Bob Homan: De opkomst van de ‘denkeconomie’

Bob Homan: De opkomst van de ‘denkeconomie’

Kunstmatige intelligentie Arbeidsmarkt
Bob Homan (Cor Salverius Fotografie) 980x600

Door Bob Homan, Hoofd van het ING Investment Office

Laten we het nog eens hebben over artificiële intelligentie (AI). Het is immers hèt grote thema op de financiële markten dit jaar. En hun redding, want zonder de mooie rendementen van de met kunstmatige intelligentie geassocieerde aandelen zou het een waardeloos beursjaar zijn geweest.

Waar bestaat de fantasie uit die in de AI-aandelen geslopen is? Marktvorsers zijn het erover eens dat kunstmatige intelligentie veel invloed gaat hebben op ons leven en zeker op de manier waarop we ons werk doen. Welke toepassingen we gaan vinden naast ChatGPT is nog ongewis, maar over het algemeen zullen er op de werkvloer een aantal taken makkelijker en uiteindelijk met minder mensen uitgevoerd kunnen worden.

Kunstmatige intelligentie en productiviteitsgroei

De arbeidsproductiviteit zou dus moeten stijgen. Zelf denk ik dat dit effect beperkt is. In een aantal sectoren zal de productiviteit door AI inderdaad fors toenemen, maar waar gaan alle arbeidskrachten naartoe die hierbij vrijkomen? Het creëren van banen maakt de economie als geheel niet productiever.

Als we naar de recente geschiedenis kijken, is de productiviteitsgroei tijdens de periode van digitalisatie beperkt geweest. Althans, in een aantal sectoren is zeker een forse productiviteitstoename te zien, maar tegelijkertijd gingen veel vrijgespeelde arbeidskrachten in sectoren werken die het niet goed doen in de productiviteitsstatistieken. Denk daarbij aan de opkomst van allerlei soorten (mental) coaches, trainers en (fysio)therapeuten.

Automatisering en zingeving

De opkomst van dergelijke beroepen is duidelijk vraag-gedreven: mensen hebben – zeker in een tijd van digitalisering – behoefte aan persoonlijk contact en zingeving. Zo is er een hele nieuwe ‘aandachtseconomie’ ontstaan, net zoals eerder door mechanisatie een flink deel van de fysieke taken in het arbeidsproces werd overgenomen en de mensen die behoefte hadden aan beweging lekker gingen sporten.

Nu wordt door kunstmatige intelligentie een deel van het denkwerk uit het arbeidsproces gehaald. Desondanks verwacht ik dat mensen de behoefte houden om ‘zelf na te denken’. Het zou me dus niet verbazen als er naast de ‘aandachtseconomie’ ook een ‘denkeconomie’ ontstaat. Hoe die eruit gaat zien, durf ik niet te zeggen. Maar wellicht gaan we binnenkort initiatieven zien, zowel bij startende als bij beursgenoteerde bedrijven. Tot dat moment lijkt een investering in bedrijven die op andere vlakken inzetten op kunstmatige intelligentie een no-brainer voor elke aandelenportefeuille.