Ronde Tafel 'Sustainable Investing in Private Equity'

Ronde Tafel 'Sustainable Investing in Private Equity'

Duurzaam beleggen Private Equity
FI-5 - 2023 - RT 23-jun Sustainable Investing in PE.jpg

ESG gaat over waardecreatie en goed risicobeheer om betere financiële resultaten te behalen. Over twintig jaar zal sustainable investing waarschijnlijk het nieuwe normaal zijn, óók in private equity. Er dient vroegtijdig gecommuniceerd te worden dat een adequaat ESG-beleid kan leiden tot duurzame waardestijging. Nederland lijkt goed gepositioneerd om de Green Finance Hub van Europa te worden.

Door Hans Amesz

 

Voorzitter:

Marc van Voorst tot Voorst, NVP

 

Deelnemers:

Laurence Barker, Dementia Discovery Fund

Andrew Carnwath, Columbia Threadneedle

Tanvi Karambelkar, Wilshire

Maurice Klaver, PGGM

Ruben Mikkers, NLC Health

Maaike van der Schoot, AlpInvest Partners

Duanice Verberkmoes, MN

Camiel de Vries, Wellington Management

Erik Thijs Wedershoven, NPM Capital

 

Wat zijn de belangrijkste redenen om een ESG-beleid te implementeren?

Camiel de Vries: ‘Daar zijn verschillende redenen voor, zoals de wens om de kernwaarden van een organisatie in de beleggingsportefeuille weerspiegeld te zien en de noodzaak om beleggings- en reputatierisico te managen, maar ook waardecreatie.’

Maurice Klaver: ‘Onze overtuiging is dat de integratie van ESG in het beleggingsproces zal leiden tot betere resultaten op de lange termijn, zowel financieel als voor de maatschappij en het milieu.’

Ruben Mikkers: ‘Door te focussen op impact investing kan je daadwerkelijk verandering teweegbrengen en de wereld ten goede verbeteren. Wij richten ons op gezondheid en denken dat we echt kunnen bijdragen aan een betere patiëntenzorg, lagere kosten voor de wereldwijde gezondheidszorg en/of een lagere belasting van gezondheidswerkers.’

 

Marc van Voorst tot VoorstMarc van Voorst (credits Cor Salverius Fotografie)

Marc van Voorst tot Voorst is sinds 2016 plaatsvervangend Directeur van de NVP (Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen), waar hij in 2014 in dienst trad als Manager Public Affairs. Daarvoor was hij Manager Government Relations bij Holland Financial Centre. Van Voorst tot Voorst studeerde Europese Studies aan de Universiteit Maastricht en volgde verschillende Executive Education programs aan de Harvard Business School.

 

Erik Thijs Wedershoven: ‘In onze beleggingsstrategie is ESG een belangrijk aandachtspunt en een drijfveer voor investeringen. Het helpt om focus aan te brengen en inzicht te krijgen in wat voor soort bedrijven, producten en diensten over meer dan twintig jaar succesvol zullen zijn. Wij zijn geen impactbelegger, maar onze purpose is ‘building better business together’. Goed scoren op ESG is daar onderdeel van.’

Andrew Carnwath: ‘Voor ons is een ESG-beleid cruciaal om betrokkenheid te tonen, belanghebbenden op één lijn te brengen, risico’s te beheren en waarde te creëren. Bijna al onze managers hebben een ESG-beleid. Iedereen ziet het belang ervan in en er is de afgelopen tien jaar fantastische vooruitgang geboekt.’

Tanvi Karambelkar: ‘Een ESG-beleid is stap één op weg naar het creëren van bouwstenen voor het bereiken van specifieke ESG-doelstellingen die tastbaar en meetbaar zijn.’

 

Ik denk dat Nederland heel goed gepositioneerd is om een groene hub te worden, vooral vanwege zeer vooruitstrevende LP’s.

 

Maaike van der Schoot: ‘Beleid is uiteindelijk de basis van je ESG-aanpak en ook essentieel in zowel externe als interne communicatie over wat je wilt bereiken op ESG-gebied. Je moet kunnen uitleggen waarom je een ESG-beleid hebt en hoe je dat uitvoert. Dat kan heel verschillend zijn voor verschillende managers en verschillende strategieën. Het is slechts een startpunt, maar wel belangrijk.’

Laurence Barker: ‘Voor ons zit ESG ingebakken in wat we proberen te doen, wat is vastgelegd in ons ESG-beleid. Het is een belangrijke manier geworden om te communiceren over hoe we onze gewenste impact en succes bereiken.’

