DNB: Waarom de ECB de rente ongewijzigd heeft gelaten

DNB: Waarom de ECB de rente ongewijzigd heeft gelaten

Interest Rates ECB

Voor het eerst in meer dan een jaar heeft de ECB de rente niet verlaagd, maar gelijk gehouden op 2%. Betekent dit dat de inflatie onder controle is? Of spelen er andere zaken en is dit rentebesluit slechts een pas op de plaats? Een blik op een aantal afwegingen van de ECB.

Sinds juni 2024 verlaagde de ECB de beleidsrente stapsgewijs van 4% naar 2%. Een rente van 4% was nodig om de zeer hoge inflatie in de periode 2021-2024 in het eurogebied onder controle te krijgen. In de loop van 2024 daalde de inflatie, mede door het beleid van de ECB, weer richting gewenst niveau en kon de rente worden verlaagd. Nu laat de ECB de rente ongewijzigd. Wat waren hierbij de afwegingen?

Is het inflatiedoel bereikt?

De inflatie in het eurogebied kwam in juni 2025 uit op 2%, het inflatiedoel van de ECB. Ook de kerninflatie – de inflatie zonder de vaak sterk fluctuerende prijzen van energie en voedsel – is al langer aan het dalen en nadert de 2%. De recente cijfers bevestigen dus dat prijsdruk afneemt. Tegelijkertijd houdt de economie zich redelijk, ondanks de wereldwijde onrust.

Goed nieuws, zo lijkt het. Toch blijft het inflatiebeeld vooruitblikkend omgeven door risico’s, en is het de vraag of de inflatie ook op de wat langere termijn op 2% zal blijven. Aan de ene kant zijn er factoren die inflatie kunnen aanjagen. Denk aan hogere overheidsuitgaven, weersinvloeden zoals hittegolven, maar ook oplopende spanningen in het Midden-Oosten die via hogere energieprijzen tot meer prijsdruk kunnen leiden. Daartegenover staan factoren die ervoor kunnen zorgen dat inflatie juist afneemt, zoals een zwakkere mondiale vraag door Amerikaanse importtarieven op EU-producten. Ook kunnen hoge Amerikaanse tarieven op China, tot gevolg hebben dat Chinese goederen tegen lagere prijzen in het eurogebied worden ‘gedumpt’, wat juist een verlagend effect op inflatie heeft.

De grote mate van onzekerheid maakt het lastig om vooruit te kijken. Volgens de meest recente ramingen, die de bestuursraad van de ECB – waaronder de nieuwe DNB-president Olaf Sleijpen – gebruikt om het monetaire beleid te bepalen, stabiliseert de inflatie rond de 2%. In deze ramingen wordt uitgegaan van Amerikaanse importheffingen van 10% en een beleidsrente die nog iets verder daalt tot 1,75%. Inmiddels dreigt de Amerikaanse president Trump met een verhoging van die heffingen naar 30%, terwijl de onderhandelingen nog lopen. Dat maakt de onzekerheid rond de ramingen ongebruikelijk groot.

Wat zeggen de financiële condities?

De beleidsrente ligt met 2% rond ‘neutraal’ niveau. Dat is het niveau van de rente waarbij de economie niet wordt gestimuleerd en ook niet wordt afgeremd. De ECB kijkt ook breder naar financiële condities om te bepalen of het monetair beleid een verruimende of verkrappende werking heeft. Denk hierbij aan kapitaalmarktrentes, beurskoersen, en de waarde van de euro ten opzichte van andere valuta.

Deze financiële condities zijn vrij stabiel, zeker tegen de achtergrond van de grote onzekerheid. Aandelenprijzen hebben zich volledig hersteld van de diepe dip eerder dit jaar, en zijn recent vrij constant. Ook rentespreads (bijvoorbeeld het renteverschil tussen verschillende Europese landen) wijzen op kalme financiële markten. Wel is de gemiddelde rente op staatsobligaties iets gestegen. Dit kan komen door hogere verwachte overheidsuitgaven voor defensie, en, zeker in Duitsland, toegenomen begrotingstekorten en overheidsleningen. Wanneer overheden meer schuld uitgeven, neemt het aanbod van obligaties toe, wat kan leiden tot hogere rentes.

Daarnaast is de euro in waarde gestegen ten opzichte van vooral de dollar. De sterkere euro zorgt ervoor dat Europese export duurder wordt, wat economische activiteit kan afremmen. De recente stijging van de eurokoers hangt deels samen met de afgenomen rol van de Amerikaanse dollar als veilige haven in tijden van onzekerheid, en vormt een mogelijke eerste reactie op de aangekondigde Amerikaanse importheffingen.

Wat is het effect van het monetaire beleid op huishoudens en bedrijven?

De laatste stap van de ‘monetaire transmissie’ is de concrete doorwerking van rentes naar huishoudens en bedrijven, onder andere via spaarrentes en leenvoorwaarden. Deze ontwikkelen zich gunstig. Hypotheek- en bedrijfsrentes zijn sinds de renteverlagingen van de ECB gedaald, wat de financieringskosten voor huishoudens en bedrijven verlaagt.

Bedrijven profiteren van die lagere financieringskosten. Normaal gesproken zullen bedrijven hierdoor meer investeren. Maar in het huidige onzekere klimaat zijn ze toch enigszins terughoudend. Volgens de recente Bank Lending Survey (BLS) van de ECB – een onderzoek onder banken naar hun kredietvoorwaarden – blijkt dat de vraag naar leningen door bedrijven slechts licht is toegenomen, gesteund door lagere rentes maar geremd door wereldwijde onzekerheid en spanningen.

Voor huishoudens blijft de vraag naar hypotheken toenemen, vooral dankzij de dalende rente. En, zo bleek uit de BLS, speelde het consumentenvertrouwen en optimisme over de huizenmarkt een rol: huishoudens zijn optimistischer over hun financiële situatie en de economie, wat hun bereidheid vergroot om grotere aankopen te doen of een hypotheek af te sluiten.

Dus waarom nu geen renteverlaging?

De economische en financiële ontwikkelingen wijzen erop dat rentes zich op een evenwichtig niveau bevinden: niet sterk stimulerend, maar ook niet duidelijk afremmend. Tegelijkertijd zijn de risico’s rond inflatie tweezijdig, en blijft de onzekerheid rondom de Amerikaanse importtarieven. De ECB kiest in juli voor een ongewijzigde rente om de effecten van eerdere renteverlagingen beter te kunnen beoordelen en scherper zicht te krijgen op hoe de economie zich ontwikkelt.