LGIM: Wat gebeurt er als de vraag naar olie daalt?

LGIM: Wat gebeurt er als de vraag naar olie daalt?

Grondstoffen Energietransitie
Olie.png

Vermogensbeheerder LGIM schetst een beeld van de 1,5 °C-wereld. Welke olieproducenten verdwijnen er van het toneel?

Om de klimaatdoelstellingen waar te maken, zal de olieconsumptie de komende decennia flink moeten dalen. Welke landen de olie die nog wel nodig is gaan leveren – en vooral welke niet - zal hun economie en de kredietwaardigheid bepalen. Vermogensbeheerder LGIM maakte een raamwerk dat laat zien welke olielanden kunnen floreren in een 1,5°C wereld - en welke landen hun heil elders zullen moeten zoeken.

LGIM verwacht dat het lot van olielanden gedreven zal worden door productieprijs: landen met hoge productiekosten zullen steeds meer buiten de boot vallen, terwijl degenen die tegen lage kosten kunnen produceren het restje overnemen. Kwetsbare producenten met hoge kosten, zoals Libië, bevinden zich in de gevarenzone. De positie van Saudi-Arabië daarentegen, lijkt beschermd door hun lage productiekosten.  

Ook zullen sommige landen hun olieprijs willen drukken via belastingen en vergoedingen om zo hun positie op de markt te behouden. Hoewel dit natuurlijk negatief is voor overheidsinkomsten, kan het de concurrentiepositie van een land als Nigeria verbeteren. Dan is een beetje winst uit olie beter dan niks.

Met zijn Destination@Risk model schetst LGIM twee scenario’s van klimaatopwarming. In het ‘ruim-onder 2°C’ scenario, zijn er in 2050 nog zo’n 48,6 miljoen vaten olie per dag nodig. In het ‘1,5°C’ scenario zijn dat er maar 43,4 miljoen - vergeleken met de huidige 100 miljoen per dag.

Om de winnaars en verliezers in die scenario’s vast te stellen, creëerde de Global Research and Engagement Group van LGIM een kostencurve met de gemiddelde kosten per vat voor een land1. Die is daarna gecorrigeerd met de geschatte kosten voor CO2-emmissies per vat op basis van scope 1-3. Leg deze curve naast metingen van olie-afhankelijkheid door de World Bank en het wordt duidelijk wiens voorraad het meest in het geding komt.

Kostencurves

De CO2-kosten schuiven de kostencurve omhoog en beïnvloeden de relatieve concurrentiepositie van de vaten per land – vooral van producenten met hoge kosten en uitstoot. De concurrentiepositie van Nigeria wordt bijvoorbeeld aanzienlijk beter bij hogere CO2-kosten, terwijl de positie van zware olie uit Venezuela minder aantrekkelijk wordt naarmate CO2-prijzen stijgen.

‘Carbon-adjusted cost curve for <2°C $/bbl’ & ‘Country cost curve (breakeven) for 1,5°C $/bbl’  bron voor beide grafieken: Carnegie endowment, Goldman Sachs and LGIM analysis as at September 2022. Assumptions, opinions and estimates are provided for illustrative purposes only. There is no guarantee that any forecasts made will come to pass.

Het behalen van het ‘ruim-onder 2°C’ en ‘1,5°C’ scenario in 2030 zal in CO2-kosten uitgedrukt, respectievelijk zo’n $28 per ton en $159 per ton kosten. Hierbij varieert de CO2-uitstoot per olievat van 463 kilogram tot 668 kilogram. Dit impliceert een marge van CO2-kosten tussen de laagste en de hoogste emittent van 5,74 dollar per vat in het ‘ruim-onder 2°C’ scenario en maar liefst 32,62 dollar per vat in het ‘1,5°C’ scenario.

‘Countries in a well-below 2°C scenario in 2030’: Formaat van de bubbel geeft de hoeveelheid van de huidige olieproductie weer. Source: World Development Indicators, as at 16 December, 2021. Assumptions, opinions and estimates are provided for illustrative purposes only. There is no guarantee that any forecasts made will come to pass.

Dit soort analyses kunnen natuurlijk nooit met iedere variabele rekening houden. Zo is Rusland een goed voorbeeld van hoe snel de omstandigheden voor een olieland kunnen veranderen. Maar wat het LGIM-raamwerk wel duidelijk laat zien, is welke landen het in een 1,5°C-wereld goed zullen doen - en welke landen aanpassingen zullen moeten invoeren om het gat van de olie-inkomsten te dichten.

 

1. Estimated emissions per barrel from Carnegie Endowment Oil-Climate Index https://oci.carnegieendowment.org/#total-emissions. Estimates include scope 1-2 emissions of producing the oil and scope 3 emissions based on the slate of products typically produced by each crude grade