Ronde Tafel Private Debt deel 3: Innovatief op ESG-gebied
Ronde Tafel Private Debt deel 3: Innovatief op ESG-gebied
ESG ontbrak niet tijdens de Ronde Tafel over Private Debt Markets. Hoe kijken de deelnemers aan tegen de ontwikkelingen binnen private debt markets op het gebied van duurzaamheid?
Door Ronald Bruins
Dit is deel 3 van het verslag. Hier leest u deel 1 en hier deel 2.
VOORZITTER: Hans de Ruiter, Pensioenfonds TNO
DEELNEMERS: Remko van der Erf, ICG Stuart Hitchcock, LGIM Real Assets George Konings, Aegon Asset Management Murtaza Merchant, MV Credit (an affiliate of Natixis IM) Torben Skødeberg, Capital Fou Alexandra Tixier, Allianz Global Investors |
Creatieve markt
ESG mag niet ontbreken in de private debt-discussie. Het laatste blok van de Ronde Tafel is daarvoor ingeruimd. Tixier: ‘We zien een groeiende vraag van beleggers naar verbeterde transparantie en meer gedetailleerde rapportage, en een honger naar Artikel 8- en Artikel 9-SFDRfondsen. Op het gebied van duurzaam beleggen is de markt zeer innovatief met nieuwe instrumenten zoals sustainability linked loans. Deze instrumenten stimuleren de lener om vooraf bepaalde duurzaamheidsdoelstellingen te behalen. De marge wordt verlaagd als de lener de drempel voor duurzaamheidsprestaties haalt. Mocht deze het niet halen, dan gebeurt het omgekeerde.’
Ondanks de creativiteit blijft het verzamelen van gegevens op het gebied van ESG een uitdaging. Tixier: ‘Bedrijven zijn qua mensen en instrumenten nog niet volledig toegerust om de toenemende complexiteit van ESG adequaat aan te pakken. Sterker nog, de regelgeving op sommige gebieden is nog niet eens uitgekristalliseerd of consistent. Bovendien is er geen duidelijke definitie voor beleggers van wat een duurzame belegging is. Daardoor ligt greenwashing op de loer.’
Specifieke manier van navigeren
Konings constateert dat grote ondernemingen vaker een flinke set aan data overleggen, maar dat middelgrote en kleine bedrijven minder gegevens hebben. ‘Dat maakt het moeilijker om die middelgrote en kleine bedrijven te analyseren vanuit ESG-perspectief. Een bottom-up kredietonderzoek kan beleggingskeuzes belonen, aangezien ESG-risico’s fundamentele risicofactoren zijn die doorgaans pas op de middellange of lange termijn naar voren komen. Vooral voor kredietverstrekkers met een langere horizon, zoals private kredietverstrekkers, is dit van cruciaal belang.’
De Ruiter reageert daarop met een conclusie. ‘ESG begon met het weghalen van slechte beleggingen uit de portefeuille. Nu ligt de focus veel meer op het bereiken van een positieve invloed. Dat zie je in de private markten terug bij private equityfondsen die zich specifiek op impact richten. Verwachten jullie een dergelijke ontwikkeling ook bij private debt?’ Van der Erf: ‘Ja, ik denk dat we die ontwikkeling ook door gaan maken. Bij private equity zijn er ongeveer tweehonderd fondsen die zeggen dat ze zich richten op het realiseren van impact. Dat cijfer geeft meteen het probleem aan. Sommige fondsen zeggen weliswaar dat ze impact hebben, maar bij hen ontbreekt het aan geloofwaardigheid. Er is ook geen uniform raamwerk of een eenduidige definitie waar je deze fondsen op kunt beoordelen. Iedere private debt-manager komt daarom met zijn eigen ESG-statistieken. Daarmee zit het onderwerp ook dicht aan tegen de integriteit van de fondsmanager die de criteria voor impact hanteert. Als belegger is het dus van belang om verder te kijken dan wat er op het label staat om niet in de valkuil van greenwashing te stappen. Echter, dat er een grote vraag is naar impactfondsen, dat is duidelijk.’
Private debt is van een lenersvriendelijke naar een uitlenersvriendelijke markt gegaan.
Nog voldoende upside?
Skødeberg grijpt terug naar de lessen van school. ‘Daar leerden we dat in aandelen een portefeuille met 20 tot 25 namen genoeg is om het risico te spreiden en toch genoeg upside te hebben voor een mooi rendement. Hetzelfde principe geldt voor impactfondsen in private equity. Maar binnen private debt heb je als kredietbelegger meer diversificatie nodig om het gebrek aan opwaartse risico’s te compenseren.’ Hij zegt dat hij uitgebreid samenwerkt met zijn ESG-team om de onderliggende transacties te analyseren. ‘Dat werk is ook een antwoord op ESGverzoeken van klanten. Ze hebben veel vragen waarmee we ze helpen. Ze willen bijvoorbeeld weten in hoeverre deze beleggingen onder een artikel van de SDFR vallen. Daarvoor doen we al een assessment bij onze investeringstargets.’ Merchant: ‘Dat is dan nog niet zo eenvoudig, want er bestaat nog niet zoiets als een Moody’s of een S&P voor duurzame beleggingen. Sowieso werkt het opgraven van ESG-data kostenverhogend. Als je ESG-advocaat of -adviseur bent, dan zijn dit mooie tijden. Je kunt een mooie boterham verdienen. Ook omdat de doelen en targets telkens bewegen, waardoor er telkens aanpassingen nodig zijn.’
