Ethenea: Regionale groeiverschillen nemen toe

Ethenea: Regionale groeiverschillen nemen toe

Outlook
Rente (02) euro geld monetair beleid.jpg

2024 zal gekenmerkt worden door een gematigde wereldwijde groei. De Amerikaanse economie blijkt robuust, terwijl de economische cijfers voor de eurozone teleurstellen.  

‘De wereldeconomie bevindt zich in de laatcyclische fase. Door het restrictieve monetaire beleid en de dalende maar nog steeds hoge inflatie blijft de wereldeconomie krimpen. De wereldwijde inkoopmanagersindices wijzen op een zwakke groei en stagnerende activiteit. Terwijl de verwerkende industrie al een trendbreuk laat zien, wijzen de indicatoren voor de dienstensector op een verdere vertraging van de expansie’, analyseert Michael Blümke, Senior Portfolio Manager bij Ethenea, vandaag.

‘De regionale groeiverschillen nemen toe. De Amerikaanse economie stevent af op een zachte landing in 2024. De eurozone heeft het moeilijk door de afname van de economische groei. De economische vooruitzichten van China verbeteren dankzij sterke overheidsstimuli, maar de vastgoedsector blijft een schaduw werpen. Geopolitieke spanningen en toenemende beperkingen tasten niet alleen de internationale handel aan, maar dreigen samen met de sterke fiscale steun, de solide arbeidsmarkt en de robuuste vraag de desinflatie op middellange termijn te doen ontsporen.

Overigens zijn de centrale banken in de geavanceerde economieën naar alle waarschijnlijkheid aan het einde gekomen van hun verkrappingscyclus. Maar omdat de reële rente nog steeds negatief of nauwelijks positief is, zijn er steeds meer tekenen dat het neutrale renteniveau hoger zou kunnen zijn dan vóór de pandemie. Om een hernieuwde inflatoire druk te vermijden, moeten de belangrijkste rentetarieven dus misschien langer hoger worden gehouden en de huidige hoop op een spoedige renteverlaging zou wel eens voorbarig kunnen blijken.’

Eurozone: eerder stagnatie dan inzinking

‘Enquêtegegevens en economische cijfers voor de eurozone wijzen ook op een gematigde groei in het vierde kwartaal. Terwijl de leidende PMI-indicatoren voor de zesde maand op rij in krimpgebied blijven, wijzen de gerapporteerde economische gegevens eerder op een stagnatie dan op een inzinking. De arbeidsmarkt lijkt solide, maar de groei van de werkgelegenheid vertraagt aanzienlijk. Omdat er steeds minder banen worden gecreëerd, is de werkloosheid nu tot 6,5% gestegen. Terwijl we de eerste tekenen zien van een verbetering in de productiesector en ook het consumentenvertrouwen zich stabiliseert op een zeer laag niveau, blijven de cijfers van de detailhandelsverkopen dalen.

Gezien deze weinig groeivriendelijke achtergrond en het feit dat ook de andere gegevens geen duidelijke trend laten zien, zal de ECB de komende maanden zwaar op de proef worden gesteld. In een omgeving van aanhoudende inflatie en voortdurende fiscale stimuleringsmaatregelen zou een voortijdige renteverlaging contraproductief zijn. Anderzijds kan een te lang restrictief beleid resulteren in een nog diepere economische inzinking. Aangezien de algemene inflatie gedaald is tot 2,4% en de kerninflatie tot 3,6%, gaan wij ervan uit dat de verkrappingscyclus van de ECB definitief ten einde is. Wij betwijfelen echter of ze genoeg geduld en doorzettingsvermogen heeft om vast te houden aan haar restrictieve koers, die noodzakelijk is in het licht van solide loonstijgingen en fiscale stimuleringsmaatregelen. Volgens ons zal de ECB niet de weg van de economische pijn inslaan en de rente dus eerder verlagen dan de Fed.’