Harry Geels: De heilloze weg van homeland economics

Harry Geels: De heilloze weg van homeland economics

Economie algemeen
Harry Geels (foto credits Cor Salverius)

Door Harry Geels

Sinds vorige week hebben we er weer een nieuw economiewoord bij: ‘homeland economics’, een economie die sterk beïnvloed wordt door toenemend, protectionistisch overheidsbeleid, waarbij tevens de vrije markten onder druk staan. Een alarmerende trend, zo merkt The Economist terecht op. Er is mogelijk een beter alternatief voor homeland economics.

Het kan geen toeval zijn dat The Economist in het 300-ste geboortejaar van de Schot Adam Smith, die wel gezien wordt als de grondlegger van de economische wetenschap, vorige week een groot dossier over homeland economics publiceerde, met als titel: ‘Zijn de vrije markten geschiedenis?’ en met als ondertitel: ‘Overheden gooien de principes die de wereld rijk hebben gemaakt overboord.’ Homeland economics is ‘een protectionistische, door veel subsidies en interventies gedreven ideologie die wordt beheerd door een ambitieuze staat’.

Er zijn vier redenen waarom homeland economics juist nu ontstaat en drie redenen waarom het niet gaat werken. Dan rest de vraag: ‘Hoe nu verder?

Vier veel gehoorde argumenten voor homeland economics

De aanhangers van homeland economics beroepen zich grofweg op vier argumenten. De eerste kwam boven drijven tijdens de COVID-19 crisis, toen de lockdowns tot problemen in de aanbodketens leidde. Het idee vatte post dat het beter was dat landen, of nauw aan elkaar gelieerde regio’s, economisch zelfvoorzienend moesten opereren, ook wat betreft de ontginning van grondstoffen. Toen begin dit jaar in Zweden een grote vondst van zeldzame metalen werd gedaan, werd de berichtgeving hierover door de EU op groteske wijze georkestreerd.

De tweede reden waarom we ons economisch terugtrekken, is de grote boze buitenwereld. De VS ziet China als een economische bedreiging en begint Europa mee te nemen in deze visie. Verder is Rusland natuurlijk een grote oorlogszuchtige vijand geworden die bovendien, althans als we de berichtgeving mogen geloven, via mediatrollen onze mening probeert te beïnvloeden. Onze persoonlijke data zouden ook niet meer veilig zijn. Daarom moeten die eigenlijk ook lokaal, of in de EU, worden opgeslagen.

De energietransitie is de derde reden. Het idee is ontstaan dat de markten hebben gefaald en dat de overheid de transitie naar zich toe moet trekken. Omdat iedere grote regio – China, Europa en de VS – hier zo zijn eigen ambitieniveaus heeft, wil men dat vooral op een eigen manier doen, waarbij ook de aloude industriepolitiek – eigen bedrijven met subsidies bevorderen – weer van stal wordt gehaald. Ten vierde moeten ongelijkheid en de sterk gestegen prijzen, ook vermeend ontstaan door de vrije markten, worden aangepakt.

Drie redenen waarom homeland economics niet zal werken

The Economist noemt homeland economics een alarmerende trend. Het zakenblad toont aan dat het neo-liberalisme 2.0 (Reagonomics, begonnen begin jaren tachtig) veel economische voorspoed heeft gebracht in de wereld: het aantal mensen dat onder de armoedegrens leeft is gedaald. Hetzelfde geldt voor de ratio de rijkste 10% versus de onderste 50%. Er zijn echter ook problemen ontstaan: de top 1%-rijksten zijn enorm rijk geworden, de groei loopt tegen de planetaire grenzen aan en oligopolies benadelen de consumenten.

Figuur: 1 Economische voorspoed door het neo-liberalisme 2.0

10102023-Harry Geels-Figuur 1

Bron: The Economist

De eerste reden waarom homeland economics niet zal werken, is dat deze ideologie een verkeerde analyse maakt van de huidige problemen. Het probleem is niet dat het neo-liberalisme 2.0 faalt. Het probleem is dat het systeem is doorgeslagen en er te veel van de oorspronkelijke goede principes van het kapitalisme is afgeweken. Er is een schadelijke vorm van ‘corporate welfare state’ ontstaan, waarin topmensen te exorbitant worden beloond en te veel fiscale ontwijkingsroutes worden gezocht. Een betere oplossing is het oorspronkelijke neo-liberalisme 2.0 te herstellen.

De tweede reden is de rol van de overheid. Uit het verleden weten we dat de staat niet efficiënter problemen oplost dan het bedrijfsleven. Kort door de bocht legt Nobelprijswinnaar Milton Friedman in anderhalve minuut uit waarom dit zo is. Volgens The Economist gaan we in homeland economics de staat overbelasten met onhaalbare verantwoordelijkheden. Ten derde zal een inefficiënte overheid de snel en noodzakelijk geachte maatschappelijke en technologische veranderingen frustreren.

Hoe nu (beter) verder?

Zoals The Economist stelt, zal homeland economics niet snel te stoppen zijn: ‘Mensen houden er nu eenmaal van om geld van anderen uit te geven.’ Of zoals Lex Hoogduin recent in een interview met Financial Investigator zei: ‘Mensen, vooral intellectuelen (waaronder opiniemakers), geloven liever in de maakbare samenleving, dan in de onzichtbare hand van de vrije markt. Waarschijnlijk hebben mensen ook behoefte aan houvast, een Vadertje Staat die voor hen Utopia bouwt.’

Een geheel andere denkrichting is die van de eerdergenoemde Adam Smith, die het concept van de onzichtbare hand van de vrije markt als leidraad voor onze welvaart heeft beschreven in zijn magnus opus The Wealth of Nations. Wat veel mensen minder goed weten, is dat Smith eigenlijk filosoof was, die met een ander (beter leesbaar) boek, The Theory of Moral Sentiments, de ethische, filosofische, psychologische en methodologische onderbouwing geeft van zijn economische principes.

Smith stelt dat buitensporige concentratie van rijkdom geen goede zaak is, dat eerlijke concurrentie goed is als de lonen stijgen en dat belastingen nodig zijn. Hij ageerde tegen grote machtsconcentraties als die van de East India Company die een ‘extractieve’ vorm van kapitalisme zou hanteren. Ook sprak Smith in zijn Wealth of Nations van een ‘steady state economy’, waarin groei op zichzelf niet het doel is, maar waarin er een evenwicht moet worden gevonden tussen bevolkingsgroei en economische groei. Tot slot moet de vervuiler betalen.

Een meer ethisch-filosofische oplossing van de problemen in het huidige systeem, zoals Smith die al voor de Industriële Revolutie ontwikkelde, is een betere route dan het concept van homeland economics, dat vooral drogredenen als onderbouwing kent. Eerder gaf ik een recensie van Francis Fukuyama’s boek ‘Liberalism and its discontents’, waarin zeven principes voor een betere liberale samenleving worden beschreven. Een daarvan was, verrassend genoeg, ook een filosofische: die van de Stoïcijnse matiging. Dit kan een beter alternatief zijn dan homeland economics.

Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels