DWS: Waar gaat al dat geld toch naartoe?

DWS: Waar gaat al dat geld toch naartoe?

Geld 3.jpg

Centrale banken verhogen in snel tempo hun balansen, waardoor de angst voor het inflatiespook bij veel consumenten weer de kop opsteekt. De balans van de Fed stond vorig jaar op 18% van het bbp en die is nu in rap tempo omhooggeschoten naar liefst 34%. In Europa is hetzelfde gebeurd. De balans van de ECB staat nu op 52% van het bbp, tegen 40% aan het begin van dit jaar en 20% aan de start van 2015. Intussen stijgt de inflatie in Europa met niet meer dan 1%. En toch is er een emperisch verband tussen de geldkraan en de kerninflatie. Met een stijging van 9% op jaarbasis (mei) kun je niet echt stellen dat de Europese geldvoorraad in ruime zin (M3) nou bepaald de pan uitrijst, zo stelt Martin Moryson, hoofdeconoom Europa bij vemogensbeheerder DWS, in zijn Chart of the Week.

Wat is er toch aan de hand? Het antwoord is simpel: het scheppen van geld en de hoeveelheid geld zijn geen synoniemen van elkaar. De ECB zorgt dat gewone banken aan kapitaal kunnen komen via TLTRO’s of koopt stukken van hen, zoals uiteen is gezet in de PEPP. De geldhoeveelheid in enge zin groeit hard en leidt tot de verruiming van de balans van de ECB. Maar het geld van de ECB wordt alleen omgezet tot geld in ruime zin (M3) als de gewone banken meer geld uitlenen. "Op dit moment gebeurt dat nauwelijks", zegt Moryson. "In mei is het aantal kredieten aan burgers en het bedrijfsleven met slechts 4% op jaarbasis gestegen. De publieke sector kwam wel vaker aankloppen om krediet, regeringen moesten immers overgaan tot het bieden van staatssteun om de economie boven water te houden. Maar zelfs deze toename van 11% is niet om over naar huis te schrijven als we uitgaan van wat er op de balansen van centrale banken staat."

Dus waar gaat het geld naartoe? Zoals blijkt uit de Chart of the Week gaat alles naar reservepotjes. Met andere woorden: de commerciële banken houden meer geld in voorraad bij de centrale bank dan dat ze verplicht zijn. Er zit ook een positieve kant aan, zegt Moryson. “De kans dat banken zelf snel in geldproblemen komen, is klein. Maar uit dat geld oppotten blijkt wel dat banken er nog niet helemaal op vertrouwen dat de economie herstelt en dat er gewoonweg een tekort is aan kredietwaardige leners. Dus helaas staan we niet te juichen bij de inflatiecijfers”, besluit Moryson.