Mark Boumans: Huidige pensioenstelsel ontoereikend voor zelfstandigen

Mark Boumans: Huidige pensioenstelsel ontoereikend voor zelfstandigen

Mark Boumans (Fotocredits Aad van Vliet).jpg

Door Mark Boumans, Beleidsadviseur bij Montae & Partners. Daarnaast is hij verbonden aan het Expertisecentrum Pensioenrecht van de Vrije Universiteit Amsterdam
 
Het huidige pensioenstelsel is op dit moment onvoldoende toegerust om zelfstandigen voor een goed pensioen te laten sparen. Dit is een urgent probleem gezien de grote groep zelfstandigen in Nederland. Het juridisch pensioenkader moet daarom zo snel mogelijk worden aangepast om de pensioentoegang van zelfstandigen te verbeteren.

 

SAMENVATTING

  • De groep zelfstandigen maakt een belangrijk onderdeel uit van de arbeidsmarkt.
  • De beperkte pensioendeelname van zelfstandigen is een zorgelijk probleem.
  • Zelfstandigen bouwen maar beperkt pensioen op binnen het pensioenstelsel.
  • Zij sparen vooral daarbuiten.
  • De huidige mogelijkheden om aanvullend pensioen op te bouwen zijn beperkt.
  • Er zijn verschillende mogelijkheden om dit te verbeteren: van stimuleren tot verplichten.

 

Dit zijn de belangrijkste conclusies uit mijn proefschrift ‘Pensioen van zelfstandigen’, dat ik op 16 september jl. aan de Vrije Universiteit Amsterdam verdedigde. Het is cruciaal om te voorkomen dat een grote groep zelfstandigen na pensionering te weinig inkomen heeft om van te kunnen leven.

VRAAGSTUK
De groep zelfstandigen bestaat uit een heterogene groep werkenden die de laatste jaren alsmaar is gegroeid. Inmiddels is deze groep verworden tot een op zichzelf staande doelgroep, die niet meer uit het Nederlandse arbeidsbestel kan worden weggedacht. Dit brengt diverse vraagstukken met zich mee, onder meer op het gebied van de arbeidskwalificatie, op sociaal-economisch en fiscaal gebied, maar zeker ook op het gebied van pensioen.

Uit diverse onderzoeken blijkt namelijk dat een belangrijk deel van de zelfstandigen in Nederland te weinig spaart voor pensioen. Zij lopen hierdoor het risico op een ontoereikend pensioen, wat op termijn een maatschappelijk probleem kan opleveren. Zelfstandigen die wel voor de eigen oude dag sparen, doen dit vooral buiten het pensioenstelsel door zelf te beleggen of te sparen. Het Nederlandse pensioenstelsel werd afgelopen jaar voor de derde keer op rij verkozen tot het beste pensioenstelsel van de wereld. De meeste zelfstandigen laten dit stelsel op dit moment echter links liggen. Gezien het belang van een adequaat pensioen voor alle werkenden in Nederland heeft het prioriteit om de toegang van zelfstandigen tot pensioen te verbeteren.

boek Mark Boumans-14012021_600x497.png

HUIDIG STELSEL
Het huidige driepijlerstelsel biedt zelfstandigen de volgende mogelijkheden om een voorziening voor de oude dag te treffen. In de eerste pijler hebben zelfstandigen uiteraard aanspraak op een AOW-uitkering, maar deze is voor de meeste zelfstandigen onvoldoende om van te leven.

In de tweede pijler kunnen zelfstandigen onder de verplichtstelling van een bedrijfstakpensioenfonds (hierna: bpf) worden opgenomen, een mogelijkheid die al sinds 1949 bestaat. In de praktijk kent alleen bpf Schilders en bpf Bouw een dergelijke verplichtstelling voor zelfstandigen. Tegen deze verplichtstelling bestaat vanuit een aantal zelfstandigenorganisaties bezwaar, omdat dit de vrije mededinging van ondernemers zou aantasten. Afgelopen december heeft gerechtshof Den Haag in hoger beroep echter geoordeeld dat deze verplichtstelling mededingingsrechtelijk is toegestaan. Daarnaast kunnen zelfstandigen als beroepsgenoten aan een verplichte beroepspensioenregeling deelnemen. Deze vorm van verplichte pensioendeelname staat in de praktijk alleen open voor zelfstandige beroepsbeoefenaren in de medische sector. Een andere optie die de tweede pijler biedt, is die van vrijwillige voortzetting. Zelfstandigen die eerder als werknemers aan een pensioenregeling in de tweede pijler hebben deelgenomen, kunnen deze regeling maximaal tien jaar vrijwillig voortzetten.

In de derde pijler kunnen zelfstandigen op individuele basis een lijfrentevoorziening treffen.

In de praktijk spaart slechts een paar procent van de zelfstandigen in de tweede pijler en zo’n 10% in de derde pijler voor pensioen. Zoals hierboven aangeven, sparen veruit de meeste zelfstandigen echter buiten het pensioenstelsel voor de oude dag.

