Schroders: Wat betekenen de hogere energieprijzen voor Europa en opkomende markten?

Schroders: Wat betekenen de hogere energieprijzen voor Europa en opkomende markten?

Inflation Energy Transition
Inflatie (05) rente

Europa staat aan de vooravond van de winter en ondertussen schieten de energieprijzen door het dak. Het onderstreept de noodzaak om meer te investeren in technologie voor de energietransitie, schrijft Mark Lacey, hoofd commodities bij Schroders. Europa bevindt zich in het centrum van de storm, veroorzaakt door de hoge energieprijzen. Maar Europa is niet de enige op het wereldtoneel. China kampt met energietekorten. En ook in de opkomende markten zijn er winnaars en verliezers te vinden, voegt David Rees, senior econoom opkomende markten bij Schroders, eraan toe.

Meer investeren in energietransitie
Hoofdoorzaak voor de sterk gestegen energieprijzen is een tekort aan aardgas. Dat wordt gezien als een overgangsbrandstof voor elektriciteitsopwekking. Het is zeker geen langetermijnoplossing, maar een tussenstap van kolen naar duurzame energie. Omdat het geen langetermijnoplossing is wordt er ook minder in geïnvesteerd. Daarnaast zijn de gasvoorraden op dit moment wereldwijd laag. En dat valt net samen met de huidige stijgende vraag. De situatie laat zien hoe belangrijk het is dat de investeringen in de energietransitie snel toenemen. 
 
2610 Schroders (1)
Gastekort niet zomaar opgelost
Er is volgens Lacey geen snelle oplossing voor het gastekort. Uit het Groninger gasveld wordt minder opgepompt. Europa wordt meer afhankelijk van Russisch gas. Maar Rusland wacht nog op een akkoord rond de Nordstream2 pijpleiding. Schroders voorziet pas rond juni volgend jaar ontspanning optreden in de energieprijzen. De hogere energieprijzen werken helaas door in de toch al hoge inflatiecijfers. Bedrijven en consumenten draaien uiteindelijk op voor de hogere prijzen en dat zal impact hebben op de economie. 
2610 Schroders (2)
 
Fossiel is uit de gratie, dus ook niet gewild om in te investeren
In de opkomende markten zorgen de hoge energieprijzen voor winnaars en verliezers, stelt David Rees, senior econoom opkomende markten bij Schroders. Op de lange termijn leidt de energietransitie tot een afnemende vraag naar fossiele brandstoffen. Dat zorgt ervoor dat op de korte termijn minder bereidheid is om te investeren in nieuwe capaciteit. Dat kan leiden tot perioden van hogere fossiele brandstofprijzen.
 
EM winnaars: de exporteurs
Winnaars in de opkomende markten zijn overduidelijk de netto-exporteurs van fossiele brandstof. Die zijn te vinden rond de Golf, maar ook Rusland is een winnaar. De hogere energieprijzen geven de handelscijfers een impuls en verbeteren de betalingsbalans. Overheden die sterk afhankelijk zijn van energie-export, kunnen met de hogere inkomsten hun fiscale positie verbeteren. De meeste opkomende olieproducerende landen hebben een prijs van minimaal 60 dollar per vat nodig om hun begroting in balans te krijgen. De structureel hogere prijs geeft hen een begrotingsoverschot. De grootste impact heeft dit op landen met een hoge schuldpositie, zoals Angola en Ecuador. 
 
2610 Schroders (3)
 
EM verliezers: de importeurs
Tot de verliezers behoren de netto-importeurs van energie. Dat zijn veel opkomende landen in centraal Europa en Azië. De hogere prijzen hebben een negatieve impact op de financiële positie van die landen. Productiekosten stijgen en het reële inkomen daalt als gevolg van de hogere inflatie. 
 
Rees wijst erop dat de meeste opkomende landen deze energiecrisis ingaan in betere financiële omstandigheden. Door de coronacrisis zijn de importen gedaald, en hebben de meeste opkomende landen een overschot op de lopende rekening. Kwetsbaar zijn de landen die een tekort financieren met kortetermijnkapitaal, zoals Egypte, Turkije en Roemenië. Hogere importkosten vallen samen met de Fed die het beleid wil verkrappen, zorgen over stagflatie en groei in China. Dat kan de wisselkoersen in deze opkomende landen onder druk zetten.
 
Energieprijzen stuwen inflatie nog hoger
Tot slot ziet Rees het gevaar, dat de hogere energiekosten leiden tot hogere inflatie. In de opkomende landen draagt energie voor 5% tot 10% bij aan de CPI. De vooruitzichten voor energie-inflatie zijn minder gunstig. Hogere inflatie kan de obligatiemarkten flink opschudden, en leiden tot een langere cyclus van renteverhogingen.
 
2610 Schroders (4)