De Vries: ‘Qua terminologie constateren we dat begrippen als ‘ESG’, ‘impact’, ‘duurzaam’ en ‘verantwoord beleggen’ door elkaar worden gebruikt. Ik denk dat de sector baat zou hebben bij duidelijkere definities.’

 

Laurence BarkerLaurence Barker (credits Cor Salverius Fotografie)

Laurence Barker werkt sinds 2016 bij SV Health Investors als Chief Business Officer van het Dementia Discovery Fund (DDF). Daarvoor was hij Head of Investment Management in Worldwide Business Development bij GSK. Eerder werkte hij bij biotechbedrijven Syntaxin en MorphoSys. Barker heeft een PhD in Biochemie van Tübingen en een MBA van Cambridge.

 

Van der Schoot: ‘Impact en ESG gaan vaak hand in hand, maar niet alle impactbeleggingen zijn ook ESG-beleggingen. En daarnaast zijn er nu ook de duurzame beleggingsdefinities in de SFDR. Het is niet eenvoudig te navigeren en we zouden er zeker baat bij hebben als we wat betreft definities iedereen op één lijn kunnen krijgen.’

Hoe kunnen we ESG als duurzame waardecreatiefactor gaan zien in plaats van als risico(mitigerende) factor? Welke terminologie moeten we gebruiken?

Wedershoven: ‘Ik denk dat we soms heel onproductieve discussies hebben over semantiek. Daar moeten we ver van blijven. We zouden echt baat hebben bij een terminologie die ons zou helpen om precies die beweging te bespreken die beschrijft hoe ESG van oudsher wordt gebruikt als een bril voor het opnieuw identificeren van risico’s, of het beperken van risico’s. Om echt duidelijk te maken voor je LP’s welke risico’s je probeert te vermijden in je beleggingen en hoe je ESG gebruikt rond waardecreatie en richting impact investing.’

Duanice Verberkmoes: ‘Bedrijven ervaren ESG op dit moment vaak meer als een last dan als een kans. Nogal wat partijen denken dat de prijs die je nu betaalt voor duurzaam beleggen te hoog is. Dat kun je zien als een ‘green premium’ die je betaalt voor je beleggingen. Op een gegeven moment moet iedereen zijn afgestemd op het Parijsakkoord. Investeerders zullen dan weinig belangstelling meer hebben voor bedrijven die daar niet mee aligned zijn. Op een gegeven moment spreken beleggers niet meer van een ‘green premium’ op duurzame bedrijven, maar van een ‘discount’ op niet-duurzame beleggingen.’

 

Er is nog een lange weg te gaan vooraleer de data de realiteit accuraat weergeeft. Vandaar ook het belang van diepgaand onderzoek en engagement.

 

Klaver: ‘Er is een continuüm van verantwoord beleggen naar impactbeleggen, te beginnen met een soort ESG-fundament, het risicobeheer, en eindigend bij duurzaam beleggen om bij te dragen aan de SDGs. En nu heb je de SFDR met duurzame investeringen. Het is best een uitdaging hoe die twee te combineren. Vervolgens zijn we bij impact investing gekomen, waarbij we echt de impact kunnen meten en managen.’

Carnwath: ‘De verschuiving van ESG als een risicofactor naar ESG als een factor die waarde creëert, vereist een mentaliteitsverandering. Het gaat erom ESG in te bedden in de strategie van je bedrijf en op die manier waarde te creëren. Nadenken over welke strategische kansen er zijn om via ESG efficiëntie, innovatie en klanttevredenheid te stimuleren, wat weer leidt tot duurzame winstgevendheid op de lange termijn. Impact investing is een verdere iteratie hiervan. Het vereist intentionaliteit: vanaf het begin beleggen met een duidelijk doel om een specifieke impact te bereiken en vervolgens de performance afmeten aan die impactthese.’

Mikkers: ‘Over twintig jaar is duurzaam beleggen, of hoe je het ook noemt, volledig ingeburgerd. Impact investing is dan het nieuwe normaal. De grootste impact die je kunt creëren, is iets positiefs creëren dat er zonder jou niet was.’

 

Andrew CarnwathAndrew Carnwath (credits Cor Salverius Fotografie)

Andrew Carnwath is Directeur in het private equity-team bij Columbia Threadneedle Investments en Hoofd Impact Private Equity. Hij heeft 15 jaar beleggingservaring in private equity. Van 2013 tot 2018 was hij Principal bij Scottish Equity Partners LLP en tussen 2008 en 2013 zat hij in het private equity-team van F&C. Hij is Registeraccountant, CFA Charterholder en afgestudeerd aan de Universiteit van Edinburgh.