VERBETERMAATREGELEN
In mijn proefschrift heb ik drie typen maatregelen voorgesteld die de pensioentoegang en pensioendeelname van zelfstandigen kunnen verbeteren. Deze verbetermaatregelen verschillen onderling van elkaar qua doelstelling, effectiviteit en juridische implicaties.

Eerste type maatregelen: stimulering
Het eerste type maatregelen dat ik heb onderzocht, betreft de stimuleringsmaatregelen. Deze hebben als gezamenlijk kenmerk dat zij het pensioengedrag van zelfstandigen stimuleren. Het is vervolgens aan de zelfstandige zelf om een pensioenvoorziening te treffen. Er kunnen verschillende instrumenten vanuit de gedragseconomie worden ingezet (zoals commitment-mechanismen) die beogen het pensioenspaargedrag te verbeteren. Als andere opties wijs ik onder meer op de koppeling van de zelfstandigenaftrek aan de pensioenopbouw en het wegnemen van de fiscale verschillen tussen de tweede en derde pijler.

Tweede type maatregelen: versterking huidig wettelijk kader
Het tweede type maatregelen dat ik heb onderzocht, betreft de versterking van het huidige wettelijk aanvullend pensioenkader, bestaande uit de verbetering van de mogelijkheid tot vrijwillige voortzetting, het bieden van de mogelijkheid aan zelfstandigen om zich vrijwillig bij een pensioenuitvoerder in de tweede pijler aan te sluiten en het doorvoeren van maatregelen die de verplichte deelneming van zelfstandigen in een verplicht gestelde bpf verbeteren. Beide eerste maatregelen hebben een vrijwillig karakter en het is nog maar de vraag of deze verbetering van de pensioentoegang daadwerkelijk zal leiden tot een verhoging van de pensioendeelname van zelfstandigen. Het doorvoeren van maatregelen die de toegang en deelneming van zelfstandigen in een verplicht gestelde bpf verbeteren, kan dan effectiever zijn. Zo kan de toegang tot het bpf via de opdrachtgever mogelijk worden gemaakt.

Derde type maatregelen: pensioenplicht
Het derde type maatregelen is gebaseerd op de invoering van een wettelijke pensioenplicht, wat tot fundamentele koeswijziging van de eigen pensioenverantwoordelijkheid van zelfstandigen sinds de invoering van het pensioenstelsel leidt. Ik heb drie varianten onderzocht: een wettelijke pensioenplicht zonder keuzevrijheid, een wettelijke pensioenplicht met keuzevrijheid voor de pensioenregeling en de uitvoerder en een wettelijke pensioenplicht met de mogelijkheid van opting-out. Deze varianten bieden voor- en nadelen. De eerste twee varianten verhouden zich niet goed met de ondernemersvrijheid van zelfstandigen. Bij de variant waarin zelfstandigen voor opting-out kunnen kiezen, wordt deze ondernemersvrijheid niet aangetast. Voordeel van deze variant is dat pensioendeelname wordt gecombineerd met pensioenvrijheid, net zoals bij opting-in. Om te komen tot een pensioensysteem van automatic enrollment met opting-out voor zelfstandigen zal een nieuw wettelijk kader moeten worden ingevoerd.

PENSIOENAKKOORD
In het Pensioenakkoord van het kabinet en sociale partners zijn in 2019 twee afspraken gemaakt die betrekking hebben op zelfstandigen.

Ten eerste is afgesproken dat er een wettelijke verzekeringsplicht tegen het arbeidsongeschiktheidsrisico voor zelfstandigen moet komen. Vorig jaar heeft de Stichting van de Arbeid een advies hierover uitgebracht. In een reactie op dit advies hebben UWV en de Belastingdienst die bij de uitvoering worden betrokken, hun twijfels uitgesproken over de uitvoerbaarheid van de regeling. Het kabinet komt in het eerste kwartaal van dit jaar met een voortgangsrapportage over de uitwerking van het voorstel van de Stichting.

Ten tweede wil het kabinet de pensioendeelname van zelfstandigen stimuleren. Het kabinet en sociale partners ervaren het als een zorgelijke ontwikkeling dat zelfstandigen het risico lopen op een grote inkomensterugval bij pensionering. In de consultatieversie van de Wet toekomst pensioenen die afgelopen december is gepubliceerd, wordt experimenteerwetgeving aangekondigd, die het mogelijk moet maken dat zelfstandigen vrijwillig bij een pensioenuitvoerder in de tweede pijler kunnen aansluiten. Doel van deze experimenteerruimte is te onderzoeken of deze maatregel het pensioenspaargedrag van zelfstandigen stimuleert. De experimenten mogen vier jaar duren, waarna de experimenten worden geëvalueerd. Wanneer de experimenten slagen, kan vrijwillige aansluiting als structurele maatregel worden ingevoerd.

Link naar het proefschrift: https://research.vu.nl/en/publications/pensioen-van-zelfstandigen-een-juridische-analyse-van-de-reguleri

 

Attachments