overrendement niet een beter resultaat te behalen? Tijdens de Ronde Tafel over Fiduciair Management, LDI & de Wtp gingen tien experts dieper in op dit vraagstuk.

Door Hans Amesz

Dit is deel 2 van het verslag. Deel 1 lees je hier en deel 3 lees je hier.

 

Voorzitter:

Henk Bets, Actuarieel Adviesbureau Confident

 

Deelnemers:

Ralph van Daalen, Goldman Sachs Asset Management

Armijn Eikelboom, Achmea Investment Management

Rik Klerkx, Cardano Bertjan Kobus, Sprenkels

Daniël Rijs, DPS

Karin Roeloffs, Aegon Asset Management

Mark Rosenberg, Pensioenfondsbestuurder

Martin Sanders, AXA Investment Management

Arthur Stroij, Columbia Threadneedle Investments

Jan Willem van Stuijvenberg, Van Stuijvenberg Financial Services

 

Voor het beschermingsrendement mag (of moet) je per cohort beleggen. Voor het overrendement mag dit niet, maar krijgt elk cohort een percentage van hetzelfde overrendement. Is met het beleggen per cohort voor het overrendement niet een beter resultaat te behalen?

Rosenberg: ‘Je maakt juist gebruik van het collectief om spreiding aan te brengen. Eigenlijk is het gunstig dat je geen maatwerk in de overrendementen biedt. Zo kunnen pensioengerechtigden bijvoorbeeld gemakkelijker exposure hebben naar illiquide categorieën.’

Sanders: ‘Je zou het overrendement ook prima per cohort kunnen toewijzen, net als de beschermingsportefeuille. Als je met één returnportefeuille werkt voor alle cohorten, zou je inderdaad bijvoorbeeld kunnen zeggen: ‘Wat moet een tachtigjarige met private equity?’ Maar dat maakt niet zoveel uit, want die heeft toch een heel kleine allocatie daarnaartoe.’

Van Stuijvenberg: ‘De extra mogelijkheid in de FPR – namelijk dat er per cohort een andere asset-mix kan zijn – maakt het mogelijk om accurater bij te sturen op risico. Zo zouden gepensioneerden in de returnportefeuille een groter aandeel inflatiegerelateerde beleggingen kunnen hebben. De extra beweegruimte in de FPR maakt een meer verfijnd risicomanagement mogelijk alsmede een betere sturing op een waardevast pensioen.’

Roeloffs: ‘Dat is een voordeel van de FPR, dat je beter kunt finetunen per leeftijdscohort dan in de SPR theoretisch. Een nadeel is natuurlijk dat je op totaalniveau een minder optimale portefeuille kunt samenstellen en minder liquide beleggingen in die portefeuille kunt opnemen.’

Eikelboom: ‘Ons adagium is: eerst draaien en dan pas verfraaien. De bestaande portefeuille en het bestaande beleid zijn vaak een prima basis voor een goede inrichting onder de Wtp. Verfijningen van beleid en de introductie van nieuwe beleggingscategorieën zijn mogelijk, maar zijn op een later ogenblik wellicht veel geschikter. Een overzichtelijk aantal beleggingen in de FPR beperkt ook de kosten.’

Rijs: ‘Het is wellicht beter om te starten met een basis lifecycle en na verloop van tijd meer maatwerk en finetuning te realiseren van en binnen de lifecycles.’

Eikelboom: ‘Ik zie binnen de FPR duidelijke modules voor rendement, rente en matching. Als je die op beleggingsinhoud per pensioenfonds op maat snijdt, kunnen ze goed passen bij de risicohouding. Houd het vooral overzichtelijk.’

Sanders: ‘Er is een groot verschil in vermogen tussen mensen op pensioendatum. Als je veel spaargeld hebt, wil je misschien meer in een zakelijke waardenportefeuille beleggen dan je pensioenfonds standaard aanbiedt. Die mogelijkheid wordt nu niet geboden, maar ik denk dat dat wel een verbeterpunt zou kunnen zijn. Op het moment dat het belangrijk voor je is, moet je keuzes kunnen maken. Dus wil je meer flexibiliteit in de regelingen.’

Wat is de rol van illiquide beleggingen onder de Wtp?

Klerkx: ‘Pensioenen zijn er voor de lange termijn. Ik hoop dat de overgang naar de Wtp er in ieder geval niet voor gaat zorgen dat er minder illiquide beleggingen komen. Ik denk wel dat dat mogelijk is, maar er moet goed naar gekeken worden.’