 

De Vries: ‘Voor ons maakt de evaluatie van ESG-factoren een essentieel onderdeel uit van het beleggingsmozaïek. Tegelijkertijd bevinden we ons op dit moment in een wereld waarin een grote oliemaatschappij een hogere ESG-score kan hebben dan een fabrikant van elektrische voertuigen. Er is dus nog een lange weg te gaan vooraleer de data de realiteit accuraat weergeeft. Vandaar ook het belang van diepgaand onderzoek en engagement.’

Van der Schoot: ‘Voor succes op de lange termijn moet je duidelijk zijn over wat je wilt bereiken, je strategie, en voor wie je dat doet. ESG gaat over waardecreatie en goed risicobeheer om betere financiële resultaten te behalen voor je investeerders. Daarnaast zijn er verschillende mogelijkheden voor beleggers die een positieve milieuof sociale impact nastreven.’

Je ziet dat ESG-teams vaak een heel goed ESG-beleid hebben, maar dat de beleggingsteams niet altijd volledig op de hoogte zijn van hun plannen. Hoe dicht je deze kloof en hoe krijg je iedereen (investment managers) mee in het ESG-beleid?

Verberkmoes: ‘We merken dat de ESG-lat op beleidsniveau hoog ligt en op operationeel niveau niet zo hoog als we denken of willen. Hoe we ervoor kunnen zorgen dat de dealprofessionals ESG daadwerkelijk integreren in hun dagelijkse werkzaamheden? Ik denk dat je bepaalde KPI’s op ESG-gebied voor dealprofessionals moet invoeren, zodat er minder sprake is van vrijwilligheid.’

 

Er gaat steeds meer geld naar een klein aantal grote fondsen. Dit is echt een probleem, vooral in het opkomende impactuniversum.

 

Barker: ‘Wij beschikken over een groep die het voortouw neemt in onze benadering van ESG en impact investing. We proberen eerst intern voorlichting te geven over het integreren van ESG in het beleggingsproces, namelijk dat het van belang is om dit vanaf het begin in te bouwen als hoofdzaak en niet te beschouwen als een bijzaak. Het is onderdeel van de discussies binnen ons investeringscomité. Er wordt op elk niveau geleerd.’

Wedershoven: ‘Het is absoluut belangrijk om er zo vroeg mogelijk in het dealproces voor te zorgen dat je een link hebt met ESG. Als je de discussie daarover al in het begin voert, hoef je het niet meer te bespreken als je naar een investeringsvoorstel toewerkt, omdat het er al integraal onderdeel van is. Ik denk wel dat er in het algemeen training nodig is voor dealprofessionals om dit te begrijpen als er geen dedicated ESG-professional is aangehaakt of in het investment committee zit.’

Karamkelbar: ‘Over twintig jaar zal sustainable investing het nieuwe normaal zijn, maar helaas moeten we op dit moment onze teams er nog van overtuigen waarom dit belangrijk is. Je moet vroegtijdig communiceren dat risicobeheer ESG-gedreven is en dat ESG-beleid kan leiden tot duurzame waardestijging. De beleggingsteams nemen ESG soms niet serieus omdat ze denken dat hun enige taak is te zorgen voor financieel rendement. Uit sommige academische studies blijkt overigens dat er tot nu toe geen duidelijk verband is tussen bijvoorbeeld het ondertekenen en navolgen van de UN Principles for Responsible Investment en betere financiële resultaten. Maar we verwachten dat dit zal veranderen naarmate ESG-risico’s mainstream worden en we naar een wereld gaan waar ESG-premies in plaats van ESG-kortingen op rendementen de norm worden.’

 

Tanvi KarambelkarTanvi Karambelkar (credits Cor Salverius Fotografie)

Tanvi Karambelkar is Assistant Vice President bij Wilshire en houdt zich bezig met Europese private equity, impact, VC en co-investments voor discretionaire mandaten- en adviesklanten. Daarvoor werkte ze onder meer bij PGGM en Leapfrog Investments. Ze begon haar carrière bij FMO. Karambelkar heeft een MSc in International Relations (St. Andrews), een MSc in International Finance (Uva) en een MBA (Oxford).

 

De Vries: ‘Afgezien van meer duidelijke definities hebben we ook betere en consistentere data nodig, vooral in private markets.’

