CME: De toenemende kloof tussen opkomende en ontwikkelde markten

CME: De toenemende kloof tussen opkomende en ontwikkelde markten

500x600_emerging_markets.jpg

Door Erik Norland

In ons vorige artikel over de impact van snel groeiende begrotingstekorten in Japan, West-Europa en de VS, onderzochten we de relatie tussen de schuldniveaus en het verloop in de korte- en langetermijnrente in 12 ontwikkelde economieën. In het algemeen geldt dat hoe meer de schulden stijgen, des te dieper daalt de rente. Dit maakt de schuldenmarkten uniek: hoe groter het aanbod, hoe hoger de prijs en hoe lager het rendement (prijs en rendement bewegen zich tegengesteld). Wat de schuldenmarkten anders maakt, zijn de centrale banken. Die stellen de kortetermijnrente vast, in de wetenschap dat extreem hoge schulden alleen zijn vol te houden met een beleid van extreem lage rentes. Kijkend naar de lange kant van de rentecurve lijken beleggers in landen met een hoge schuldenlast te accepteren dat de korte rente waarschijnlijk lange tijd laag zal blijven.

In de meeste opkomende markten speelt er een heel ander verhaal. Op enkele uitzonderingen na, zoals China en Polen, is de schuld in opkomende landen vaak aanzienlijk lager. De hoge schulden in China zijn een relatief recent fenomeen. In de opkomende markten met de minste schulden, zoals Mexico en Rusland, ligt de verhouding totale schuld vs. bbp rond de 80%. Dat is minder dan een derde van het niveau in de VS, Canada, de eurozone en het VK, en minder dan een kwart van Japan. Wel is het zo dat de meeste opkomende markten, met uitzondering van China, in de afgelopen tien jaar een trend van oplopende schuldniveaus hebben laten zien, met name sinds de financiële crisis in 2008. Als die trend doorzet, zullen ze langzaam gaan lijken op de ontwikkelde landen.

Klik op de afbeelding hieronder voor het volledige artikel:

Visual PDF.jpg