Roeloffs: ‘Binnen de SPR is er geen enkele reden om minder in illiquide assets te beleggen. Binnen de rendementsportefeuille kan daarin prima worden belegd. Ook binnen de FPR past een allocatie naar illiquide beleggingen. Ik hoop dat pensioenfondsen die keuze durven blijven maken.’

Stroij: ‘De redenen om in illiquide beleggingen te zitten zijn rendement en diversificatie. Die gaan niet veranderen bij de SPR. Er vindt een verschuiving plaats naar meer rendement maken, dus de rendementsportefeuille zal groter worden en de beschermingsportefeuille steeds kleiner. Als je de beschermingsportefeuille klein maakt, is er minder ruimte voor illiquide beleggingen omdat je liquide assets nodig hebt om je onderpandverplichtingen uit hoofde van swaps te kunnen vervullen. Dat staat soms niet helemaal goed op de radar bij pensioenfondsen. Als je de beschermingsportefeuille klein maakt, is er dan bijvoorbeeld nog ruimte om in hypotheken te beleggen? Dat is een goede vraag, want er zijn nogal wat pensioenfondsen die een vrij grote allocatie naar hypotheken hebben. Een significant deel van je match in hypotheken beleggen is niet mogelijk binnen je beschermingsportefeuille als je je beschermingsportefeuille heel klein maakt.’

Eikelboom: ‘Illiquide beleggingen blijven heel belangrijk vanwege de illiquiditeitspremie die er te behalen valt. Ik zie genoeg mogelijkheden, zowel bij de FPR als bij de SPR, mits er goede schokanalyses zijn gedaan. Een verschil is denk ik dat de waardeoverdrachten, collectief en individueel, in het nieuwe stelsel groot kunnen zijn. Er kunnen grote veranderingen in het vermogen plaatsvinden, waardoor afspraken over de waardering belangrijk zijn: tegen welke waardering stap ik in en uit, zeker als er grote flows zijn? Analyses van ons laten dat ook zien.’

Rosenberg: ‘De verplichting blijft in het huidige stelsel dezelfde, maar straks heb je per persoon een meer fluctuerend vermogen. Daarom zou je graag per maand willen waarderen en is het achterlopen van waarderingen van illiquide beleggingen wel een issue.’

Roeloffs: ‘Dat is een procedurele en communicatie-aangelegenheid.’

Rosenberg: ‘Dat klopt, maar je moet wel goed voor ogen hebben hoe groot de effecten kunnen zijn en daar heldere afspraken over maken.’

Kobus: ‘In de FPR is dat een groter issue dan in de SPR.’

 

Henk BetsHenk Bets (credits Cor Salverius Fotografie) 600x600

Henk Bets heeft na het afronden van zijn studie Actuariële Wetenschappen in diverse functies bij levensverzekeraars gewerkt. Sinds 1996 is hij werkzaam in de pensioensector. Eerst als Hoofd Actuariële Zaken bij PVF Pensioenen en daarna als Directeur en Eigenaar van Actuarieel Adviesbureau Confident. Bets adviseert pensioenfondsen, werkgevers, ondernemingsraden, vakbonden, pensioenuitvoerders en steeds vaker ook deelnemers.

 

Ralph van DaalenRalph van Daalen (credits Cor Salverius Fotografie) 600x600

Ralph van Daalen is Head Fiduciary Clients Netherlands bij Goldman Sachs Asset Management. Hij adviseert al 20 jaar institutionele beleggers en heeft ook ervaring als Bestuurder en Voorzitter van de commissie vermogensbeheer van een pensioenfonds. Eerder was Van Daalen werkzaam voor Robeco, BMO Global Asset Management en Willis Towers Watson.

 

Armijn EikelboomArmijn Eikelboom (credits Cor Salverius Fotografie) 600x600

Armijn Eikelboom is sinds 2011 Account CIO binnen het team Strategisch Portefeuille Advies van Achmea Investment Management. Daar was hij onder andere Manager Investment Strategy. Eerder werkte hij bij Kempen Capital Management. Eikelboom startte zijn loopbaan bij het Economisch Bureau van ING en studeerde Macro en Monetaire Economie aan de Rijksuniversiteit Groningen. 

