Harry Geels: Geframed nieuws is erger dan nepnieuws

Harry Geels: Geframed nieuws is erger dan nepnieuws

Politics
Harry Geels

Door Harry Geels

Er is terecht veel aandacht voor de potentieel negatieve gevolgen van nepnieuws, de door de algoritmes van sociale media gecreëerde informatiebubbels en deepfakes. Er is echter onvoldoende aandacht voor een potentieel nog gevaarlijker vorm van desinformatie, namelijk ‘framing’, iets waar onze ‘kwaliteitsmedia’ zich ook in toenemende mate schuldig aan maken.

De politiek is druk bezig met het fenomeen desinformatie. Zo willen D66 en CDA graag onderzoek doen naar de werking van algoritmes, omdat die ervoor zorgen dat mensen alleen het nieuws voor ogen krijgen dat past bij hun denkbeelden. En dan vooral de meest spectaculaire variant. D66 heeft zelfs een waar Aanvalsplan desinformatie gepubliceerd, waarin goede punten staan zoals het openbaar maken van de algoritmes, het tegengaan van haatzaaien, het investeren in deepfake-detectie en het opknippen van techreuzen.

De ambitie om het ‘verspreiden van misleidende informatie’ tegen te gaan, gaat echter vaak te ver. Want wie bepaalt wat misleidende informatie is? Louter het hebben van een andere mening, hoe vreemd ook, mag nooit en te nimmer een probleem zijn, mits er natuurlijk geen sprake is van haatzaaien. Vroeger dachten we ook dat de aarde plat was en dat alle zwanen wit waren. De filosoof Arthur Schopenhauer zei ooit terecht ‘Alle Wahrheit durchläuft drei Stufen. Zuerst wird sie lächerlich gemacht oder verzerrt. Dann wird sie bekämpft. Und schließlich wird sie als selbstverständlich angenommen’.

De zelfbenoemde strijders van nepnieuws gaan vaak voorbij aan twee potentieel grotere gevaren wanneer het om het verspreiden van (nep)nieuws gaat, namelijk ‘framing’ en de ‘binary bias’. En daar vallen helaas niet alleen consumenten van sociale media ten prooi aan, maar veel erger nog: ook de zogeheten kwaliteitsmedia, zoals kranten, radio en televisie. Het is belangrijk kennis te nemen van deze twee fenomenen. Laten we ze kort beschrijven om vervolgens af te sluiten met een aanzet tot een verbeterplan.

Framing

Framing of denkraam is een overtuigingstechniek in communicatie waarbij woorden en beelden zo gekozen worden, dat daarbij impliciet een aantal aspecten van het beschrevene wordt uitgelicht. Deze uitgelichte aspecten helpen om een bepaalde lezing van het beschrevene of een mening daarover te propageren. Onder meer in de politiek, de journalistiek en de reclame wordt van framing bewust (en onbewust) gebruikgemaakt’. Van de politiek en reclame begrijpen mensen in de meeste gevallen wel dat ze de bron van de informatie in twijfel moeten trekken.

De meeste journalisten maken er ook gebruik van en hier wringt de schoen, vooral als die informatie in vermeende kwaliteitsmedia wordt verschaft in de vorm van bijvoorbeeld analyses, nieuws of interviews. Een goed voorbeeld is het ‘profielverslag’ van Ursula Von der Leyen in de Volkskrant (VK) van 10 december, waarin de voorzitter van de Europese Commissie vooral positief werd geportretteerd als ‘de bevelhebber van Europa’. De VK koos ervoor om vooral politici die een positief beeld van haar hadden te interviewen en lovende quotes over haar te geven.  

Weinig tegengeluiden en geen woord over het feit dat ‘Europe’s American President’ niet democratisch gekozen is (maar in achterkamertjes werd benoemd) en deel uitmaakt van een onderzoek over de EU-inkoopprocedures van COVID-vaccins. Ook mocht Von der Leyen van het VK de critici van de EU vrijelijk ‘populisten’ noemen.

Een ander recent voorbeeld van framing was het artikel uit het Financieele Dagblad (FD) onder de titel: ‘Digitale euro: alles is nog open, maar de ophef is er nu al’, waarin doodleuk critici van de digitale euro als complotdenkers ‘aan de flanken van politieke spectrum‘ werden weggezet, een en ander nog dikker aangezet door een foto van Thierry Baudet boven het artikel.