Van der Schoot: ‘Het begint met de ‘tone at the top’. Senior commitment dat aan een hele organisatie het belang van ESG laat zien. Ook het ontwikkelen van een ESG-beleid dat relevant is voor investeringen en ingebed kan worden in de bestaande investeringspraktijk kan daarbij helpen.’

Hoe zien jullie de interactie tussen ESG en impact en wat is jullie benadering van impact investing?

Carnwath: ‘Ik ben er sterk van overtuigd dat het soort impact investing waar wij ons op richten het beste voor risico gecorrigeerde rendement oplevert, dankzij de sterke niet-cyclische vraag naar producten en diensten die de belangrijkste wereldwijde uitdagingen aanpakken. Het is belangrijk dat beleggers begrijpen dat het niet nodig is om rendement in te leveren om impact te bereiken, omdat we dringend particulier kapitaal moeten mobiliseren om wereldwijde uitdagingen, zoals klimaatverandering, aan te pakken.’

 

Er moet een ecosysteem gecreëerd worden dat zichzelf versterkt, waardoor meer ondernemerschap zal ontstaan. Dat is een niet te onderschatten aspect van een groene hub.

 

Barker: ‘Wij hebben geleerd dat je eropuit moet gaan om groeperingen te identificeren die een directe relatie hebben met en geven om het soort impact dat je nastreeft, of het nu pensioenfondsen, familiefondsen of andere fondsen zijn. Je moet het impactmandaat als het ware kunnen afstemmen op de groep bij wie je geld wilt ophalen.’

Wat is de grootste uitdaging bij het opbouwen van impactportefeuilles?

Karambelkar: ‘Er zijn enkele duidelijke pijnpunten. Rapportage is daar één van. Verder bijvoorbeeld: wat betekent SFDR, wat betekent het om artikel 8 of 9 te zijn, hoe verschillen de vereisten, hoe zit het met standaardisatie, hoe bereken je nauwkeurig impact, hoe communiceer je dat?’

Klaver: ‘Ik denk dat we binnen de private equity-portefeuille, binnen het doelgerichte duurzame investeringsteam, kunnen zeggen dat we bijdragen aan de SDGs. Maar zelfs aan de hand van ons eerste impactrapport, dat we vorig jaar hebben gemaakt, is het vrij moeilijk om alle benodigde gegevens te verzamelen en de geleverde impact van de onderliggende bedrijven aan te tonen.’

 

Maurice KlaverMaurice Klaver (credits Cor Salverius Fotografie)

Maurice Klaver is Senior Director binnen PGGM Private Equity, waar hij in 2011 in dienst trad. Hij is tevens lid van het PGGM Private Equity Investment Committee. Voor 2011 werkte hij bij NIBC in zowel real estate investment management als asset backed securitization. Klaver is afgestudeerd aan de Vrije Universiteit Amsterdam met een MSc in Econometrie.

 

Mikkers: ‘De documentatie van de deal moet zo volledig mogelijk zijn. Je moet ervoor zorgen dat je daadwerkelijk de impactrapportage kunt maken die je moet en kunt doen.’

Verberkmoes: ‘Voor impact investing beschikken we binnen private equity over drie thema’s op het gebied van innovatie in Nederland en Europa: gezondheidszorg, energietransitie en circulaire economie. De uitdagingen waar we op dit moment mee te maken hebben, zijn dat de markt nog niet genoeg ontwikkeld is en dat er onvoldoende grote spelers zijn die wij als institutionele partij kunnen selecteren.’

Carnwath: ‘Er gaat steeds meer geld naar een klein aantal grote fondsen. Dit is echt een probleem, vooral in het opkomende impactuniversum, omdat het te veel concurrentie creëert voor het relatief kleine aantal grote bedrijven waarop deze fondsen zich kunnen richten. Het creëert ook een financieringsgat aan de onderkant, waar investeringen nodig zijn om de kampioenen van morgen te bouwen. Toekomstgerichte LP’s moeten ofwel kleinere cheques uitschrijven in het impactuniversum, ofwel kleinere fondsen verankeren en helpen om een duurzaam ecosysteem op te bouwen.’

 

Je moet groeperingen identificeren die een directe relatie hebben met en geven om het soort impact dat je nastreeft. Je moet het impactmandaat als het ware kunnen afstemmen op de groep bij wie je geld wilt ophalen.

 

De Vries: ‘Het is belangrijk om impact te definiëren. Als impactbedrijf moet je vanuit ons oogpunt voldoen aan drie belangrijke criteria: intentionaliteit, additionaliteit en meetbaarheid. Sommige managementteams van impactbedrijven zijn zich er niet echt van bewust dat ze impact hebben, dus ontbreekt het hen misschien aan intentionaliteit.’

