T. Rowe Price: Onderschat de slagkracht van centrale banken niet

T. Rowe Price: Onderschat de slagkracht van centrale banken niet

Central bank
SCHMIDT_Nikolaj 416Kb (2).jpg

Er lijkt momenteel veel cynisme te bestaan over de mogelijkheden van centrale banken om de wereldwijde economische groei te beïnvloeden. Steeds meer mensen lijken te geloven dat renteverlagingen niet meer zo effectief zijn als vroeger en dat centrale banken daarom in feite geen slagkracht meer hebben. Nikolaj Schmidt, Chief International Economist bij T. Rowe Price is het daar niet mee eens. Hij is juist van mening dat centrale banken niet onderschat mogen worden.

Monetair beleid minder krachtig door schuldafbouw
Om de centrale banken beter te begrijpen moet gekeken worden naar de context waarin zij hun beleid bepalen, vindt Schmidt. Al meer dan tien jaar wordt de wereldwijde groei gedrukt door het afbouwen van schuld door het tempo van de schuldgroei terug te brengen tot het niveau van de nominale groei van het bruto binnenlands product in plaats van het reduceren van de uitstaande schuld. De schuldafbouw is in vier fasen verlopen: de wereldwijde financiële crisis, de crisis in de eurozone, de taper tantrum en de huidige Chinese schuldafbouw. De wereldeconomie is hierdoor de afgelopen elf jaar sterk afgeremd.

Daarnaast heeft de wereldeconomie de afgelopen jaren te kampen gehad met een reeks onzekerheidsschokken. Brexit, de opkomst van het populisme en de handelsoorlogen, hebben het allemaal moeilijker gemaakt voor consumenten en bedrijven om betrouwbare voorspellingen te doen over de toekomst, waardoor bestedingen en kapitaalinvesteringen zijn afgenomen.

Renteverlagingen blijven effectief
Geconfronteerd met deze krachtige tegenwind is het niet verwonderlijk dat de renteverlagingen van de centrale banken minder invloed hebben gehad op de groei dan je normaal zou mogen verwachten. Dit betekent echter niet dat de renteverlagingen inherent minder effectief zijn geworden, maar wel dat ze niet zo krachtig zijn als in het verleden, vanwege de context waarin ze worden toegepast.

Schmidt meent dat renteverlagingen nog steeds zeer effectief kunnen zijn en dat de huidige fase van monetaire verruiming het potentieel heeft om de wereldeconomie veel sterker te ondersteunen dan de cynici denken. Zolang nieuwe schokken uitblijven, verwacht Schmidt dat het punt nadert, waar een ruim beleid z’n uitwerking in de reële economie krijgt en een toename van de bestedingen en kapitaalinvesteringen volgt. Dit zou moeten helpen om een recessie mogelijk nog een tijdje op afstand te houden, misschien zelfs drie jaar, denkt Schmidt.

Milde recessie
Een recessie komt er op een zeker moment, maar hij zal waarschijnlijk niet zo ernstig zijn als in 2008 en milder dan in 2001, omdat de structurele onevenwichtigheden die een grote recessie zouden veroorzaken, nu gewoonweg niet bestaan. De volgende recessie zal waarschijnlijk worden veroorzaakt door de arbeidsmarkt, die er te krap begint uit te zien. Als de arbeidsmarkt oververhit raakt, zal de winst onder druk komen te staan en zullen bedrijven bijgevolg hun investeringen opschorten en stoppen met het aannemen van personeel. Hoewel de volgende recessie minder impact zal hebben op de reële economie, zal het pijnlijk zijn voor de financiële markten, omdat bedrijven hun schulden hebben opgevoerd om de uitkering van contant geld aan aandeelhouders te doen door middel van aandeleninkoop en dividenduitkeringen.

Centrale banken zijn niet machteloos
De centrale banken zullen bij de volgende recessie minder manoeuvreerruimte hebben, maar dat betekent niet dat ze machteloos zijn. Monetair beleid gaat niet in de eerste plaats over het niveau van de rentetarieven, maar eerder over het sturen van kapitaalstromen om ruime financiële voorwaarden te creëren. Volgens Schmidt hebben de centrale banken nog steeds een aantal instrumenten in handen om dit te doen. Velen waren ervan overtuigd dat de ECB en de BoJ het afgelopen jaar met lege handen stonden, maar sindsdien is het rendement op Duitse staatsobligaties met een looptijd van tien jaar gedaald van ongeveer 80 bps naar -50 bps en het rendement op 30-jarige staatsobligaties in Japan is gedaald van ongeveer 90 bps naar 35 bps en de financiële voorwaarden zijn aanzienlijk versoepeld.

Onderschat centrale banken niet.