Schroders: Waarom actief passief in EM-aandelen overtreft

Schroders: Waarom actief passief in EM-aandelen overtreft

Emerging Markets

Sinds de MSCI Emerging Markets Index eind jaren tachtig voor het eerst werd gelanceerd, is er veel veranderd. Kirsty McLaren, Investment Director, Emerging Market Equities bij Schroders, zet de evolutie van EM-aandelen op een rij. Ze analyseert waarom de kosten van bèta zijn gedaald en legt uit waarom een ​​actieve benadering nog steeds loont in opkomende markten.

Beleggers debatteren al jaren over de voordelen van actief versus passief beheer. In bepaalde activaklassen, zoals Amerikaanse large-cap aandelen, lijkt passief beheer duidelijk aan de winnende hand. Passief is nu goed voor zo’n 55% van het beheerde vermogen in Amerikaanse large-cap aandelen, tegenover 35% in 2013. In opkomende markten (EM) duurt het actief-passief debat nog voort.

Geduld en een lange horizon

In de afgelopen 30 jaar hebben EM-aandelen een positief risicogewogen rendement op de lange termijn opgeleverd. Daarnaast spelen deze aandelen een belangrijke rol in de spreiding van een portefeuille. Bij deze beleggingscategorie zijn echter geduld en een lange horizon vereist. Want er zijn perioden geweest waarin de prestaties van opkomende markten achterbleven bij ontwikkelde markten. 

De kosten van op de beurs verhandelde EM-aandelenfondsen (ETF's) variëren, maar in het algemeen profiteren ze van schaalvoordelen. Hoe groter de ETF, hoe hoger het gemiddelde dagvolume (ADV). Hogere ADV's betekenen meestal krappere bied-/laatspreads omdat er meer transacties op de secundaire markt zijn. Veel EM-aandelen ETF's verminderen ook hun lopende totale-kostenratio's (TER's) en hun trackingfouten door middel van securities lending-programma's. De opbrengst helpt om lagere beheersvergoedingen te compenseren, en een deel daarvan kan ook met de ETF zelf worden gedeeld. De kosten zijn in de loop der tijd gedaald omdat de ETF-aanbieders marktaandeel hebben nagestreefd en hun AUM is gestegen.

Waarom toch actief beheer EM-aandelen?

In de afgelopen 20 jaar heeft de diversiteit van de mogelijkheden binnen EM consequent geleid tot een hoge spreiding van het rendement over de gehele linie. Dat wil zeggen dat de spreiding van alle individuele indices en landenrendementen breed is geweest. Hierdoor ontstaan mogelijkheden voor actieve managers om waarde toe te voegen door middel van landentoewijzing en aandelenselectie.

McLaren toont aan dat factoren zoals waarde en omvang geen consistente voorspellers zijn van prestaties in de tijd en benadrukken de moeilijkheid van een passieve benadering van ESG-beleggen. Daar ligt dus ruimte voor actieve beheerders om extra waarde toe te voegen boven het marktgemiddelde.

De marktstructuur is een ander argument waarom EM-aandelen interessant zijn voor actieve beheerders. Op de aandelenbeurzen in opkomende markten is een groter aantal particuliere beleggers actief, wat kansen biedt voor actieve fondsbeheerders.

Hoe worden de prestaties van actief versus passief gemeten?

De afgelopen vijf jaar heeft een groot aantal actief beheerde EM-fondsen beter gepresteerd dan passieve beleggingsproducten in opkomende markten. Selectie is van belang. Maar belangrijker dan het best presterende fonds te kiezen, is het vermijden van de slecht presterende fondsen. 

McLaren stelt dat een fonds minimaal een jaar, maar bij voorkeur drie jaar aangehouden moet worden voordat het beter gaat presteren. Beleggers moeten vertrouwen hebben dat een fondsbeheerder alpha kan opleveren, maar ook dat hij vasthoudt aan zijn beleggingsbeleid.