Carmignac: Wordt 2019 eerder het jaar van monetaire dan van politieke ommekeer?

Carmignac: Wordt 2019 eerder het jaar van monetaire dan van politieke ommekeer?

Economie algemeen Financiële markten algemeen Vooruitzichten Monetair beleid Politiek
Outlook vooruitzicht (10) aan het roer.jpg

Door Didier Saint-Georges, Algemeen Directeur en Lid van het Strategisch Investeringscomité

2019 zal bij de verschillende actoren op de financiële markten uiteenlopende herinneringen oproepen, afhankelijk van de positie waarin ze zich bevinden. Voor Europese spaarders was het feit dat ze afscheid moesten nemen van de obligatiemarkt waarschijnlijk het meest opvallende aspect. In andere woorden: het rendement van die activaklasse is voor particuliere beleggers volstrekt onaantrekkelijk geworden.

Economen zullen op hun beurt hoogstwaarschijnlijk wijzen op het einde van de uitzonderingspositie van de VS. Naarmate de positieve effecten van de fiscale hervorming van Donald Trump wegebden en de onzekerheid in verband met het handelsconflict met China het vertrouwen van de Amerikaanse bedrijven ondermijnde, werd de Amerikaanse economie uiteindelijk meegezogen in de vertraging van de wereldeconomie. Voor liefhebbers van indexen wordt 2019 het jaar waarin de grote Amerikaanse aandelenmarkten een historisch hoogterecord bereikten. De zwartekijkers onder ons zullen ons er opnieuw aan herinneren dat de Europese indexen het niveau van 2000 of 2007 nog steeds niet opnieuw hebben bereikt. Ook zullen ze erop wijzen dat de goede prestaties van de Amerikaanse indexen hoofdzakelijk dateren uit de eerste vier maanden van het jaar en dat ze begin oktober nog steeds op hetzelfde niveau lagen als eind april. Dit gegeven roept bij traders het besef op dat het vanaf mei een wonderlijk jaar is geweest. De voorbije zes maanden schommelden de markten immers voortdurend binnen een bandbreedte van ongeveer 5%. De gedachte dat zowel Donald Trump als de Fed de markten zekerheid boden (beide hadden in ieder geval in theorie de mogelijkheid en de intentie om in te grijpen als de markten te veel zouden terugvallen) had een positieve impact. Deze werd echter weer afgezwakt door de politieke onzekerheid en de toenemende vertraging van de wereldeconomie.

Maar het jaar heeft nog bijna drie maanden te gaan en die periode is lang genoeg om nog een aantal beslissende gebeurtenissen voort te brengen. We denken natuurlijk aan de mogelijkheid van een eervolle vrede na twee jaar van handelsoorlog tussen China en de Verenigde Staten. Maar iedereen begrijpt dat een dergelijke uitkomst geen vredesakkoord of zelfs maar een wapenstilstand zal opleveren. Meer dan een gevechtspauze zit er niet in. China is zeker niet van plan om tegenover de Verenigde Staten belangrijke concessies van strategische aard te doen. Misschien zal het laatste kwartaal in het teken staan van een geordende brexit. Maar mocht er meer duidelijkheid komen op politiek en institutioneel gebied, zal dat alleen maar een nieuwe periode van onzekerheid inluiden over de werkelijke economische gevolgen van een dergelijke scheiding. Ook al vindt die plaats met wederzijdse toestemming. Er is echter een gebeurtenis die best memorabel was, maar waar toch bijna niemand aandacht aan besteedde. Iets dat grote gevolgen zou kunnen hebben voor de financiële markten.

Op vrijdag 11 oktober 2019 maakte de Fed namelijk bekend met onmiddellijke ingang, en in ieder geval tot het tweede kwartaal van 2020, over te gaan tot de aankoop van Amerikaanse schatkistcertificaten, vooralsnog voor een bedrag van 60 miljard dollar per maand. De Fed voegde daar meteen aan toe dat het slechts een technische maatregel is om de liquiditeit van de interbancaire markt, die de laatste tijd onder druk staat, te ondersteunen. Het is inderdaad geen Quantitative Easing (QE), aangezien er geen tienjarige staatsobligaties worden gekocht. Maar welke naam we er ook aan geven, dit besluit biedt de Fed alle vrijheid om de voorwaarden ervan in de toekomst te wijzigen. De Amerikaanse centrale bank beschikt dus weer over een instrument om de geldhoeveelheid in aanzienlijke mate te vergroten. Want het bedrag van 60 miljard per maand is vergelijkbaar met de omvang van de obligatieaankopen die de Fed uitvoerde in de hoogdagen van de QE, in 2009, 2011 en van 2012 tot 2013. Het betreft hier dus wel degelijk een oplossing voor het gebrek aan dollars in het systeem. Dat tekort vormde de afgelopen twee jaar een belangrijk obstakel voor de wereldwijde economische groei en de prestaties van risicovolle activa, met name in de opkomende markten, waar veel vraag is naar dollars. Deze eerste capitulatie van de Fed is ongetwijfeld niet toereikend om een ommekeer van de economische cyclus te veroorzaken, en zeker niet om een oplossing te bieden voor de structurele financiële onevenwichten in zowel de Verenigde Staten als daarbuiten. Maar het besluit van de Fed zou, in ieder geval in de opkomende landen, de aandelenmarkten de komende maanden wel meer lucht kunnen geven, tenzij de politieke onzekerheid weer zou oplaaien. Het zou ook kunnen bijdragen tot een geleidelijke daling van de overgewaardeerde dollar. Waarschijnlijk zal dit besluit van de Fed van 11 oktober later dus de geschiedenis ingaan als een moment uit 2019, dat beleggers zeker zal bijblijven.