Schokbestendig
De Ruiter geeft de deelnemers de gelegenheid hun conclusies te delen. Konings trapt af: ‘Voor de institutionele beleggers opent de private debt-markt zich meer en meer. Dat biedt veel kansen.’
Tixier: ‘We moeten laten zien dat we ons inzetten voor duurzaam beleggen. Wat mij betreft gaan we nog een stap verder en leveren we tastbare impact in de echte wereld. Dat is mogelijk door middel van directe private debt. Daarnaast zie ik een behoefte aan harmonisatie van de definities van duurzame en impactinvesteringen.’
Van der Erf: ‘Private debt is een all-weatherstrategie. Schokbestendig. Maar dan nog draait het erom dat je het beste krediet eruit weet te pikken. Ik ben niet al te bang voor de macro-economie. We zijn ook eerdere moeilijke scenario’s doorgekomen en zien zelfs bij sterke schokscenario’s dat de ondernemingen in onze portefeuille voldoende kasstromen genereren om de rentelasten te kunnen blijven dragen.’
Skødeberg: ‘Ja, we hebben hier een relatief rechttoe rechtaan beleggingscategorie die ongeveer 12% rendement maakt. We bieden onze beleggers veel transparantie, gegevens en rapportage over de onderliggende belegging. Inclusief bijvoorbeeld individuele kredietbeoordelingen door externe ratingdeskundigen.’
‘Quite solid’, concludeert Skødeberg dan ook. ‘We besteden veel tijd aan het uitleggen en bespreken van de beleggingscategorie met institutionele beleggers. Veel van onze discussies gaan over de kansen die deze beleggingscategorie biedt en waar private debt thuishoort in de portefeuille.’
Merchant tot slot: ‘Private debt is van een lenersvriendelijke naar een uitlenersvriendelijke markt gegaan. Dat is mijn take away. Naast het feit dat private debt door zijn stabiele kenmerken heel goed in de portfolio van institutionele beleggers past. Dit is hét moment om in private debt te investeren.’
CONCLUSIE In Europa is sprake van een voortdurende verschuiving van bancaire kredietverlening naar institutionele kredietverlening. Er is een groeiend bewustzijn onder bedrijven dat er naast de bank alternatieven zijn om geld op te halen. De hogere rente heeft de markt voor private debt opnieuw geprijsd. De wereldwijde waardecorrectie in private debt biedt kansen. De Europese markt groeit meer naar zijn evenknie in de Verenigde Staten. Not losing money is the major game. Private debt is een relatief rechttoe rechtaan beleggingscategorie, die ongeveer 12% rendement oplevert. |
Hans de Ruiter Hans de Ruiter is sinds 2012 CIO van Pensioenfonds TNO. Hij is daarnaast onder meer Bestuurslid bij Pensioenfonds Achmea en PMT, en Senior Lecturer Finance bij Nyenrode Business Universiteit. |
Remko van der Erf Remko van der Erf is Managing Director bij Intermediate Capital Group (ICG) en verantwoordelijk voor de Benelux-regio. ICG financiert sinds 1989 middelgrote Europese bedrijven en was in 2012 een grondlegger van de huidige Europese direct lending-markt. Van der Erf heeft in zijn carrière ruime ervaring opgedaan in alternative credit bij Robeco en Van Lanschot Kempen. |
Stuart Hitchcock Dr. Stuart Hitchcock is Head of Portfolio Management, Private Credit voor LGIM, waar hij sinds 2018 werkt. Hiervoor was hij Managing Director en Head of International Origination bij New York Life Investors. Eerder werkte hij 11 jaar bij RBS. Hitchcock heeft een PhD (Southampton), een MSt (Oxford), een Executive MBA (Cambridge) en een FCT (Association of Corporate Treasurers). |
George Konings George Konings is Senior Portfolio Manager in het Alternative Fixed Income-team van Aegon Asset Management. Voordat hij naar Aegon Asset Management kwam, was hij werkzaam bij Rabobank binnen Debt Capital Markets en Corporate Finance Advisory. Konings heeft een Master in International Law en Corporate Law (beide Universiteit Leiden) en een Executive MBA (Rotterdam School of Management, Erasmus University). |
Murtaza Merchant Murtaza Merchant is Managing Partner en Co-head of Business Development van MV Credit (onderdeel van Natixis Investment Managers), waar hij in 2006 begon. Tevens is hij lid van het Management Committee en het Investment Committee. Voordat hij bij MV Credit kwam, was Merchant Investment Manager bij IFIC in Koeweit en Senior Auditor voor BDO. |
Torben Skødeberg Torben Skødeberg is Portfolio Manager, President en CoFounder van Capital Four. Hij is tevens lid van het Investment Committee voor Private Debt, Leveraged Loans en High Yield. Daarvoor was hij bij Nordea Investment Management verant- woordelijk voor het dagelijkse portefeuillebeheer van een aantal high yield/hedge fundportefeuilles en was hij Research Analist. Eerder werkte hij bij SEB Asset Management in Kopenhagen en Nordea Group Treasury |
Alexandra Tixier Alexandra Tixier is sinds 2017 Director, European Private Debt team bij Allianz Global Investors. Ze geeft leiding aan de nieuwe impact private credit-strategie in ontwikkelde markten. Voordat ze bij AllianzGI kwam, werkte ze in het direct lendingteam van Tikehau Capital. Ze begon haar carrière in herstructureringsadvies bij PwC. |