Han Dieperink: Kansen en risico’s rondom de Amerikaanse verkiezingen

Han Dieperink: Kansen en risico’s rondom de Amerikaanse verkiezingen

United States Politics
Han Dieperink (Ruben Eshuis Photography)

Door Han Dieperink, Strategic Partner van Auréus

De Amerikaanse verkiezingen van 3 november worden gezien als de belangrijkste van de huidige generatie. Beleggers zien twee risico’s.

Het eerste risico is dat een ruime overwinning van de Democraten ervoor zorgt dat ze zowel in het Huis als de Senaat een meerderheid krijgen. Met Joe Biden als president kunnen de Democraten eenvoudig veranderingen doorvoeren: hogere belastingen, een verdubbeling van het minimumloon en vergaande regulering die drukken op de bedrijfsresultaten.

Het tweede risico is dat na een nek-aan-nek race de verkiezingsuitslag door één van de kandidaten zal worden aangevochten, met als gevolg sociale en politieke onrust. De verijdelde ontvoering van de gouverneur van Michigan vormt dan slechts het topje van de ijsberg.

Het eerste risico is een reëel risico. Naast de stijgende lasten voor het bedrijfsleven, kan een Democratische overwinning voor een verandering in het buitenlands beleid zorgen die de Amerikaanse dollar zal verzwakken.

Het tweede risico is overdreven. Het Amerikaanse systeem is zo ingericht dat er hoe dan ook op uiterlijk 20 januari 2021 een nieuwe president wordt geïnaugureerd. Aan rechtszaken om de uitslag aan te vechten worden tijdslimieten geteld. Ook bij Bush versus Gore in 2000 zijn de deadlines gehaald. Dit systeem heeft in de geschiedenis aanslagen, afzettingsprocedures en rellen kunnen overleven en dat zal ook dit keer het geval zijn.

Zelfs na de uitslag van de verkiezingen is het niet duidelijk hoe de markt zal reageren. Bij de vorige presidentsverkiezingen werd snel duidelijk dat Trump de volgende president zou worden. Markten reageerden aanvankelijk negatief, maar toen duidelijk werd dat de Republikeinen zowel in het Huis van Afgevaardigden als in de Senaat een meerderheid zouden krijgen, herstelden markten snel.

Alleen als het volledige Congres en de president dezelfde kleur hebben, is het mogelijk om de eigen politieke agenda te implementeren. In het geval van de eerste twee jaar van Trump betekende dit onder andere belastingverlagingen en vergaande deregulering, met als gevolg een sterke stijging van de gemiddelde winst per aandeel. Op het moment dat het congres is verdeeld, wordt ook wel gesproken over een ‘lame duck president’. De president is dan aangeschoten wild en in de huidige sterk gepolariseerde Amerikaanse politiek is het onmogelijk om tot wetgeving te komen die tot verandering zal leiden.

Er zijn twee uitzonderingen: China en Big Tech. Zowel de Democraten als de Republikeinen zijn het er over eens dat China moet worden aangepakt. China is de vijand, of in ieder geval een probleem. Alleen de manier waarop het Rijk van het Midden moet worden aangepakt verschilt. De Democraten zullen minder de nadruk leggen op een handelsoorlog, maar juist meer op de mensenrechten. Maar de Democraten willen ook de technologische voorsprong van de Verenigde Staten behouden.

De Chinezen hebben minder problemen met een handelsoorlog dan met maatregelen die mogelijk de integriteit van het grondgebied van de Volksrepubliek aantasten. Volgend jaar bestaat de Chinese Communistische Partij 100 jaar en na de verdere integratie van Hongkong staat nu de afvallige provincie Taiwan op agenda. Ook de antitrust-zaken tegen de grote techbedrijven worden zowel door de Democraten als door de Republikeinen gesteund. De motieven verschillen wellicht, maar de uitkomst is hetzelfde.