Is er een verschil tussen impact investing in de vroege fase en de latere/groeifase?

Mikkers: ‘Wij geloven dat impact onder andere additionaliteit is, en dat er meer additionaliteit is in de zeer vroege fase waarin de kapitaalvereisten vrij laag zijn. Hoe volwassener bedrijven worden, hoe hoger de kapitaalvereisten. Dat is een uitdaging voor de grote institutionele spelers. Hoe verzoen je het grote institutionele geld van miljardenspelers met het vroege stadium van impact investing, waar tickets van slechts enkele honderdduizenden euro’s nodig zijn? De vraag is hoe je dat voor elkaar krijgt.’

Hoe kunnen we pensioenfondsen zover krijgen dat ze meer gaan beleggen in venture capital?

Klaver: ‘Investeren in innovatie- en durfkapitaal is inmiddels inherent aan onze strategie, in ieder geval voor de zorgsector. De weg hiernaartoe is uitdagend geweest, want het gaat uiteindelijk ook om rendement. De balans vinden tussen impact en rendement is niet eenvoudig.’

 

Ruben MikkersRuben Mikkers (credits Cor Salverius Fotografie)

Ruben Mikkers is sinds april 2019 CFO van NLC en verantwoordelijk voor NLC’s fondsenpraktijk. Daarvoor was hij onder meer Partner in KPMG’s Deals-praktijk en buy-side analist en portefeuillemanager bij Robeco Asset Management. Mikkers is afgestudeerd in Econometrie (1998) en rondde in respectievelijk 2002 en 2007 de CFA- en CMA/ CFM-opleidingen af.

 

Verberkmoes: ‘Er zal meer geïnvesteerd moeten gaan worden in durfkapitaal. Het tij is aan het keren, maar de markt is voor ons als institutionele speler nog niet ontwikkeld genoeg om voldoende fondsen hierin te selecteren. We komen er wel, maar het is nog steeds een uitdaging.’

Een veelgehoord argument van pensioenfondsen is dat beleggen in venture capital te arbeidsintensief is. Moeten pensioenfondsen meer mensen aannemen?

Verberkmoes: ‘Andere partijen nemen mensen aan die zich binnen de investeringsteams voor 100% op ESG richten. Ik denk dat dit in de nabije toekomst ook voor private equity zal gebeuren.’

Karambelkar: ‘Europa heeft fantastische onderzoeksuniversiteiten, ongelooflijke startups en geweldig talent. Wat we consequent missen, is kapitaal om daarin te investeren. Dat zit opgesloten in pensioenfondsen. We moeten een manier vinden om pensioenkapitaal vrij te maken voor durfinvesteringen. Daar moet prioriteit aan worden gegeven. In het Verenigd Koninkrijk zie je wat je op dit gebied kunt bereiken met belastingvoordelen. Er moet iets gebeuren, want de enorme reserve aan kapitaal die nu niet bij venture capital en innovatie terechtkomt, zal ons de komende twintig tot dertig jaar geen concurrentievoordeel verschaffen.’

 

De markt is nog niet genoeg ontwikkeld en er zijn nog onvoldoende grote spelers die wij als institutionele partij kunnen selecteren.

 

Mikkers: ‘We moeten als industrie met oplossingen komen die het daadwerkelijk investeren in innovaties en durfkapitaal de moeite waard maken. Er zijn genoeg aanwijzingen dat dat lonend kan zijn. Vermogensbeheerders met vermogens van meerdere miljarden zouden kapitaal moeten inzetten in een zeer vroege fase. Dat zou een beetje kunnen werken als een vliegwiel, waardoor het hele innovatie-ecosysteem in Europa beter gaat draaien. Natuurlijk moeten ze niet blind geld gaan gooien naar individuele start-ups, maar een efficiënte manier vinden om een gediversifieerde portefeuille van start-ups ‘naar behoefte’ te financieren, waardoor ze kunnen profiteren van het gunstige risico-rendementsprofiel in de beginfase.’

De Vries: ‘Ik denk dat er met de toenemende beleggersinteresse nu een unieke kans is om gebruik te maken van de kracht van de kapitaalmarkten om echt positieve veranderingen teweeg te brengen. Ik denk ook dat er nagedacht moet worden over eventuele stimuleringsmaatregelen in de regelgeving, om het aantrekkelijker te maken te investeren in duurzaam of impact venture capital.’