 

Rik KlerkxRik Klerkx (credits Cor Salverius Fotografie) 600x600

Rik Klerkx is CIO LDI & Private Markets bij Cardano in Nederland, waar hij verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en implementatie van beleggingsstrategieën voor institutionele klanten, vooral in obligaties, impact, private markets en derivaten. Eerder werkte Klerkx bij Nationale Nederlanden (Corporate Treasury), De Nederlandsche Bank (Reserves Manager) en bij J.P. Morgan in Londen (Vice President).

 

Bertjan KobusBertjan Kobus (credits Cor Salverius Fotografie) 600x600

Bertjan Kobus is sinds 2016 Partner bij Sprenkels, waar hij in 2009 begon en eerder al Investment Consultant was. Hij adviseert pensioenfondsen over onder meer de invulling van het strategisch beleggingsbeleid en risicomanagement en is ook actief in het selecteren en evalueren van vermogenbeheerders. Kobus heeft een Master in Applied Mathematics in Financial Engineering van de Universiteit van Twente.

 

Daniël RijsDaniël Rijs (credits Cor Salverius Fotografie) 600x600

Daniël Rijs is Senior Investment Manager bij pensioenuitvoerder DPS. Hij is medeverantwoordelijk voor de strategische beleidsadvisering voor het beleggingsbeleid van de pensioenfondsen die klant zijn bij DPS. Rijs is daar in 1997 begonnen als Portfoliomanager Vastrentende Waarden (en renteoverlay) en ALM-adviseur. Hij heeft Econometrie gestudeerd aan de Universiteit van Tilburg.

 

Karin RoeloffsKarin Roeloffs (credits Cor Salverius Fotografie) 600x600

Karin Roeloffs is sinds 2020 Hoofd Fiduciair Management bij Aegon Asset Management. Zij heeft ruim 30 jaar ervaring met het beleggen voor en adviseren van institutionele partijen. Daarnaast werkte zij als directeur van een pensioenfonds en was zij bestuurder en toezichthouder bij onder andere pensioenfondsen. Roeloffs heeft Economie gestudeerd aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam en aan het Europa College in Brugge.

 

Mark RosenbergMark Rosenberg (credits Cor Salverius Fotografie) 600x600

Mark Rosenberg is onafhankelijk bestuurder met als specialisatie vermogensbeheer bij drie bedrijfstakpensioenfondsen: BPL Pensioen, Woningcorporaties (SPW) en BPF Schilders. Daarnaast is hij Docent bij SPO Nyenrode op het gebied van uitbestedingsmanagement. In de afgelopen 15 jaar heeft hij als expertlid deelgenomen aan beleggingsadvies- en risicocommissies bij verschillende pensioenfondsen. Rosenberg begon in het bankwezen. 

 

Martin SandersMartin Sanders (credits Cor Salverius Fotografie) 600x600

Martin Sanders is sinds 2020 werkzaam bij AXA Investment Managers als Head of Pension Investments. Hiervoor was hij drie jaar Managing Director bij Altis Investment Management. Sanders werkt sinds 1991 in de Nederlandse en Europese pensioenwereld. Gedurende 11 jaar was hij CIO bij Univest Company. Zijn expertise omvat onder andere de ontwikkeling van matching solutions, strategische assetallocatie, managerselectie en impactbeleggingen.

 

Arthur StroijArthur Stroij (credits Cor Salverius Fotografie) 600x600

Arthur Stroij is Client Portfolio Manager in het LDI-team bij Columbia Threadneedle Investments. Hij is verantwoordelijk voor strategisch advies en portefeuillebeheer van LDI-mandaten in Europa. Hij werkte eerder als Consultant bij Towers Watson en rechtsvoorgangers. Stroij heeft een Master in Quantitative Finance van de Universiteit van Tilburg en een Master in Actuarial Science van de TIAS School for Business and Society

 

Jan Willem van StuijvenbergJan Willem van Stuijvenberg (credits Cor Salverius Fotografie) 600x600

Jan Willem van Stuijvenberg studeerde in 1998 af aan de Universiteit van Tilburg met als afstudeerrichting Geld, Krediet en Bankwezen. Daarna begon hij als Strategist bij ABP en volgde hij een postdocopleiding Econometrie voor vermogensbeheerders. Na ABP werkte van Stuijvenberg voor De Lage Landen en Philips Pensioenfonds. Hij is nu eigenaar van Van Stuijvenberg Financial Services dat zich voornamelijk richt op risicomanagement.

 

Attachments