T. Rowe Price: Euro bedrijfsobligaties liggen er prima bij

T. Rowe Price: Euro bedrijfsobligaties liggen er prima bij

Fixed Income
Europa (02) omhoog

Euro investment grade bedrijfsobligaties blijven aantrekkelijk, omdat de rente rond het hoogste niveau in meer dan tien jaar ligt, maar de selectie blijft cruciaal.

‘Over het geheel genomen ben ik optimistisch over investment grade bedrijfsobligaties in euro’s, door de positieve technische cijfers en de hoogste beschikbare rendementen in meer dan een decennium,’ zegt Howard Woodward, Portfolio Manager Euro Corporate Bond bij T. Rowe Price, vandaag. ‘Het waarschijnlijke einde van de renteverhogingscyclus van de ECB is ook ondersteunend, vooral als dit leidt tot een afname van de rentevolatiliteit. Hoewel er tekenen zijn dat de bedrijfsfundamentals versoepelen, is dit vanuit een sterke basis, die enige bescherming bieden als de groei in de eurozone verzwakt.’ Hij ziet de volgende vijf belangrijke thema’s voor euro investment grade bedrijfsobligaties:

1. Rendementen blijven aantrekkelijk                                                                                            

‘De Europese investment grade bedrijfsobligatiemarkt blijft beleggers een aantrekkelijke mogelijkheid bieden om inkomsten te genereren, vooral voor beleggers met een langetermijnhorizon. Het gemiddelde rendement in deze beleggingscategorie dit jaar is 4,45% - het hoogste niveau sinds januari 2012. Dit is niet alleen concurrerend in absolute termen, maar ook in relatieve termen, omdat het rendement stijgt ten opzichte van traditionele staatsobligaties.’

2. Positief technisch beeld

‘Technisch gezien zou er een positieve rugwind moeten zijn voor investment grade bedrijfsobligaties in euro’s. De beleggingsklasse heeft een terugkeer van de instroom gezien, een trend die zal aanhouden gezien het hoge all-in rendement dat beschikbaar is voor beleggers. De uitgiftevolumes zullen beheersbaar zijn, omdat de financieringsbehoeften van investment grade bedrijven momenteel laag zijn doordat fusies en overnames op een dieptepunt in tien jaar staan. Bovendien is de liquiditeitspositie van bedrijven over het algemeen hoog, waardoor bedrijven minder vaak naar de primaire markt hoeven te stappen om financiering aan te trekken. De scherpe stijging van de rente is per saldo positief voor bedrijfsobligaties, omdat de waarschijnlijke positieve invloed op de vraag zou moeten opwegen tegen de risico's van hogere potentiële financieringskosten en een krapper monetair beleid.’

3. Bedrijven hebben een sterke basis

‘De economische neergang begint te wegen op de winstmarges van bedrijven. Hoewel dit leidt tot een lichte verslechtering van de bedrijfsfundamentals, gaan de meeste bedrijven deze vertraging in vanuit een sterke positie. Over het algemeen worden investment grade bedrijven geschraagd door solide fundamentals: de schuldniveaus zijn laag en de rentedekkingsratio's liggen nog steeds ruim boven de historische gemiddelden. Dit is ondersteunend en geeft bedrijven een grotere buffer om door deze periode van zwakke economische groei te navigeren.’

4. ECB is waarschijnlijk klaar met renteverhogingen

‘Het waarschijnlijke einde van de verkrappingscyclus van de ECB zou de markten wat troost moeten bieden, vooral als het helpt om de volatiliteit van de rentetarieven te verminderen. Tijdens de laatste beleidsvergadering in oktober liet de ECB de rente ongewijzigd na 10 opeenvolgende verhogingen. De volgende fase van de monetaire beleidscyclus is nu aangebroken. De rente zal denk ik ergens in 2024 worden verlaagd, gezien de zwakke economie. Dit kan mogelijk leiden tot wat meerwaarden voor Europese investment grade bedrijfsobligaties.’

5. Effectenselectie noodzakelijk bij afnemende groei

‘In een omgeving waar de groei afzwakt, is een deskundige effectenselectie en sectorallocatie op basis van diepgaand fundamenteel onderzoek essentieel. Momenteel zijn wij voorzichtig over de vooruitzichten voor vastgoed, een sector die kwetsbaar is voor hogere financieringskosten en waar denk ik een verhoogd ‘fallen angel'-risico bestaat. De fundamenten zijn zwak, vooral in het kantoorgebouwensegment, bij krappere kredietvoorwaarden en beperkte mogelijkheden voor schuldafbouw.’

Woodward is daarentegen enthousiast over de Europese financiële sector, die wordt ondersteund door aantrekkelijke waarderingen en over het algemeen veerkrachtige fundamentals. Niet alle segmenten van de financiële sector zijn echter aantrekkelijk. Hij is bijvoorbeeld voorzichtig met een bijzonder grote blootstelling aan commercieel vastgoed.