Hoe kunnen we ESG-rapportages verbeteren en verder standaardiseren opdat vergelijkbare en daarmee bruikbare ESG-data ontstaat? Dit kan een drijvende kracht zijn achter ESG-verbeteringen in portefeuille.

Barker: ‘Er moeten inspanningen worden geleverd om de rapportage te stroomlijnen, bijvoorbeeld door elk kwartaal te rapporteren en de onderzoeksonderwerpen in je ESG-vragenlijst af te stemmen op de rapportagedoelen van je investeerders. Er gebeurt zeker iets op dit gebied, maar het is nog maar het begin.’

 

Maaike van der SchootMaaike van der Schoot (credits Cor Salverius Fotografie)

Maaike van der Schoot is Head of Responsible Investment bij AlpInvest Partners. Daarnaast is ze actief betrokken bij diverse ESG-initiatieven in de private equity-sector, onder andere binnen NVP, Invest Europe, PRI en Level20. Ze is sinds 2002 werkzaam bij AlpInvest Partners en werkte eerder bij Morgan Stanley als Investment Banking Analist. Ze studeerde Financiële Economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

 

De Vries: ‘Een van de uitdagingen is dat de SFDR en de EU-taxonomie niet echt geschreven zijn voor private investors. De regels zijn vooral gericht op publieke beleggers. Er is tijd nodig om die teksten opnieuw te bekijken en aan te scherpen voor privates.’

Van der Schoot: ‘Als we niet kunnen vergelijken en data niet kunnen aggregeren, zijn de gegevens eigenlijk niet zo nuttig. Er zijn initiatieven om de afstemming over ESG-rapportages in private equity-portfolios te bevorderen, zoals het ESG Data Convergence Initiative, die kunnen helpen om de ESG-performance van portefeuilles te verbeteren. Ik denk dat het belangrijk is om je bij dit soort initiatieven aan te sluiten, in plaats van weer een andere standaard te creëren. Dat laatste hebben we niet nodig.’

Barker: ‘Er zijn veel manieren waarop je meer afstemming kunt krijgen, maar laten we op zijn minst afstemmen op de minimale rapportagevereisten die nuttig zijn voor ons soort Limited Partners. Er moet begonnen worden met vereenvoudiging en in de loop van de tijd een stapje verder worden gegaan. Dat houdt in dat we nog een lange weg te gaan hebben.’

 

Europa heeft fantastische onderzoeksuniversiteiten, ongelooflijke startups en geweldig talent. Wat we consequent missen is kapitaal om daarin te investeren. Dat zit opgesloten in pensioenfondsen.

 

Verberkmoes: ‘Het zou logisch zijn dat de Institutional Limited Partners Association (ILPA) met een standaard voor ESG-rapportages komt. Er zijn op dit moment te veel losse initiatieven.’

Van der Schoot: ‘Op dit gebied moet veel vanuit de sector komen. Ik denk dat we als LP’s en GP’s moeten samenwerken. Als je niet iets krijgt dat voor iedereen relevant, werkbaar en beheersbaar is, zul je geen goede resultaten neerzetten. Het ESG Data Convergence Initiative, waarbij zich inmiddels meer dan 325 LP’s en GP’s (general partners) hebben aangesloten, is een goed voorbeeld van hoe succesvol samenwerken kan zijn.’

Karambelkar: ‘Ik kan me vinden in de constatering dat de Due Diligence Questionnaire van ILPA erg breed en basaal is en niet in lijn met de financiële rapportagevereisten van ILPA, die erg specifiek en behoorlijk geavanceerd zijn. Er is wel degelijk behoefte aan een meer geavanceerde en gestandaardiseerde rapportage. Iemand moet hier het voortouw nemen en een initiatief opstarten. Het ontbreekt op dit moment aan een soort specifieke ESG-rapportage die in lijn is met wat we al hebben aan financiële rapportage.’

 

Duanice VerberkmoesDuanice Verberkmoes (credits Cor Salverius Fotografie)

Duanice Verberkmoes is sinds 2021 Portfolio Manager Private Equity bij MN. Daarnaast is ze ESG Lead voor het private equity-team. Ze begon in 2017 bij MN als SimCorp Dimension Specialist. Ze is Master of Financial Management aan de VU Amsterdam. Per 1 september vervult Duanice Verberkmoes een soortgelijke rol bij Blue Sky Group.

 

Mikkers: ‘Ik zou ook verdere standaardisatie en duidelijkheid omarmen. Eerlijk gezegd denk ik dat we nog steeds een leercurve doorlopen, vooral om beter te begrijpen wat LP’s in ons fonds willen zien. Onze fondsen zijn SFDR 9-fondsen, maar in hoeverre weet je of dat daadwerkelijk overeenkomt met wat LP’s wensen?’