Mijn stelling is dat de meeste krantenartikelen en zelfs het nieuws van het journaal niets meer dan een persoonlijke en gekleurde mening zijn van de journalisten die het produceren, zonder dat de nieuwsgaring als zodanig door de desbetreffende media wordt gerubriceerd, bijvoorbeeld onder toepasselijkere kopjes als ‘Column’ of ‘Commentaar’. De twee bovengenoemde artikelen kregen respectievelijk de rubriceringen van ‘Profiel’ en ‘Overheid’, wat vanuit objectieve journalistiek ronduit misleidende benamingen zijn.

Binary bias

Een ander probleem, dat meer op het psychologische vlak ligt, is de binary bias, of ‘binary thinking’, de menselijke neiging om duidelijkheid te zoeken in het simplificeren van een complex continuüm aan informatie in twee uiterste categorieën. Zeg maar wit of zwart, je bent voor of tegen vaccineren, voor of tegen de klimaattransitie, voor of tegen de EU of voor of tegen digitale euro. Je kunt niet bijvoorbeeld, zoals ik, (positief) kritisch zijn over de EU of de digitale euro. Blijkbaar ben je dan meteen een complotdenker aan de flanken van het politieke spectrum.

Binary thinking leidt aantoonbaar tot polarisatie en het is lastig te bestrijden. Zoals Adam Grant in zijn ‘must-read’ Think Again schrijft, helpt zelfs journalistiek waarin beide kanten van een verhaal op evenwichtige basis zijn weergegeven nog onvoldoende. De beste remedie blijkt het beschrijven van de vele grijstinten en zelfs de onzekerheden van een kwestie te zijn. Over klimaat schrijft Grant bijvoorbeeld dat er minimaal zes ‘kampen’ blijken zijn en dat er maar heel weinig mensen in staat zijn ‘sceptici’ van ‘ontkenners’ te onderscheiden, met alle negatieve gevolgen van dien.

Ook haalt Grant onderzoek aan dat de weinige journalisten die in staat zijn de vele grijstinten en onzekerheden van een kwestie te beschrijven betrouwbaarder en overtuigender overkomen dan mensen die over een kant van het verhaal stellig zijn. En ‘last but not least’: beter polarisatie tegengaan. Helemaal een tien met een griffel krijgen die journalisten (of debaters in een mondelinge discussie) als ze begrip weten op te brengen voor (beide) uiterste kampen. Dit soort kwaliteitsjournalistiek is helaas van lang vervlogen tijden. Gepolariseerd nieuws verkoopt.

Je maakt van iemand niet sneller een extreme denker door hem of haar zo te benoemen. Stoppen dus met woorden als extreemrechts of extreemlinks, wappie, fascist, complotdenker of populist. Het werkt aantoonbaar averechts. Mensen gaan zich zo eerder verdedigen en terugtrekken in hun eigen kamp. Het doet mij oprecht pijn als ondertussen meer dan twintig jaar trouwe lezer van de VK (print en online) en het FD (online) deze woorden daarin steeds vaker te lezen.

Aanzet tot een verbeterplan

In het eerder genoemde Aanvalsplan desinformatie staan een aantal goede punten, zoals hierboven reeds opgeschreven, met de nadrukkelijke toevoeging nepnieuws niet te verbieden of aan banden te leggen. Mijn stelling is dat nepnieuws niet bestaat, tenzij het deepfake is of via nepaccounts of media bots wordt verspreid.

Nog drie andere suggesties:

  1. Ieder zichzelf respecterend medium krijgt een onafhankelijke Raad van Advies die de journalistieke kwaliteit bewaakt, onder andere door framing en de binary bias tegen te gaan en te zorgen voor de juiste rubricering van media-uitingen.
  2. De jeugd moet geleerd worden kritisch met informatie om te gaan, zeg maar een soort lees- en luistervaardigheid van het nieuws. Dat moet een serieus vak worden (of bijvoorbeeld onderdeel van een bestaand vak). Tot de leeftijd van zestien mag de jeugd niet vrijelijk sociale media gebruiken.
  3. Mensen die gebruikmaken van sociale media om hun mening te verkondigen, moeten officieel met naam en toenaam geregistreerd worden (‘know your customer’ voor de media). Media moeten verantwoordelijk worden gesteld als er nieuws wordt verspreid via nepaccounts of media bots én zorgen dat hun gebruikers worden gelabeld als consument of als iemand met een commerciële boodschap of lidmaatschap van een politieke partij.

Zie, tot slot, ook nog de oude column Social media zijn de moderne toren van Babel met wat andere suggesties.

Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels