J.P. Morgan Private Bank: Dominantie dollar onder druk

Sinds de invoering van de Amerikaanse invoertarieven staat de Amerikaanse dollar onder druk. Hoewel wereldwijde markten het moeilijk hebben, valt vooral op dat de volatiliteit zich sterk concentreert in Amerikaanse beleggingen. Op sommige dagen vonden er zelfs gelijktijdig verkopen plaats in Amerikaanse aandelen, obligaties en de dollar – een zeldzaam fenomeen.
Deze marktbewegingen lijken te worden gedreven door ongekende beleidsonzekerheid, die het vertrouwen van wereldwijde beleggers in de Amerikaanse markten aantast. Dat leidt tot hogere risicopremies op Amerikaanse beleggingen en zet beleggers ertoe aan hun allocaties te heroverwegen. De traditionele status van de dollar als 'veilige haven' komt hierdoor onder druk te staan, stellen Matthew Landon, Global Investment Strategist, en Samuel Zief, Global Macro Strategist & Head of Global FX Strategy van J.P. Morgan Private Bank.
Waarom de status van de dollar ertoe doet
De VS importeert structureel meer dan het exporteert en heeft dus een extern tekort. Dat tekort moet worden gefinancierd door een aanzienlijke instroom van buitenlands kapitaal. In het afgelopen decennium was dat geen probleem, gezien de aantrekkingskracht van Amerikaanse markten. Maar nu die aantrekkingskracht structureel afneemt, dreigt een zwakkere dollar en minder outperformance van Amerikaanse beleggingen. Een vergelijkbaar scenario speelde zich af in het VK in 2022, toen het land geconfronteerd werd met zorgen over financiële stabiliteit.
Toch zal een verschuiving in beleggingsportefeuilles en valuta-allocaties niet van de ene op de andere dag plaatsvinden. De dominantie van de VS is het bepalende thema sinds de wereldwijde financiële crisis, met als gevolg dat de Amerikaanse weging in de MSCI World Index een recordhoogte bereikte. Buitenlandse beleggers dekken bovendien steeds minder valutarisico af op hun Amerikaanse beleggingen.
Volgens recente kapitaalstromen hebben binnenlandse beleggers de dip gekocht, terwijl buitenlandse beleggers Amerikaanse aandelen in recordtempo van de hand doen – zelfs sneller dan tijdens de coronaschok. En het blijft niet bij aandelen: vooral Europese beleggers verkopen op ongebruikelijke schaal Amerikaanse beleggingen.
Hoewel de status van de dollar als wereldreservemunt voorlopig niet op het spel staat, kan aanhoudende rotatie uit Amerikaanse beleggingen het huidige cyclische dal in de dollar ombuigen tot een meer structurele verzwakking. Ter illustratie: eerdere langdurige perioden van dollarzwakte (1970-1980, 1985-1992, 2002-2008) leidden doorgaans tot een waardedaling van circa 40% over vijf tot tien jaar. Het is te vroeg om definitieve conclusies te trekken, maar portefeuilles zouden wel voorbereid moeten zijn op deze mogelijkheid.
Wat betekent dit voor valutadiversificatie?
De Amerikaanse economie en markten hebben jarenlang bovengemiddeld gepresteerd. Daardoor is de dollarweging in veel portefeuilles fors opgelopen – vaak zonder dat beleggers zich daarvan bewust waren. 2025 heeft aangetoond hoe riskant dat kan zijn. Een wereldwijde beleggingsportefeuille met 60% aandelen en 40% obligaties zou voor een eurobelegger zonder valutahedge op 10 april 2025 ruim 10% in lokale valuta zijn gedaald. Met valutadekking zou dat verlies zijn gehalveerd tot circa 5%. Dat is nog altijd geen goed resultaat, maar wel minder slecht.
Nu de risico’s voor de dollar vooral neerwaarts zijn, is het volgens Landon raadzaam voor beleggers – vooral als zij hun vermogen in andere valuta meten – om hun valuta-allocatie opnieuw te evalueren als onderdeel van een doelgerichte beleggingsstrategie.
Centrale banken als voorbeeld
Hoewel elke situatie anders is, kan het voor diversificatieperspectief zinvol zijn om naar centrale bankreserves te kijken. Centrale banken hebben lange beleggingshorizonnen en zijn gericht op waardebehoud, liquiditeit en veiligheid. Met bijna $13 biljoen aan activa neigen zij naar valuta’s met diepe, liquide markten en een breed beleggingsuniversum. Hun grootste niet-dollarallocaties zitten in goud, euro’s, Japanse yen en Britse ponden. Daarnaast gebruiken zij ook valuta’s als de Chinese renminbi, Zwitserse frank, Australische dollar en Canadese dollar voor spreiding.
Landon en Zief pleiten voor een grotere allocatie naar alternatieve reservemunten die een lage correlatie vertonen met wereldwijde groei. De euro en de yen lijken hier de meest logische kandidaten. Europese beleggers hadden eind 2024 nog meer dan $4,5 biljoen in Amerikaanse aandelenbeleggingen. Ook goud blijft volgens hem een solide diversificatie-instrument tegen dollarzwakte, mede door zijn tastbare waarde. De populariteit van goud groeit naarmate geopolitieke spanningen toenemen. Voor particuliere beleggers is het echter belangrijk te beseffen dat goud geen inkomsten genereert en dus een evenwichtige allocatie vereist.
Hoe een diversificatiestrategie eruit kan zien
Er bestaat geen universeel recept voor valutadiversificatie. Maar ter illustratie: van een portefeuille die 100% in dollars belegd is, kan een niet-dollarblootstelling van circa 30% een gebalanceerd doel zijn. Dat komt overeen met het niet-Amerikaanse deel in de MSCI World Index. Binnen die 30% kan het grootste deel naar euro-genoteerde effecten gaan, waar Landon en Zief kansen zien in zowel aandelen als vastrentende waarden. De volgende grootste allocaties zouden naar goud kunnen gaan (in fysieke of andere vorm) en de Japanse yen (via geselecteerde aandelen). De resterende allocaties kunnen kleiner zijn, maar dragen bij aan waardevolle spreiding en mogelijk hogere rendementen.
Nu er tekenen zijn dat de Amerikaanse dollar structureel aan kracht verliest, is het logisch dat beleggers hun portefeuilles heroverwegen. Volgens Landon en Zief is het verstandig om Amerikaanse beleggingen aan te vullen met wereldwijde beleggingen en valuta, en zo beter voorbereid te zijn op een mogelijke verschuiving naar een nieuwe valutacyclus.