Carnwath: ‘We moeten bedrijven met elkaar kunnen vergelijken, maar we moeten voorzichtig zijn met aggregatie. Sommige statistieken kunnen worden samengevoegd, maar andere worden onzin als je verschillende sectoren samenvoegt.’

Barker: ‘Je kunt wat geaggregeerde gegevens laten zien, maar casestudies vertellen een specifiek verhaal. Dat verschaft veel duidelijkheid.’

 

Ik denk dat we als LP’s en GP’s moeten samenwerken. Als je niet iets krijgt dat voor iedereen relevant, werkbaar en beheersbaar is, zul je geen goede resultaten neerzetten.

 

Het huidige niveau van diversiteit in investeringsteams binnen private equity en RvC’s is nog steeds laag. Wat kan de sector doen om dit te veranderen?

Wedershoven: ‘Wij hebben allemaal een verantwoordelijkheid om op het gebied van diversiteit doelen te stellen voor individuele fondsen. We moeten er echt voor zorgen dat er bij vacatures een grote diversiteit aan kandidaten wordt geïnterviewd. De manier waarop en de taal waarin vacatures gepubliceerd worden, maakt al een groot verschil, vooral ten aanzien van meer diversiteit vanuit een genderperspectief. Als er om een sterke leider wordt gevraagd, solliciteren er meestal minder vrouwen. Zo zijn er ook teksten waarop, omgekeerd, mannen niet of nauwelijks reageren. Terwijl we vaak hetzelfde zoeken: een eindverantwoordelijke die de organisatie meekrijgt met zijn visie. Vanaf het begin moeten we ons richten op meer inclusie en initiatieven voor gelijke kansen. Dus ervoor zorgen dat je best practices deelt, zodat divers talent ook blijft. Dit is vooral van belang voor raden van commissarissen. Die bestaan over het algemeen uit witte 60-plus mannen. Die groep moet dringend gediversifieerd worden door bijvoorbeeld te investeren in trainingen voor nieuwe commissarissen, met meer diverse achtergronden qua leeftijd, ervaring enzovoort. Dat is een belangrijke uitdaging, want een meer diverse groep leidt tot beter bestuur.’

Klaver: ‘Het begint bij de top. Als je meer diverse leiders hebt, inspireren en trekken ze andere mensen aan. Ons team wordt geleid door een vrouw en een andere vrouw doet de werving. De positieve effecten daarvan zijn goed merkbaar.’

De Vries: ‘Natuurlijk moeten de besturen en managementteams in de eerste plaats naar zichzelf kijken en ervoor zorgen dat er voldoende diverse dealteam- en beleggingscommissieleden zijn. Er moet ook worden gekeken naar de diversiteit in portfoliobedrijven. Er is sprake van een structureel tekort aan investeringen in diverse bedrijven.’

 

Camiel de VriesCamiel de Vries (credits Cor Salverius Fotografie)

Camiel de Vries is Director of Private Investor Relations EU en Hoofd Benelux & Nordics bij Wellington Management. Voor hij 12 jaar geleden bij Wellington begon, werkte hij bij Goldman Sachs Asset Management. Hij begon zijn carrière in M&A bij Clifford Chance. De Vries studeerde Rechten aan de Universiteit Utrecht en Cambridge University.

 

Mikkers: ‘De overkoepelende overtuiging moet zijn dat er niets boven een evenwichtig team gaat. Als die overtuiging wordt gedreven vanuit het leiderschap, denk ik dat er uiteindelijk een meer diverse gemeenschap komt. Wij hebben meer dan honderd bedrijven opgericht en elke keer moesten we natuurlijk een eerste CEO vinden om aan die ondernemingen leiding te geven. In advertenties hebben we een beetje gespeeld met het taalgebruik en dat maakt, als eerder gezegd, wel degelijk een verschil. Wij hebben 16% vrouwelijke CEO’s in onze bedrijven, iets beter dan het sectorgemiddelde. Van buitenaf bekeken lijken vrouwen het beter te doen. Onze succesvollere bedrijven worden geleid door vrouwelijke CEO’s, al is dat helaas nog niet statistisch significant. Maar met de snelheid waarmee we werken, kunnen we een soort database opbouwen en ondertussen zijn we vastbesloten om te proberen meer vrouwelijke CEO’s binnen te halen. Dat is niet gemakkelijk.’