Het monetaire beleid zal niet veranderen door de verkiezingsuitslag, maar dat is vooral omdat de centrale bank – ondanks inspanningen van Trump – een onafhankelijke positie kan blijven innemen. Het monetaire beleid wordt uiteindelijk bepaald door de inflatie, niet door de politieke kleur in het witte huis.

Wat er wel van kan veranderen als de volledige regering een blauwe kleur heeft (blauw is de kleur van de Democraten, rood van de Republikeinen), zijn hogere belastingen, strengere regulering, de bestemming van de overheidsbestedingen, het buitenlands beleid en de financiering van de gezondheidszorg. De overheidsbestedingen zullen hoe dan ook stijgen, maar onder de Democraten nog wat sterker dan onder de Republikeinen.

Biden wil maar liefst 3,5 biljoen dollar investeren, het grootste investeringsprogramma sinds de Tweede Wereldoorlog. Hij wil de Amerikaanse economie herstructureren door middel van groene projecten om de klimaatverandering aan te pakken. Reken daarbij op subsidies voor schone auto’s, groene gebouwen en een impuls voor het openbaar vervoer. Schone energie, volgens de Amerikanen energie uit wind, zon, nucleair of waterkracht, zullen profiteren. Op korte termijn moet er een besluit worden genomen over de financiering van de gezondheidszorg en de uitslag van de verkiezingen speelt hierin een belangrijke rol.

De Amerikaanse politiek is vergaand gepolariseerd en dit is ook zichtbaar in de samenleving. Die polarisatie begon in de politiek. Onder invloed van de Tea Party schoven de Republikeinen op naar rechts en in reactie daarop schoof een deel van de Democraten onder leiding van Bernie Sanders op naar links. Het gevolg van deze polarisatie is een beginnende verzuiling op basis van politieke kleur. Republikeinse stemmers praten alleen nog met Republikeinen en Democratische stemmers alleen nog met Democraten. Die verzuiling is zichtbaar in de media, in woonwijken en in lokale organisaties en clubs.

Het presidentschap van Trump heeft in belangrijke mate bijgedragen aan deze splijting van de Amerikaanse samenleving. Op het moment dat Trump van het toneel is verdwenen, is het goed mogelijk dat gematigde Democraten en gematigde Republikeinen toenadering zoeken. Zo valt een nieuwe ‘Green Deal’ in beide kampen goed. Zeker op het moment dat de Republikeinen de meerderheid behouden in de Senaat zijn beide partijen wel veroordeeld tot samenwerken. Gelet op de grote uitdagingen voor de Amerikaanse politiek is samenwerking ook noodzakelijk. Een beweging naar het gematigde midden valt dan ook niet uit te sluiten.

Het is onwaarschijnlijk dat de uitkomst van de Amerikaanse verkiezingen de richting van de financiële markten zal veranderen. Beurzen stijgen onder Democratische presidenten en onder Republikeinse presidenten. Beide partijen blijven fiscaal stimuleren en samen met de liquiditeitsinjecties van de centrale banken heeft dit wel een grote invloed op de financiële markten. Uiteraard is er onzekerheid over de uitkomst van de verkiezingen en dat kan de markten in beweging zetten, maar we weten ook dat met het verstrijken van de tijd er na 3 november automatisch meer duidelijkheid komt. Minder onzekerheid heeft vrijwel altijd een positief effect op de financiële markten.

De afnemende onzekerheid is ook een prima basis voor een sterke groei van de economie in 2021. Een jaar waarin de invloed van het coronavirus zal afnemen, waardoor de economische groei ook nog eens kan verbreden. Dat is wellicht ook het moment dat de inflatie oploopt, maar zo lang centrale banken de rente laag houden is dit positief voor de aandelenmarkt. Spaarders en houders van obligaties blijven wel de rekening betalen voor de hoge schuldenberg, in de vorm van een langer te laag blijvende rente.