Van der Schoot: ‘Volgens initieel onderzoek lijkt er een positieve correlatie te bestaan tussen diversiteit in besturen en groei. Ook lijkt het erop dat diverse beleggingsteams succesvollere beleggingen doen dan niet-diverse teams. We zullen in de toekomst meer data krijgen die het belang van diversiteit duidelijk zullen maken.’

Heeft Nederland de juiste troeven in handen om de Green Finance Hub van Europa te worden met groen als exportproduct naast water als exportproduct? Wat betekent dit en wat moeten we doen om dit te bereiken?

Mikkers: ‘Voor mij zijn er nu drie grote thema’s: gezondheid, klimaat, en voedsel en landbouw. Er is innovatie nodig om de problemen rondom deze thema’s op te lossen en de wereld vooruit te helpen. Dat is waar investeringen in een vroeg stadium met een hoog risico en hoog rendement nodig zijn. Er moet een ecosysteem gecreëerd worden dat zichzelf versterkt, waardoor meer ondernemerschap zal ontstaan. Dat is een niet te onderschatten aspect van een groene hub.’

 

De balans vinden tussen impact en rendement is niet eenvoudig.

 

Wedershoven: ‘Ik denk dat Nederland heel goed gepositioneerd is om een groene hub te worden, vooral vanwege zeer vooruitstrevende LP’s. We maken daar te weinig gebruik van en profiteren er niet genoeg van. Als we de kracht van progressieve LP’s kunnen gebruiken en vanuit GP-perspectief ambitieuzer kunnen worden, kunnen we dit echt serieus aanpakken. We hebben in Nederland een overheid die vooral gericht is op grote – beursgenoteerde – bedrijven en veel minder op ondernemende innovatie. Ook hebben we de woningbouw laten verkommeren. Dat alles is niet bevorderlijk voor startups. Maar al met al ben ik toch niet pessimistisch en denk ik dat we een goede kans hebben om een van de groene hubs te worden. Dus we moeten het gewoon maar beginnen te claimen.’

De Vries: ‘Ik pleit ervoor dat we de toegang tot private equity democratiseren, omdat we anders altijd afhankelijk zullen zijn van de grotere financiële partijen. Ik zie dat als een uitdaging voor venture capital.’

Is er nog iets wat jullie naar voren willen brengen?

Carnwath: ‘We moeten een ecosysteem creëren dat werkt en dat betekent dat er aan de onderkant moet worden geïnvesteerd – of dat nu venture is of in het lagere middensegment – om de duurzame kampioenen van de toekomst te creëren.’

 

Erik Thijs WedershovenErik Thijs Wedershoven (credits Cor Salverius Fotografie)

Erik Thijs Wedershoven is Director & Head of ESG bij NPM Capital. Als lid van het senior investment team is hij verantwoordelijk voor het meewegen van ESG-factoren in iedere investeringsbeslissing. Hiervoor was hij meer dan 10 jaar ESG-consultant en hij is al bijna 20 jaar actief betrokken bij diverse (internationale) organisaties op het gebied van duurzame ontwikkeling, ook als bestuurder en toezichthouder.

 

Karambelkar: ‘We hebben financiering nodig voor durfkapitaal. Als interne teams niet over de bandbreedte beschikken, kunnen deze beleggingen worden uitbesteed aan externe vermogensbeheerders met expertise en trackrecord op dit gebied.’

Van der Schoot: ‘Ik wil het belang van verdere afstemming over rapportage, gegevens en monitoring benadrukken. Niet alleen tussen LP’s en private equitymanagers, maar ook in het licht van de regelgeving. Als we op één lijn zitten, kunnen we ons effectief richten op het creëren van duurzame waarde voor beleggers.’

De Vries: ‘We moeten blijven samenwerken om betere data te krijgen en er ook voor zorgen dat we blijven werken aan het uitbouwen van de double bottom line aanpak.’

 

CONCLUSIE

De verschuiving van ESG als een risicofactor naar ESG als een factor die waarde creëert, vereist een mentaliteitsverandering.

Op beleidsniveau ligt de ESG-lat over het algemeen hoog, op operationeel niveau vaak minder hoog.

Er moet een manier worden gevonden om meer pensioenkapitaal vrij te maken voor durfinvesteringen.

Er moeten inspanningen worden geleverd om de ESG-rapportages te stroomlijnen.

Initiatieven als het ESG Data Convergence Initiative kunnen helpen om de ESG-performance van portefeuilles te verbeteren.

De toegang tot private equity zou gedemocratiseerd moeten worden om minder afhankelijk te zijn van de grotere financiële partijen.

Bijlagen